3
1
BIJLAGE
OVERZICHT DER GEMEENTESCHULDEN (KasgeIdleningen uitgezonderd).
A.
III.
f
f 2.311.706,16
f
191.548,45
f 1.251.500,—
f 67.657 500,—
f
n
n
V.
f 3.709.500,77
95.880,95 f
372
f
67.934,87
n
109.690,71 f
f
f 107.668.970,—
B.
f
f
f
f
r>
n
r>
f
f
n
IX.
I
f
f
f
n
n
f
4.110,81
35.234,01
f
f
4.110,81
f
f
4-
i) Voorlopig renteloos.
n
n
n
n
r
IV.
372
VI.
372
n
Y)
n
n
Rf-nte
ten
honderd.
Rente
ten honderd.
Restant schuld op I Bedrag der i enten
31 December 1946. over 1946.
Restant schuld op
31 December 1946.
Restant schuld op
31 December 1946.
17.286.491,78
66.714,18
Bedrag der
annuïteiten in 1946.
Bedrag der
aflossingen
in 1946.
Bedrag der renten
over 1946.
1.052.849,55
6.285,65
Restant schuld op
31 December 1946.
590.637,98
2.807,68
2.083,34
21.575,78
2.347,45
3683,07
5.544,37
Bedrag der renten I
over 1946.
462.211,57
3.477,97
340.481,52
1.463,88
3,11
3,03
3,04
3
3,133
2>/2
2‘/2
Bedrag van het
rentebestanddeel
in de
annuïteit in 1946.
Bedrag van het
aflossings-
bestanddeel in de
annuïteit in 1946.
II.
27,
2>/2
3
37s
37'4
33/.
372
33/<
4
47,
4’/«
37'2
4
712,71
22.881,11
856,35
1.436,40
2.605,58
471.123,59
2.434,18
a.
b.
3
3—37,
374
37a
4
27'4
27/,
3
372
3’/4
4
r>
n
n
r>
n
f 4.871.500,—
20.833,54
733.576,40
25.821,96
44.196,83
77.621,15
64.077,66
1.063.209,31
2.029.336,85
-
28.492,15
f 188.948.993,46
31.688.621,30
f 220.637.614,76
VII. Rijksvoorschotten Gemeentebouw (annuïteitsleningen).
372
4
Totaal bedrag der restantschuld op 31 December 1946
aangegaan ten behoeve van het Leningfonds
aangegaan niet ten behoeve van het Leningfonds
Annuïteitsleningen, aangegaan met derden
(behalve het Rijk).
f 3.272.825,39
I. Obligatieleningen.
f 22.821.000,-
10.556.000,—
6.533.000,—
27.744.000,—
3.500,—
Rente ten
honderd.
Rente
ten
honderd.
Bedrag der
aflossingen in 1946.
Bedrag der
aflossingen
in 1946.
Inschrijvingen op het Grootboek A der Gemeenteschuld
(inschrijvingen voor rond 5 en 10 jaren).
1.500, —
1.489.500, —
3.318.500, —
2.500, —
50.000,—
9.500, -
f 6.545.000,—
Schulden aan het Rijk (Werkfonds 1934).
Bedrag der
annuïteit in 1946.
Leningen niet ten behoeve van het Leningfonds.
Gewone leningen, aangegaan met eigen fondsen.
f 2.390.910,24 f 88.156,74 f 127.854,—
Leningen ten behoeve van het Leningfonds.
Gewone leningen, aangegaan met derden.
37.500,—
600.000,—
11.178.000,—
1.639.800,—
1.826.300,—
8.729.000,—
79.611.410,—
2.460,—
300.000,—
40.000,—
3.704.500,—
Annuïteitsleningen, aangegaan met eigen fondsen.
f 3.087.287,83 f 109.690,71 f 55.138,35
f 8.819.010,-
VIII. Rijksvoorschotten Verenigingsbouw (annuïteitsleningen).
f 12.246.687,76 I t 811.605,11
59.390,73 I 3.898,06