12 III. 2 totaal 208 totaal 149 1 DUINWATERLEIDING VAN 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1947. 9 1 1 mische Zaken, de heer Dr. B. van den Tempel, terwijl de heer Mr. W. F. K. Cost Budde de functie van secretaris der Commissie vervulde. 92 46 Van bovengenoemd personeel waren drie amb tenaren elders gedetacheerd, terwijl vijf ambte naren en drie werklieden zich in militaire dienst bevonden. 35 Leveringsvoorwaarden. De leveringsvoorwaarden bleven ongeivijzigd. Het gebruikelijke overzicht van de aangesloten percelen in de verschillende tariefklassen geeft het volgende beeld. n. in vaste dienst b. in tijdelijke dienst c. op arbeidscontract (waaronder 1 min- der-valide) o. in vaste dienst b. in tijdelijke dienst c. in losse dienst (waaronder 4 minder- validen) reservisten e. jeugdige werklieden II. DIRECTIE EN PERSONEEL. Adjunct-administrateur. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 31 Juli 1947 werd de heer W. J. de Wijs, tot die datum werkzaam als hoofdboekhouder, benoemd tot adjunct-administrateur. Personeel. Het personeel bij de Duinwaterleiding was op 31 December 1947 als volgt samengesteld. I. BEHEER EN REGELINGEN. Commissie van Bijstand. In de Commissie van Bijstand voor de Duin waterleiding, die in de Raadsvergadering van 2 September 1947 werd benoemd, hebben dezelfde leden zitting als in 1946, t.w. mevrouw A. C. van KoertMulder en de heren Drs. C. A. A. van Luttervelt, A. C. Toet en N. Veldhoen. Als voorzitter fungeerde de Wethouder van Econo- TOESTAND DER WERKEN, a. Waterwinning c.a. Grootte wingebied. In de grootte van het wingebied kwam gedu rende het verslagjaar geen verandering. Bij het Bedrijf zijn derhalve 947.19.68 ha in beheer, waarvan 465.19.84 ha het eigendom zijn van de gemeente ’s-Gravenhage en 481.99.84 ha van het Koninkrijk der Nederlanden in erfpacht zijn ontvangen. Neerslag. De gegevens omtrent de bij het Pompstation waargenomen neerslag zijn samen gevat in tabel I op blz. 2. Hydrologische waarnemingen. In het eigenlijke duingebied waren aan het einde van het verslagjaar aanwezig 179 peil- putten, waarvan: 34 boven verspreide veen lagen, die ongeveer op D.P. liggen (grondwater- laag 0); 105 in het bovenduinzand boven de waterseheidende laag van D.P. 7 m tot D.P. 20 m (grondwaterlaag 1); 7 in deze water- scheidende laag; 33 in het diepe duinwater be neden de waterseheidende laag (grondwater- laag 2); 28 waarnemingsposten, dit zijn diepe boringen, iu elk waarvan enige filters zijn ge plaatst, met te zamen 122 peilfilters. De stijghoogten van het grondwater werden éénmaal per maand, met behulp van deze waar- nemingsmiddelen, bepaald. Een zeer globale indruk van deze stijghoogten kan worden verkregen uit tabel II. BULAGE 1989 1940 1941 1942 1944 1945 1946 1943 1947 Ambtenaren 11 'crk-tieden Prijs per mi. f 0,30 0,25 0,20 0,15 0,10 25,94 9,64 16,12 37,91 10,39 100,— 21,85 8,81 16,74 41,25 11.35 100,— 24,97 9,54 16,27 38,52 10,70 100,— 171 24,88 9,51 16,47 38,46 10,68 100,— 23,98 9,17 15,99 39,74 11.12 100,— 20,86 8,63 17,17 42,13 11.21 100, - 25,96 9,36 17,— 39,88 7,80 100,— 26,22 9,23 16.73 39,84 7,98 100,— 24,69 8,84 16,83 41,83 7,81 100,— Aangesloten percelen in de verschillende tariefklassen op het einde van het jaar, in percenten van het totaal.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 135