14 Brandschade. 2 VIII. WERKVERSCHAFFING EN WERKVER RUIMING. De bewakingsdiensten op de pleinen en in de plantsoenterreinen werden grotendeels verricht door armlastigen en minder-validen. Een klein aantal minder-validen werd bij wijze van werk verschaffing bij de Dienst te werk gesteld, voor namelijk bij het hakken van hout en het ver wijderen van papier uit de plantsoenen. Vogelstand. De vogelstand ontwikkelde zich gunstig; de in 1946 en 1947 opgehangen nestkastjes waren goed bevolkt. Brandschade bleef dit jaar beperkt tot een klein perceel dennen in het Westduinpark. Stormschade. Stormschade is gedurende het verslagjaar niet veroorzaakt. IX. HERSTEL- EN VERNIEUWINGSWERK- ZAAMHEDEN. Voor de „wederopbouw”-werkzaamheden was 1947 geen gemakkelijk jaar. Doordat talloze overheidsinstanties de ingediende plannen moesten beoordelen, alvorens tot verstrekking van de opdrachten kon worden overgegaan, ont stond grote vertraging. In November kreeg de Dienst echter opdracht en crediet voor het uit voeren der beplantingswerkzaamheden, welke nog in „wederopbouw” moesten geschieden. Van dit tijdstip af konden verschillende objecten in snel tempo worden aangepakt, zoals het weder om aanbrengen van boombeplanting in enige straten, het herstellen van de beplanting in de Westduinen en het herstellen van de beplanting in het park Arendsdorp. X. ALGEMEEN. Het jaar 1947 kenmerkte zich door talrijke belangrijke gebeurtenissen, waarbij de Dienst rechtstreeks en zijdelings was betrokken. Hier van kunnen o.a. worden genoemd de instelling van een aantal commissies in verband met de voorbereiding van de jublileumfeesten in 1948. De Dienst was op talloze vergaderingen in het kader van deze werkzaamheden vertegenwoor digd. In de totstandkoming van de bloemententoon stelling „DE HOFSTADBLOEM”, die van 3—13 April in de Houtrusthallen werd gehouden, had de Dienst een belangrijk aandeel. Gedurende deze tentoonstelling en daarna in de loop van het verslagjaar werd veel buitenlands bezoek ontvangen, o.a. uit Engeland, Denemarken en Zweden. Half Mei maakte de directeur een reis naar Brighton (Engeland), waar hij op uitnodiging van The British Institute of Park Administra tion een uiteenzetting gaf van de stand der her stelwerkzaamheden van de openbare beplantin gen in de zwaar gehavende Nederlandse steden. Op 1 Juli 1947 werd het 40-jarig jubileum van de Dienst op eenvoudige wijze met een feest avond voor het personeel herdacht. Tijdens deze feestavond aanvaardde de heer Ir. L. J. M. Feber, Wethouder van Openbare Werken en Volkshuisvesting, namens het Gemeentebestuur een door het personeel aangeboden schilderij, dat inmiddels een plaats heeft gekregen in het kantoorgebouw aan de Gaslaan 161. Bij het afscheid van Burgemeester Mr. S. J. R. de Monchy en de Gemeentesecretaris, de heer Mr. Dr. J. J. Boasson, onderscheidenlijk op 30 December 1946 en 18 Augustus 1947, verleende de Dienst medewerking door het aanbrengen van een passende versiering met bloemen en planten; dit gebeurde eveneens bij de ambts aanvaarding van de nieuwe Burgemeester, Mr. W. A. J. Visser. In het najaar van 1947 werd een begin ge maakt met de beplanting van de bloementen toonstelling op de Koeweide in het Westbroek- park. Op 12 November had in het Zuiderpark de plechtige overdracht plaats van twee door Zijne Majesteit de Koning van Engeland ten ge schenke aangeboden witte zwanen en twee Maegelhaense ganzen. Wethouder Feber aan vaardde het geschenk namens het Gemeente bestuur uit handen van de toenmalige Britse Ambassadeur, Sir Neville Bland. De directeur der Gemeenteplantsoenen, S. G. A. DOORENBOS. de kosten voor het gebruik van leidingwater, anderzijds wegens het ontbreken van leiding water op sommige plaatsen. Het zoutgehalte van het gebruikte sproeiwater bleek evenwel zoals ook met het water van sloten en vaarten in het Westland het geval was door de hoge zoutconcentratie schadelijk voor de planten te zijn. Plantengroei. De strenge en langdurige winter werd gevolgd door een abnormaal droge en warme zomer. Hierdoor werd vrij veel schade aangericht. In sommige gevallen werden planten beschadigd door het te hoge zoutgehalte van het water, waarmede gesproeid werd. Dit water werd aan sloten onttrokken, enerzijds ter beperking van VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 159