16
In verband met het voornemen van architect
Dudok tot wijziging van bovengenoemd uit
breidingsplan voor wat betreft het tweede ge
deelte van „Moerweg III”, werd op 1 Juli 1947
uitvoerig aan Burgemeester en Wethouders ge
rapporteerd in zake de dringende behoefte aan
bouwgrond te dezer stede. In verband hiermede
werd geadviseerd het onderhavige gedeelte niet
te wijzigen en werd voorgesteld de maattekenin-
gen te baseren op het thans geldende plan.
In deze zin werd door Burgemeester en Wet
houders besloten. Op 19 Juli 1947 werd aan
Burgemeester en Wethouders medegedeeld, dat
in het eerste gedeelte van „Moerweg III” enige
wijzigingen in de bestemmingen zouden moeten
worden aangebracht. Naar aanleiding hiervan
verzocht dit College bij schrijven van Augus
tus d.a.v. de voor de ter-inzage-legging van het
betreffende herzieningsplan vereiste bescheiden
in te zenden. Hiertoe kwam het in het verslag
jaar niet.
Krachtens Raadsbesluit van 17 Maart 1947
(Bijlage no. 97) besloot de Raad tot voltooiing
van de aanleg van het eerste gedeelte van de
Moerweg en van het stratenplan „Moerweg III”,
eerste gedeelte, en stelde de daarvoor nodige
gelden beschikbaar. Bij schrijven van 15/23
April 1947, G.S. no. 302 hebben Gedeputeerde
Staten van Zuidholland dit besluit goedgekeurd.
3. On teigening en aankoop ten behoeve van de
stadsuitbreiding.
In de loop van het verslagjaar werden geen
terreinen ten behoeve van de stadsuitbreiding
onteigend of aangekocht.
Tegen het op 12/16 Augustus 1947 door de Com
missaris der Koningin in de Provincie Zuid
holland genomen besluit tot voorbereiding van
een streekplan voor het gebied der gemeente
Wassenaar ten Zuiden en ten Westen van de
spoorlijn SeheveningenRotterdam, benevens
voor enige daarbij aansluitende terreinen bin
nen het territoir der gemeente ’s-Gravenhage,
hebben Burgemeester en Wethouders bij schrij
ven van 3 September 1947 bezwaren gemaakt.
Bovenbedoeld besluit toch werd genomen zon
der dat overleg heeft plaats gehad met de betref
fende organen van de gemeente ’s-Gravenhage;
te eerder bestond er daarom aanleiding voor
Burgemeester en Wethouders hiertegen bezwaar
te maken, omdat een plan, o.a. tot wijziging van
de grens tussen de beide hierbij betrokken ge
meenten, bij Gedeputeerde Staten aanhangig
is, volgens hetwelk het onderhavige gebied bij
de gemeente ’s-Gravenhage zou worden gevoegd.
Bovendien valt dit gebied in het structuurplan
voor ’s-Gravenhage, dat door architect Dudok
wordt voorbereid.
der Gemeente en vertegenwoordigers van het
Loosduinse tuinbouwbedrijf, een zg. tuinbouw
plan op te maken ten behoeve van de tuinders,
die als gevolg van de uitvoering van het plan
„Waldeck” hun bedrijf zullen moeten verplaat
sen.
Bij schrijven van 13 November 1947 verzochten
Burgemeester en Wethouders om, in overleg
met het hoofd van de Afdeling Wederopbouw en
Openbare Werken der Gemeentesecretarie, de
vereiste bescheiden voor de beoogde herziening
overeenkomstig de Woningwet en het Woning-
besluit gereed te maken. De toezending ge
schiedde in het verslagjaar niet meer.
Bij schrijven van dezelfde datum zonden Bur
gemeester en Wethouders het basisplan bij het
College van Algemene Commissarissen voor de
Wederopbouw ter goedkeuring in. Deze goed
keuring kwam dit jaar niet af.
b. Op terreinen, niet behorende aan
de Gemeente.
In verband met het vermelde op blz. 5
over het desbetreffende uitbreidingsplan en
met verwijzing naar het vermelde over boven
genoemd stratenplan in het jaarverslag over
1944 kan thans worden medegedeeld, dat bij
schrijven van 13 November 1947 machtiging van
Burgemeester en Wethouders werd ontvangen
met de N.V. „Aristodemus” en Jhr. E. J. van
Holthe overleg te plegen over een nieuwe over
eenkomst van straataanleg enz. gebaseerd op
het door de Raad aanvaarde basisplan „Geest
van Waldeck”, ter vervanging van de overeen
komst, waarop betrekking heeft het besluit van
de Burgemeester van 19 December 1941 (B.V.
no. 127). Tot inzending van zodanige overeen
komst kwam het dit jaar niet.
2. Stratenplannen.
a. Op terreinen behorende aan de
Gemeente.
In zijn vergadering van 2 September 1947
(Bijlage no. 369) besloot de Raad tot aanleg van
straten en van een sport- en speelterrein bij de
Ketelstraat, voortvloeiende uit de herziening
van het plan „Broekslootkade” (Bijlage no.
523, 1939).
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
6
Uitbreidingsplan „Moerweg".
Stratenplan „Moerweg III” eerste gedeelte.
Streekplannen.
Stratenplan „Geest van Waldeck”.
Straataanleg plan „Broekslootkade”.