16
I C-
A.
B.
In aansluiting aan het vermelde in het jaar
verslag over 1946 betreffende het ingediende,
door architect Dudok ontworpen herzienings-
plan (basisplan) voor het plan van uitbreiding
„Waldeck”, kan thans het volgende worden
vermeld.
In de Raadsvergaderingen van 24 Februari
1947 (Bijlage no. 54), 14 Juli 1947 (Bijlage no.
105) en 3 November 1947 (Bijlage no. 493) maakte
dit plan een onderwerp van discussie uit. Het
onderhavige basisplan werd in laatstgenoemde
vergadering door de Raad aanvaard, onder toe
zegging van Burgemeester en Wethouders, dat
zij zich onverwijld in verbinding zouden stellen
met de betrokken Rijksautoriteiten met het ver
zoek een deskundige ter beschikking te stellen,
ten einde, in overleg met de stedebouwkundigen
de moeilijkheden concentreren zich in deel C,
waar de grote vraagstukken: regeringscentrum,
centraal station en interlocale ontsluitingswe-
gen, nog moeten worden opgelost.
Door deze splitsing wordt voorkomen, dat de
uitvoering van de delen A en B nodeloos wordt
vertraagd.
Bij schrijven van 18 November 1947 berichtte
eerdergenoemde Commissie aan het College van
Burgemeester en Wethouders geen bezwaar te
hebben tegen de vaststelling van deel A en
drong zij ten aanzien van deel B aan op over
legging van het structuurplan voor de Ge
meente, ten einde zich een oordeel te kunnen
vormen over de wijze waarop de vraagstukken
ten aanzien van het wonen, het werken, het ver
keer en de recreatie van ’s-Gravenhage, in groot
verband bezien, tot een oplossing zullen worden
gebracht. Op 4 December 1947 dienden Burge
meester en Wethouders een voorlopige schets
van het gevraagde plan bij genoemde Commissie
in. Naar aanleiding van de splitsing van het
wederopbouwplan in bovengenoemde drie delen
werden de opnieuw gereed gemaakte gedeelten
A en B op 2 December 1947 aan Burgemeester
en Wethouders ingezonden.
Aangezien omwerking van het plan toch nodig
was, werd van de gelegenheid gebruik gemaakt
om tevens een aantal wijzigingen van onderge
schikte aard aan te brengen; deze w’ijzigingen
kwamen voornamelijk voort uit inmiddels ge
bleken wensen van overheidsinstanties en par
ticulieren.
Op 4 December d.a.v. werden globale kosten-
begrotingen, o.a. voor deze gedeelten, ingediend.
Bij schrijven d.d. 11 December 1947 verleenden
Burgemeester en Wethouders alsnog hun goed
keuring aan de aangebrachte wijzigingen, voor
zover dit nodig was. Tot indiening bij de Raad
kwam het in het verslagjaar niet.
gemeester en Wethouders van 30 December 1947
werd vastgesteld, dat beide delen van 2 tot en
met 15 Januari 1948 op de Gemeentesecretarie
ter inzage zouden worden gelegd en dat de zit
ting van de Commissie inzake het aanhoren van
eventuele bezwaren tegen deze onteigeningen zou
worden gehouden op 16 Januari 1948.
De onteigeningsbescheiden voor de delen Be-
zuidenhout IVa, Illd, IVb en IVc werden on
derscheidenlijk op 13 en 21 November 1947 en op
16 en 30 December 1947 door Burgemeester en
Wethouders bij het College van Algemene Com
missarissen voor de Wederopbouw ter goedkeu
ring ingezonden. In het verslagjaar had verdere
behandeling van deze onteigeningen niet plaats.
In afwachting van het op 6 December 1946
gevraagde advies van de Commissie van Advies
voor de Uitbreidingsplannen in Zuid-Holland
I werd op verzoek van Burgemeester en Wethou
ders het wederopbouwplan „Bezuidenhout-Spui”
op 14 Mei 1947 aan het College ingezonden, ter
voorbereiding van de behandeling in de Raad.
Nadat herhaaldelijk op een spoedige beslis-
I sing was aangedrongen en architect Dudok op
I 13 Juni 1947 in een vergadering van genoemde
Commissie, waartoe ook vertegenwoordigers van
het College van Algemene Commissarissen voor
de Wederopbouw van de Rijksdienst voor het
Nationale Plan, van de Rijkswaterstaat, alsmede
de Rijksbouwmeester waren uitgenodigd, een
uitvoerige inleiding betreffende het structuur
plan voor deze Gemeente had gehouden, werd bij
schrijven van 31 Juli 1947 door voornoemde Com
missie om nadere toelichting gevraagd, zulks in
verband met de opmerkingen van de Rijksbouw
meester ten aanzien van de ligging van het
regeringscentrum en van de Rijkswaterstaat
met betrekking tot de interlocale ontsluitings-
wegen.
Hierna werd door Burgemeester en Wethou
ders bij schrijven van 27 September d.a.v. aan
deze Commissie voorgesteld om het onderhavige
plan in verband met de gerezen vragen en het
spoorwegvraagstuk in drie gedeelten vast te
I stellen, nl. achtereenvolgens:
het gedeelte bij de Spaarwaterlaan, ten N.O.
van de Laan-van-Nieuw-Oost-Indië;
het gedeelte tussen deze Laan en de le-Van-
den-Boschstraat;
het gedeelte ten Z.W. van de le-Van-den-
Boschstraat met inbegrip van het Spui-
kwartier.
Pen aanzien van deel A zijn geen bedenkin-
Fgen geuit; deel B omvat het grootste gedeelte
an het eigenlijke Bezuidenhoutkwrartier, waar-
'j zich geen bijzondere moeilijkheden voordoen;
VBBSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
5
Uitbreidingsplan „Geest van Waldeck”.
Wederopbouwplan ,,Bezuidenhout-Spui”(basisplan).