20
de bevrij-
3
van bossen, parken en plantsoenen, ten einde op
deze wijze het wederom optreden of voortduren
van werkloosheid op de meest krachtdadige
wijze tegen te gaan.
Weliswaar is terzake vooraf mondeling over
leg gepleegd met en eveneens mondelinge goed
keuring verkregen van de plaatsvervangend Al
gemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw,
Dr. Ir. Z. IJ. van der Meer, maar evenals bij het
herstel van oorlogsschade aan andere Gemeente-
eigendommen ontbrak ook ten aanzien van het
herstel van bossen, parken en plantsoenen een
behoorlijke wettelijke regeling.
De eerste zij het ook onvolmaakte richt
lijnen zijn verstrekt door het Provinciaal Bestuur
van Zuid-Holland d.d. 24 Juni 1946, G.S. no. 196-1,
waarin mededeling werd gedaan, dat een Com
missie Overleg Landschapsherstel was ingesteld,
aan welke Commissie de plannen tot herstel van
de oorlogsschade -in verband met het vaststel
len van de financiële bijdragen moesten wor
den toegezonden.
Daar de onderhavige circulaire echter veel
later is ontvangen, waren in het laatst van 1946
op verzoek van het College van Algemene Com
missarissen voor de Wederopbouw reeds ver
schillende kostenbegrotingen aan dit College
toegezonden inzake reeds in uitvoering zijnde of
nog in uitvoering komende herstelwerken.
Bij schrijven van 1 Februari 1947 deelde ge
noemd College echter mede, dat in afwachting
van een definitieve regeling voortaan slechts
goedkeuring zou worden verleend voor alle ter
beoordeling in te zenden civiele en bouwkundige
werken, terwijl de aanvragen om voorschotten
voor herstel van oorlogsschade aan beplantingen
rechtstreeks aan het Bureau Financiering We
deropbouw Publiekrechtelijke Lichamen gezon
den moesten worden. Daarna is contact gezocht
met de Rijksdienst voor Landbouwherstel, waar
mede werd overeengekomen, dat de kostenbegro
tingen inzake herstel van de beplantingen naar
laatstgenoemde Dienst gezonden zouden worden
en na goedkeuring door de Commissie Overleg
Landschapsherstel konden worden uitgevoerd.
Toen echter in het najaar 1947 op de reeds inge
zonden kostenbegrotingen niettegenstaande
herhaalde verzoeken geen beslissing was ont
vangen, is ten slotte in November 1947 met ge
noemde Commissie een bespreking gehouden
ten einde:
a. een regeling te treffen voor de in 1945 en 194'6
zonder voorafgaande goedkeuring uit
gevoerde herstelwerken en de daarvoor ge
maakte kosten;
b. goedkeuring te verkrijgen op de reeds inge
zonden kostenbegrotingen, opdat in de toe
komst geen herstelwerken tot uitvoering zou
den komen, dan na van Rijkswege verstrekte
goedkeuringen.
Zoals bekend, zijn onmiddellijk na de bevrij-
ding mede op grond van de circulaire van de
"’machtigde van het Ministerie van Binnen
landse Zaken van 8 Mei 1945, afdeling BB, letter
no. 1 ingevolge de wens van de Centrale
(•verheid, door de Dienst der Gemeenteplantsoe-
m n een zo groot mogelijk aantal arbeidskrachten
ti' werk gesteld bij de opruiming en het herstel
de uitslag van de terzake gehouden aanbeste
ding aanvragen van de vereiste goedkeuring,
zijn in 1947 regelmatig in acht genomen, zodat in
dat jaar practisch geen opruimings- en herstel
werken in uitvoering zijn genomen, dan nadat
daarvoor door voornoemd Ministerie machtiging
was verleend.
Op basis van de voor deze werken verstrekte
goedkeuringsbons kan de Gemeente voor de door
haar gemaakte directe kosten in het algemeen
eerst na afloop van de herstelwerken voor-
schotaanvragen inzenden bij het Ministerie van
Financiën.
Ook voor de opruimingswerken geldt een on
geveer gelijksoortige regeling, zij het dan dat de
voor deze werken gemaakte kosten gedeclareerd
moeten worden aan het Ministerie van Openbare
Werken en Wederopbouw.
Indien t.z.t. ook voor de verrekening van de
indirecte kosten een bevredigende regeling
wordt verkregen mag verwacht worden, dat de
financiële afwikkeling van de aldus door het
Rijk goedgekeurde werken geen al te grote be
zwaren zal opleveren.
De door de bedrijven en diensten voor de uit
voering van deze werken gemaakte kosten wor
den, na controle der aan de Gemeente te zenden
rekeningen en na verantwoording in een door de
Dienst voor de Wederopbouw extra comp
tabel bij te houden werkenadministratie, door
de Gemeente betaald ten laste van de onder de
Kapi taaldienst ressorterende „Wederopbouw-
rekening”.
Later van het Rijk ontvangen voorschotten
worden, na een ongeveer gelijke behandeling,
uiteraard als baten op de „Wederopbouwreke-
ning” verantw’oord.
Volledigheidshalve dient nog te worden ver
meld, dat voor de opruimings- en herstelwerken,
waarmede in 1945 en het begin van 1946 een aan
vang is gemaakt door het destijds ontbreken
van terzake geldende voorschriften niet voor
af goedkeuring aan het Rijk is gevraagd, zodat
na de totstandkoming van de onderhavige Wet
en de daarna volgende financiële afwikkeling
mogelijk nog bezwaren met betrekking tot de
gemaakte kosten zijn te verwachten. (Zie Bij
lage I.)
VERSLAG GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW.
bossen, parken en
Herstel oorlogsschade aan
plantsoenen.