13 Bestuur. 1 STICHTING „CENTRAAL BADBEHEER” TE 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1947. Personeel. In twee gevallen moest straf worden opge legd; overigens verrichtte het personeel zijn dienst met ijver en toewijding. De in het vorige jaar voorbereide reorganisatie der badhuisper soneelsformatie, in het bijzonder die van het oadmeesterseorps, kwam dit jaar tot uitvoering. Het gevolg hiervan was o.a., dat twee badmees ters met ingang van 1 Januari 1948 op wacht geld werden gesteld. Eén der badmeesters kreeg op zijn verzoek een jaar buitengewoon verlof; hij aanvaardde elders een betrekking. Dank zij de reorganisatie was het mogelijk hem niet te vervangen. Ten aanzien van het in het Zuiderpark-zwem- bad werkzame personeel werd strikt de hand gehouden aan het door het bestuur, naar aan leiding van een door de Efficiencycommissie uitgebracht rapport, vastgestelde maximale aan tal personeelsleden. Dit aantal, nl. 29 (de leider van het bad niet inbegrepen), werd ondanks de buitengewone drukte niet overschreden. Aan het einde van het seizoen had een tame lijk grodt verloop onder het personeel plaats, maar dit kon door personeel van de badhuizen worden aangevuld. Loon- en salarisregeling. De herziening van de Gemeentelijke loon- en salarisregeling had tot gevolg, dat ook de lonen en salarissen van het Stichtingspersoneel wer den herziem Tarieven. Besloten werd de tarieven van de seizoenbe- drijven als volgt te verhogen. Volkszeebad Scheveningen: volwassenen van f 0,20 tot f 0,30 van f 0,10 tot f 0,15 kinderen Zuiderparkbad: volwassenen van f 0,20 tot f 0,25 kinderen f 0,10 ongewijzigd. Inrichtingen. Met de restauratie van het in het laatste oor logsjaar ernstig beschadigde badhuis aan de Harstenhoekstraat werd een begin gemaakt. Overigens bleef het aantal onder het beheer der Stichting gestelde badhuizen onveranderd. Zij konden echter in het begin van het jaar wegens kolennood gedurep.de drie maanden niet of slechts ten dele in bedrijf worden gehouden. Slechts de badhuizen aan de Torenstraat en de Escamplaan konden, zij het met grote moeite, zonder onderbreking voor het publiek geopend blijven. Aangezien de installaties gedurende deze maanden vorstvrij moesten worden gehouden en er voor dit doel voldoende kolen aanwezig wa ren, werden verwarmde lokaliteiten van de inrichtingen der Stichting aan omliggende scho len aangeboden ten bate van het onderwijs aan leerlingen der examenklassen. Daartoe pleegde de Gemeentelijke inspecteur van het Onderwijs, Dr. D. G. G. van Ringelestein, overleg met de be trokken hoofden van de met kolengebrek kam pende scholen, die gaarne van het aanbod ge bruik maakten. Banken werden in wachtkamers en badzalen geplaatst en hoewel de lokalen na tuurlijk niet te vergelijken waren met de nor male schoollokalen, bleek men over deze noodop lossing zeer tevreden te zijn. Deze ingebruikge- ving leverde een kleine bate op voor de Stichting. Het voorzitterschap werd gedurende de eerste maanden van het jaar waargenomen door de tpdelijke Wethouder van Economische Zaken, de heer C. P. Damme. In de samenstelling van het bestuur kwam verandering door het vertrek naar het buiten land van twee leden, mevr. F. Enklaar van GuerickeVan Heemskerek en de heer J. J. Th. de Kok. In de plaats van laatstgenoemde be noemden Burgemeester en Wethouders de heer J. P. Govaars als vertegenwoordiger van de Ko ninklijke Nederlandse Zwembond. Voorts werd het bestuur uitgebreid met een vertegenwoordiger van de Algemene Bond van Ambtenaren, de heer W. Brusse. Door deze wijzigingen bestond op 31 December het bestuur uit de volgende leden: Dr. B. van den Tempel, voorzitter; J. J. van Langen, ondervoorzitter; Mr. W. F. K. Cost Budde, secretaris; H. C. M. van Benthem, boek- houder-kassier; mevrouw A. C. van KoertMul der, J. P. E. van Ameijde, W. Boer, W. Brusse, C. A. M. Diepenhorst, A. L. M. Dinkhuysen, J. P. Govaars, Ir. A. J. Gurck, J. C. A. Ultee, B. Verwaal en Ir. F. C. J. M. Wirtz. De heren Van Benthem, Boer, Cost Budde en Verwaal waren als gedelegeerden belast met de dagelijkse leiding van onderscheidenlijk de volkszeebaden, de schoolbaden, de badhuizen en de zwembaden. De inspecteur, de heer J. G. D. Meyboom, werd ontheven van zijn functie van adjuuct-secreta- ris. In deze functie werd benoemd de heer D. P. Lindhout. BIJLAGE a. Volks- en schoolbaden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 153