1 van 41 .J ingczameld schoeisel. Voor de onder a genoemde groepen werd als herstelprijs f 0,50 per paar in rekening gebracht; voor de onder h vermelde categorieën en voor Nederlands Volksherstel onderscheidenlijk f 4,f 3,f 2,50 en f 2, Schoenherstellingen werden door de Gem. Schoeisel dienst mede opgedragen aan schoen makers met eigen reparatiebedrijfjes, die te weinig werk hadden, waardoor bereikt werd, dat deze personen niet in steunregeling bij de Gem. Dienst voor Sociale Belangen behoefden te worden opgenomen. In het verslagjaar werden door de Gem. Schoeiseldienst 22 636 paren schoenen van zolen en hakken voorzien. Aan vergoedingen voor deze reparaties werd een bedrag van f 24.565,88 ontvangen. De totale kosten aan de Dienst ver bonden bedroegen f 46.736,77. Voorzieningsfonds voor Kunstenaars. Aan het einde van 1946 waren 6 Haagse verenigingen met 96 leden toegetreden tot het Voorzienings fonds voor Kunstenaars. Dit fonds valt niet onder het Werkloosheidsbesluit 1917. Rijk en Gemeente hebben ieder voor 1946 een subsidie van 100 pCt. toegekend op de door de verenigingen aan het Fonds verschuldigde bij dragen. Elk dezer subsidiën bedroeg f 1.425,90. Aan te ’s-Gravenhage woonachtige leden is in 1946 een bedrag van f 2.532,40 aan uitkerin gen verstrekt. De Gemeentelijke Schoeiseldienst verleende in het verslagjaar hulp aan: a. degenen, die volgens de steunregeling voor armlastigen door de Gem. Dienst voor Sociale Belangen werden gesteund; degenen, wier in komens op ongeveer dezelfde hoogte lagen als die van de vorige groep; de in Gemeentelijke noodtehuizen vertoevende personen, die door de Gem. Dienst voor Sociale Belangen voor hulp verlening werden voorgedragen; b. degenen, die hulp ontvingen van het Cen traal Bureau Verzorging Oorlogsslachtoffers; kinderen, die in kindertehuizen worden ver pleegd; lagere ambtenaren en werklieden in overheidsdienst, die buitenwerk verrichten; Nederlands Volksherstel bij het herstellen van Het Gemeentelijk B-steun-Comité, dat indertijd de werkzaamheden van het subcomité A van het Haags Crisis-Comité heeft voortgezet, heeft in 1946 geen subsidie van Rijk en Gemeente ont vangen. In een rondzendbrief d.d. 12 November 1945 aan de gemeentebesturen was door het Minis terie van Sociale Zaken (afd. Sociale Bijstand) medegedeeld, dat door wijziging van de oude steunregeling in overbruggingsuitkering, het karakter van de hulpverlening werd veranderd, om welke reden de Minister van Sociale Zaken het niet noodzakelijk achtte de betreffende groep van personen nog voor B-steun (kleding, dekking en schoeisel) in aanmerking te brengen. Dientengevolge w'erd de afwikkeling van de B-steunregeling aangevangen en werden in 1946 geen nieuwe aanvragen voor deze ondersteu ning in behandeling genomen. De hulpverlening beperkte zich tot de nog lopende gevallen, d.w.z. gevallen, waarin de aanvragers reeds een toewijzing hadden ont vangen, maar de hun toegewezen artikelen bij gebrek aan textielpunten of speciale vergun ningen dan wel wegens de schaarste aan goe deren, nog niet in ontvangst hadden kunnen nemen. Ten behoeve van deze categorie perso nen werd een bedrag van f 3.501,98 ter beschik king gesteld, waarvan voor een bedrag van f 3.426,47 in natura werd uitgekeerd. Spaarregeling. In 1946 werden voor de spaar regeling verbonden aan de B-steunregeling 9 ge vallen afgedaan ten bedrage van f 221,25. Enige nadere gegevens betreffende de spaarregeling worden aangetroffen in het verslag van de Ge meentelijke Dienst voor Sociale Belangen, blz. 7. Voor hulpverlening aan gevallen van alge mene aard werd ingesteld het Gemeentelijk Comité tot Steun aan Hulpbehoevenden. Ten aanzien van de verstrekkingen door dit Comité wordt verwezen naar hetgeen op blz. 39 is vermeld. Subsidiëring particuliere wachtgeldregelingen. Ingevolge het Raadsbesluit van 20 November 1939, Bijlage no. 541, verleende de Gemeente ook in 1946 haar medewerking aan de van Rijkswege goedgekeurde particuliere wachtgeldregelingen. De medewerking bestond in het voorschieten van subsidie en het oefenen van controle. Het totaal bedrag aan subsidie voor wacht gelduitkeringen in 1945 en 1946 is nog niet be kend. De door de Gemeente verstrekte gelden komen geheel ten laste van het Rijk, waarvan voor 1946 een voorschot is ontvangen f 1.000.000,—. Bij Besluit No. 53 380, afd. W.G.R. van het Ministerie van Sociale Zaken, worden met in gang van 1 April 1946 de gemeenten niet meer bij de uitvoering der wachtgeldregeling betrok ken; de werkzaamheden worden dan overgeno- men door de Gewestelijke Arbeidsbureaux. De afdeling 's-Gravenhage van de Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting, Koningin negracht 42, organiseerde in 1946 432 kookcur sussen, 347 naaicursussen, 22 wascursussen en 61 cursussen in kinderverzorging en opvoeding, met onderscheidenlijk 6 579, 5 494, 367 en 1035 deelneemsters. 31 I Huishoudelijke voorlichting.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 48