45 6 Tijdens het verslagjaar, de 13de Maart, over leed te Monaco Dr. A. Bredius, bruikleengever van de kostbare inhoud van Prinsegracht 6. Zijn in 1944 gemaakt laatste testament had geen wij ziging gebracht in zijn vroegere beschikkingen: het maakte de Gemeente eigenaresse van het vroegere bruikleen. In de loop van het jaar werd overeenstemming verkregen met de universele erfgenaam, de heer J. Kronig te Monaco, waar na de Gemeenteraad het legaat met bijzondere erkentelijkheid heeft aanvaard. Terzelfdertijd aanvaardde men ook als schen king van de heer Kronig het door A. van Wely geschilderde portret van de overledene, alsmede een kostbare Deventer-traploper, waarop dezer- Instrumenten. Aankopen. 1 Boumeester viool, 1 18e eeuws harmonium, 1 koperen blaasinstrument, A. J. A. Sax, Parijs, 1839. Diversen. Geschenk. Mej. J. Wagenaar te ’s-Gravenha ge: voor archief Joh. Wagenaar: 1 aardewerk schaal met opdracht: „Dr. Joh. Wagenaar aan geboden door de R.K. Oratoriumvereniging Zuid-Holland Gouda 10 Juli 1924” (uitgevoerd door „Porceleine fles”). album met pianomuziek (8 stuks) Weygand, 1 band, 8 portefeuilles met losse muziekstukken (ieder ca. 12 stuks, F. L. Dony), 100 losse muziek stukken (meest correspondance mnsicale). Mevr. H. M. Burghard te ’s-Gravenhage: 1 claviatuur voor een tafelpiano; de heer G. A. N. Seheltema de Heere te ’s-Gravenhage: 69 Nederlandse, Franse en Duitse teksten van in ’s-Gravenhage gespeelde opera’s; door bemiddeling van het Be heersinstituut uit het vermogen van Mr. Dr. M. F. H. Völlmar te ’s-Gravenhage: collectie handschriften van H. Völlmar: werken voor piano, zang en piano, van Nederlandse compo nisten (o.a. Richard Hol, Peter van Anrooy, Alphons Piepenbroek), werken voor mannen- en gemengde koren, partituren en partijen; fa. Al- bersen Co. te ’s-Gravenhage: 1 exemplaar van de Music Catalogue Bossey Hawkes Br.I, London, 1944; Dr. J. du Saar te Utrecht: Het leven en de Composities van Jacobus Barbereau, door Dr. J. du Saar; de heer A. Brom Jr. te Utrecht: Muziekmateriaal, zoals tekstboekjes, muziekprogramma’s, tijdschriften. Aankopen. 5 bladen muziek op perkament handschrift Antiphonarium madrigaal, Z.Duits en Zwitsers, 14e eeuw. zijds prjjs werd gesteld terwille van het behoud van het karakter van de woninginrichting. Het is hier niet de plaats om de figuur van Dr. Bredius en zijn grote betekenis voor de Ne derlandse kunstgeschiedenis te schetsen. Dit is o.a. door Dr. H. E. van Gelder, aan wie nog steeds het beheer van de verzameling is toever trouwd, gedaan (in de Gids van April 1946, blz. 46 e.v.). Maar wel mogen wij een ogenblik stil staan bij de bijzondere betekenis van het legaat voor het openbaar Haags kunstbezit. De verza meling, die thans eigendom van de Gemeente is geworden, omvat, behalve talrijke antieke meu belen, een fraaie verzameling zilver en een twee tal kasten met Chinees en Europees poreelein, niet minder dan 211 schilderijen en 21 tekenin gen, onder welke laatste 8 van Rembrandt en 1 van Pieter Brueghel de Oude. De betekenis van deze verzameling is tweeërlei. Lwde eerste plaats bevat zij tal van kostbare kunstwerken, zoals de vermogende man van fijne smaak, die Dr. Bredius was, die gaarne om zich heen zag. Rem brandt, H. Seghers, Th. de Keijser, Bujjtewech, Steen, Van Ostade, Van der Neer, Cuyp, Teniers bij voorbeeld zijn met bijzondere werken ver tegenwoordigd. Anderzijds geeft de collectie op boeiende wijze een beeld van de belangstelling van deze kunsthistoricus, die tal van gelukkige vondsten en ontdekkingen deed. Van niet of weinig bekende meesters de meeste door Bre dius ontdekt en in geschriften behandeld zijn werken aanwezig, welke het bewijs leveren dat zij recht hebben op een goede plaats de voor treffelijke vogelschilder Spruijt bijvoorbeeld; van verscheidene leerlingen van Rembrandt zijn er stukken, vroeger aan de meester toegeschre ven. Kortom, er zijn tal van merkwaardige stukken, die ons de rijkdom en veelzijdigheid van de zeventiende-eeuwse schilderschool doen kennen op een andere wijze dan dat in onze grote musea mogelijk is. Zo is het een geheel, dat tegelijkertijd kunstgenot schenkt en leer zaam is, met de grote aantrekkelijkheid, dat het is geplaatst in een serie van patricisch gemeu belde vertrekken, waar stilte en intimiteit heersen. Toen de Gemeente in 1922 de verzameling in bruikleen kreeg, telde de catalogus 145 num mers; nu zij haar eigendom werd was zij, door herhaalde aanvullingen door Dr. Bredius en schenkingen door enkele van zijn vrienden met honderd stukken uit gebreid! Er is alle reden om in dit verslag de overleden geleerde en maecenas met zeer bijzondere erkentelijkheid te gedenken. Het bezoekcijfer beliep 1 286. De adviseur, Dr. H. E. van Gelder, bleef met het beheer belast. Hij verzorgde een supplement op de catalogus. VERSLAG VAN I»E DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN Museum Bredius.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 524