1 '5 “7 2 Naar aanleiding van een door de Raad aange nomen, door Dr. E. J. Tobi ingediende, motie be treffende steunverlening bij de morele heropvoe ding van de jeugd werd door Burgemeester en Ten aanzien van de door het Gemeentebestuur noodzakelijk geachte grenswijziging der Ge meente, in grote trekken beogende de vereniging van Voorburg, Rijswijk en een gedeelte van het grondgebied van Wassenaar met het grondge bied van ’s-Gravenhage, besloot de Gemeente raad het College van Burgemeester en Wethou ders te machtigen tot het aanhangig maken van deze aangelegenheid bij de Kroon. Van de andere belangrijke besluiten van de Gemeenteraad verdient bijzondere vermelding dat tot uitvoering van het Lek-duinplan ter voorziening in de waterbehoefte van ’s-Graven hage in verre toekomst is besloten. In het verslagjaar werd door de Gemeenteraad besloten tot de bouw van het administratieve gedeelte van het nieuwe stadhuis op het Alexan- derveld onder leiding van de architect J. Luth- mann, de ontwerper van het plan voor het nieuwe stadhuis. Met deze bouw kon in 1946 echter nog niet begonnen worden. Van de door de Duitse bezetting in de laatste maanden van haar heerschappij naar Duitsland gesleepte tramwagens (44 motorwagens, 41 aan hangwagens en 4 pekelwagens) der N.V. Ge mengd Bedrijf Haagse Tramweg-Maatschappij waren op 31 December 1946 19 motor- en 31 aan hangwagens, benevens 4 pekelwagens door ge noemde Maatschappij terugontvangen. Een vermeldenswaardig voorbeeld van herstel van het economische leven was de toeneming van de haringvloot te Scheveningen, de eerste haringhaven van Nederland. Door roof van de zijde der Duitse bezetting in de oorlogsjaren was van de Scheveningse haringvloot bij de be vrijding nog slechts een schamele rest overge bleven. Vóór de oorlog bestond de vloot uit een 115-tal loggers. In 1945, na de bevrijding, konden pas midden zomer de eerste loggers weer ter haringvangst uitvaren; in totaal zijn in dat jaar slechts 36 schepen naar zee vertrokken. Inmid dels werd gearbeid aan het herstel der vloot. Vele loggers zij het vaak bijna onherkenbaar verminkt werden in Duitse, Noorse en Franse havens, waarheen zij door de Duitse bezettings macht waren weggesleept, opgespoord, naar Nederland teruggebracht en weer geschikt ge maakt voor de haringvisserij. Daardoor konden aan de teelt 1946 van Scheveningen uit ten slotte 87 loggers deelnemen, hetgeen t.o.v. 1945 meer dan een verdubbeling betekent. Ter leniging van de nog steeds bestaande schaarste aan bepaalde voedingsmiddelen en textiel werd in het verslagjaar uit Zwitserland een als Don Suisse bekende schenking ontvan gen, waarvoor aan de schenkers uiteraard grote dank werd betuigd. r Het huisvestingsprobleem was voor het groot ste gedeelte van het jaar een aangelegenheid van Rijkszorg, daar de regering de toewijzing van woon- en andere ruimten met ingang van 1 November 1945 tot een Rijkszaak had ver klaard. Met ingang van 15 October 1946 werden de huisvestingsa an gelegenheden evenwel weer in handen van het Gemeentebestuur gelegd en werd de Burgemeester wederom de aangewezen autoriteit voor het uitoefenen van de vorderings- bevoegdheid. De zeer nijpende woningnood maakte het bij voortduring onmogelijk aan de vele gegadigden de gew'enste en vaak ook nodige woonruimte toe te wijzen. Een lichtpunt op dit gebied was de omstandigheid, dat Duindorp, na de bevrijding door het Rijk in gebruik genomen als bewakings- kamp voor politieke delinquenten, geleidelijk w’eer voor bewoning beschikbaar kwam op een honderdtal woningen na, dat bezet werd gehou den door gewezen bewakers van het kamp. De bouw' van nieuwe w'oningen kon door ver schillende omstandigheden nog niet van zo danige omvang zijn als wel gew'enst was. Op het einde van het verslagjaar waren in uitvoering en in voorbereiding van uitvoering in totaal 342 w'oningen. Voor het Bezuidenhoutkwartier en het Westen van de stad kwamen onder leiding van de bouw meester W. M. Dudok twee grote herbouwplan- nen gereed; de voorbereidingen tot het doen vaststellen van deze plannen op de voorgeschre ven wijze waren eind December nog niet zover gevorderd, dat de administratieve procedure een aanvang kon nemen. De puinruimingswerkzaamheden in het Be- zuidenhoutkw'artier w'erden in 1946 voortgezet en in September van de Gemeentelijke Reini gingsdienst, die daarmede onmiddellijk na het grote bombardement van 3 Maart 1945 was be last, overgedragen aan de Dienst der Gemeente werken. gevangenschap waren weggesleept, de terugge keerde van huis en haard verdrevenen en de slachtoffers van bombardementen, die in het vorige jaar nog niet allen op enigermate be vredigende wijze van het hoognodige waren voorzien, vroegen in het verslagjaar de uit Indonesië gerepatrieerden bijzondere aandacht. Ook zij werden zoveel mogelijk geholpen. f r

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1946 | | pagina 9