r 1. 2. 3. 4. 5. 6. 74 Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wet houders. In 92 gevallen zijn aan de Minister van Oor log inlichtingen verstrekt betreffende verzoe ken om vergoeding van reiskosten voor het be zoeken van de graven van gesneuvelde militai ren. De vermeerdering van het aantal aanvra gen (in 1945 bedroeg dit 11) werd ongetwijfeld veroorzaakt door de verbetering van de reis mogelijkheden. De Secretaris, W. F. WIJTHOFF. De Burgemeester, F. M. A. SCHOKKING. Op verzoek van de Chefs der Militaire Hospi talen is in 66 gevallen een onderzoek ingesteld naar de financiële omstandigheden van oorlogs invaliden, zulks in verband met de door de Ge neeskundige Commissie te beantwoorden vraag, in hoeverre deze personen in staat zijn in hun levensonderhoud te voorzien. Voorts is op ver zoek van de Chef van de Rijks-Geneeskundige Dienst in 1946 nog aan 29 invaliden een identi teitsbewijs uitgereikt. Sedert 1942 zijn in totaal in de Gemeente 172 van deze bewijsstukken ver- strekt. militairen beneden de rang van tweede luite nant, die verplicht in werkelijke dienst zijn en wier inkomsten na hun opkomst belangrijk min dér bedragen dan vóór hun opkomst het geval was, een aanvulling op de militaire inkomsten kan worden toegekend en dat in bijzondere ge vallen ook vrijwillig dienende militairen (geen beroepsmilitairen) voor deze aanvulling in aan merking kunnen komen. Zij kan echter niet woorden toegekend aan degenen, die als dienst plichtige van de lichting 1945 of van een later jaar in werkelijke dienst zijn. In verband met aanvragen om toekenning van pensioen zijn 18 onderzoeken ingesteld naar de financiële en gezinsomstandigheden van de verwanten van gesneuvelde of vermiste militai ren, terwijl in 68 gevallen onderzoeken zijn in gesteld in verband met toekenning van een toe slag op reeds verleend pensioen. In 83 gevallen is, ten behoeve van aan het Rijk uit te brengen adviezen, een onderzoek inge steld naar de financiële en gezinsomstandighe den van personen, die van Rijkswege een gelde lijke uitkering genieten krachtens de bepalin gen van de Koninklijke Besluiten van 9 Mei 1931, Stbl. 186 en 187 (vrijwillig gediend hebben de militairen enz. of hun verwanten, die aan bepaalde pensioenwetten geen aanspraak -op pensioen hebben kunnen ontlenen). Met betrekking tot de financiële en gezinsom standigheden van de zg. mobilisatieslachtoffers 1914 1918, die krachtens de Wet van 3 Decem ber 1931 (Stbl. 489) en het Koninklijk Besluit van 13 Januari 1932 (Stbl. 10) van Rijkswege een geldelijke uitkering ontvangen, zijn in 38 gevallen, na een ingesteld onderzoek, de nodige inlichtingen verstrekt. Voor verschillende overheidsinstanties zijn voorts ongeveer 1000 onderzoeken ingesteld, voornamelijk betrekking hebbende op: de opsporing van de verblijfplaats van mili tairen, oud-militairen en wachtgelders; de woonplaats van verwanten en de plaats van begra,en van overleden leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten; de registratie van gerepatrieerde krijgsge vangenen; het recht op doorbetaling van de militaire bezoldiging tijdens verlof in afwachting van ontslag v'egens gebreken; de financiële omstandigheden van: a. oud-militairen, o.m. in verband met de toe kenning van een Kerstgratificatie; b. nog dienende militairen, in verband met afbetaling van schulden; zakenverloven, verzoeken om ontslag, vrij stelling van uitzending naar Indonesië enz. De „Regeling Vergoeding Ongehuw'den” (R.V.O.) is, ofschoon niet ingetrokken, in 1946 niet toegepast. Diversen. k j lil. VERZORGING OUD-MILITAIREN EN NAGELATEN BETREKKINGEN VAN GESNEUVELDE EN OVERLEDEN MILITAIREN. gewezen vrijwillige militairen of Vergoeding reiskosten grafbezoek. Oorlogsinvaliden enz. Pensionnering verwanten van gesneuvelden enz. Gratificatiën aan hun verwanten. Mobilisatieslachtoffers 1914-1918. Regeling vergoeding ongehuwden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 81