41 8 J richtingen voor middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs. Als directrice der meisjes- h.b.s. volgde haar op mej. W. de Koningh, voor dien lerares aan deze school. Met het dagelijks toezicht op de eerste en tweede klassen werd, voor zolang deze klassen gehuisvest zullen blij ven in het gebouw van het gymnasium aan de Laan van Meerdervoort, belast mej. J. A. van Nieuwenburg. In de samenstelling van de Commissie kwa men verschillende wijzigingen. De heer Mr. H. H. Reijers zag zich genoodzaakt te bedanken. Niet alleen werd voorzien in de door zijn bedan ken ontstane vacature, maar tevens werd uit breiding gegeven aan het ledental der Com missie door benoeming van nog 6 nieuwe leden. Benoemd werden mej. Dr.Jeanne S. A. M. Knoop, mevr. W. H. KuinHarttorf, mevr. Mr. T. J. Tinbergende Wit en de heren R. Bos, H. W. J. Dekker, Dr. J. M. Elshout en Mr. A. F. Schepel. De samenstelling der Commissie is thans als volgt. Dr. C. van den Berg, voorzitter (1950) 1), A. Rienks, ondervoorzitter (1950), mevr. M. EL J. P. van Buttingha Wichersvan Voorst Vader, ondervoorzitster (1950), Mr. Th. O. Palte, secretaris (1950), R. Bos (1947), H. M. Burghard (1950), H. W. J. Dekker (1947), W. K. Dicke (1947), C. v. Doorn (1950), K. Dijk (1950), Dr. J. M. Elshout (1947), O. L. Eschauzier, aangewezen door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, Mr. T. Th. Goossens (1947), mej. Dr. Jeanne S. A. M. Knoop (1947), mevr. W. H. KuinHart torf (1950), J. B. Reichardt, aangewezen door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, mevr. W. P. A. Reitsma—Valstar (1950), Mr. A. F. Schepel (1950), mevr. Mr. L. C. Schönfeld—Polano (1947), Mr. Drs. A. C. Verbeek (1947), mevr. Mr. T. J. Tinbergende Wit (1947). Behalve de gewone werkzaamheden der Com missie, het schoolbezoek, het adviseren ten aan zien van benoemingen en ontslagen van leer krachten enz., mogen nog enige punten afzon derlijk worden vermeld, welke de Commissie aanleiding gaven aan het College van Burge meester en Wethouders advies uit te brengen. In de eerste plaats kan hierbij worden ge noemd de kwestie van het onderwijs in het machineschrjjven aan de A-afdelingen der h.b.s.-en. Deze aangelegenheid werd reeds eerder door de Commissie principieel behandeld naar aanleiding van een destijds ten aanzien van opneming van dit onderwijs in het leerplan ingenomen afwijzend standpunt van de verga dering van directeuren en rectoren der Gemeen telijke scholen voor middelbaar en voorberei dend hoger onderwijs. In het afgelopen schooljaar kwam het onder wijs, althans uiterljjk, weer langzamerhand in normale banen. Dat er nog vele moeilijkheden te overwinnen zijn en dat er nog veel energie besteed moet worden aan de liquidatie van talrijke gevolgen van de oorlog behoeft nauwelijks betoog. Men denke bijv, aan het onderwijs aan uit Indonesië gerepatrieerde kinderen. De moeilijkheden worden nog geaccentueerd door de aanvankelijk nog gebrekkige huisves ting van verschillende scholen, een euvel, waar van thans de meisjes-h.b.s. nog te lijden heeft, doordat het Gemeentelijke Bureau voor de Huis vesting beslag legde op een groot gedeelte van haar gebouw aan de Stadhouderslaan. De 1ste, de 3de en de 5de Gemeentelijke h.b.s. konden naar haar oude gebouwen, onderscheidenlijk aan de 3e Van-den-Boschstraat, de Beeklaan en de Aronskelkweg, terugkeren, terwijl ook het schoolgebouw aan de Nieuwe Duinweg weer voor onderwijsdoeleinden vrij kwam. Een gevoelig verlies leed het Haagse middel baar onderwijs door het overlijden, in Septem ber 1946, van de directeur der Gemeentelijke handelsdagschool, de heer G. Schilperoort. Zijn vele bijzondere kwaliteiten en zijn fijne tevens krachtige geest hebben, niettegenstaande zijn zwakke gezondheid, een grote invloed gehad op de onderwijsinrichting, welke hij leidde. Belangrijke wijziging kwam in de bezetting der directeursplaatsen van de verschillende h.b.s.-en. Dr. J. F. Kroner, die gedurende zovele jaren als directeur van de 1ste Gemeentelijke h.b.s. aan de 3e Van-den-Boschstraat met toewijding de belangen van deze onderwijsinrichting heeft behartigd, nam in April 1945 afscheid. Nadat de heer A. J. van Riel als waarnemend directeur was opgetreden werd in December 1945 de heer Dr. J. N. v. d. Ende als directeur benoemd. Tot directeur van de 5de Gemeentelijke h.b.s. (de Dalton-h.b.s.) werd benoemd de heer D. J. E. Timmers, die voordien als leraar en later als waarnemend directeur reeds aan deze h.b.s. was verbonden en derhalve als deskundig op het gebied van het Dalton-onderwijs beschouwd kan worden. Aan het einde van de cursus 19451946 nam mej. Dr. I; M. Graftdijk afscheid als directrice der meisjes-h.b.s., welke functie zij gedurende een periode van 30 jaren onafgebroken op krachtige en persoonlijke wijze vervulde, terwijl zij, gedurende de laatste jaren, tevens optrad als voorzitster van de vergadering van direc teuren en rectoren van de Gemeentelijke in- 1 VERSLAG VOORTQEZET ONDERWIJS. i) De tussen geplaatste cijfers geven het jaar van aftreding aan Verslag van de Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs te ’s-Gravenhage over het schooljaar 1945 1946.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 497