1 GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW. VERSLAG OVER HET JAAR 1947. zaamheden, ten kantore van de Dienst met de directeuren van de betrokken technische dien sten gehouden. De reeds in het verslag over 1946 geschetste onzekerheid betreffende de financiële afwikke ling met het Rijk der door de Gemeente gemaak te kosten tot herstel van oorlogsschade aan Ge- meente-eigendommen en bijzondere scholen duurde ook in het afgelopen jaar onverminderd voort. De oorzaak van deze ongewenste toestand ligt nog altijd in de omstandigheid, dat voor het door de Minister teruggenomen ontwerp van wet ..Bijdragen Wederopbouw Publiekrechtelijke Li chamen 1946” geen nieuw ontwerp bij de Staten- Generaal is ingediend. Wel zijn bij de circulaires van de Minister van Financiën d.d. 17 en 24 Juni 1947, Bureau Financiering Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen, no. 150 en no. 152, voorschriften gegeven met betrekking tot de aangifte van de door deze lichamen geleden oor logsschade, voor zover daarvan nog bij geen officiële instantie een schade-aangifte was inge diend, doch het is zonder meer duidelijk, dat een zodanige schade-aangifte geen wettelijke rege ling van de oorlogsschade betekent. Uit de be treffende bekendmakingen en het terzake ge voerde overleg is niet anders te concluderen, dan dat het Rijk zich door een nieuwe aan vaste regels en formulieren gebonden aanmelding een tot dusver ontbrekend volledig overzicht wil verschaffen van de door publiekrechtelijke en daarmee gelijk te stellen lichamen geleden mate riële oorlogsschade aan roerende en onroerende goederen, alsmede van de zg. immateriële schade als gevolg van vordering-in-gebruik of vernieti ging van onroerend goed. De verdere inzending van schade-aangiften, op grond van het inmiddels geschorste Besluit „Bijdragen Wederopbouw Publiekrechtelijke Li chamen” (No. 18 van 1941), behoeft voorlopig niet meer te geschieden, terwijl ook de aangifte bij het Centraal Bureau Vergoeding Militaire Vorderingen van schade, veroorzaakt ten gevol ge van vordering-in-gebruik van onroerende goederen en de daarbij behorende inventaris door geallieerde en Nederlandse legeronder delen, achterwege kan blijven. De hierboven vermelde conclusie, dat het Rijk al wordt dit niet uitdrukkelijk vermeld een nieuw volledig overzicht verlangt van de door publiekrechtelijke lichamen geleden oorlogs- Reeds in het jaarverslag over 1946 werd uit eengezet, dat de taak van de Gemeentelijke Dienst voor de Wederopbouw met uitzonde ring van de uitvoering van de te verwachten Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechte lijke Lichamen een in hoofdzaak coördinerend karakter draagt. Deze coördinerende taak had betrekking op de werkzaamheid van andere Gemeentelijke technische diensten voorzover deze bij de weder opbouw betrokken zijn. Aangezien die werkzaamheid grotendeels tot uitdrukking komt in de jaarverslagen van de betreffende Gemeentelijke diensten blijft dit ver slag in hoofdzaak beperkt tot een uiteenzetting van de financiële taak van de Dienst, Enkele punten van algemene aard worden bier aangeduid. Gedurende het gehele jaar 1947 was de Dienst gevestigd in het perceel Lange Voorhout 50. In de organisatie van de Dienst, welke aan het einde van het verslagjaar 16 personeelsleden telde (twee meer dan aan het begin van het jaar) kwam geen wijziging. Tegen het einde van het jaar werden, in het kader van het streven naar decentralisatie van de wederopbouwwerkzaamheden (en vooruit lopende op een vervanging van het Koninklijk Besluit d.d. 7 Mei 1945 Stbl. F 67 door de Weder- opbouwwet) onderhandelingen geopend met het Ministerie van Openbare Werken en Wederop bouw omtrent de overneming door Gemeentelijke organen van de goedkeuringsbevoegdheid voor werken op het gebied van wederopbouw en bouwnijverheid. I ijdens deze besprekingen werd tevens aan dacht besteed aan de mogelijkheid om ook de behandeling van de herbouwfinanciering van het Rijk naar de Gemeente over te hevelen. O]) •11 December 1947 was een definitieve regeling ni|g in overweging. Gedurende het verslagjaar werden evenals in 1:,46 maandelijks, na verzameling van de daartoe nodige gegevens van de verschillende Gemeente lijke diensten, rapporten opgemaakt ten behoeve ran het Ministerie van Openbare Werken en M ederopbouw betreffende de stand van zaken met betrekking tot de wederopbouw van ’s-Gra- 'euhage. oorts werden op de sedert October 1945 gebruikelijke wijze de maandelijkse bespre kingen inzake de voortgang en organisatie van de opruiinings-, herstel- en wederopbouw werk- BIJLAGE 20 Financiële taak.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 246