le. 2e. 3e. 1 GEMEENTELIJK BUREAU VOOR DE HUISVESTING. VERSLAG OVER HET TIJDVAK VAN 15 OCTOBER 1946 TOT EN MET 31 DECEMBER 1947. d.d. 2-11-1946, corr. no. 173860, afd. B.V.B. is het volgende bepaald: het instellen van een Commissie van toezicht en advies op het Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting; in deze Commissie te benoemen: a. tot lid en voorzitter, de heer Ir P. Bakker Schut, directeur van de Gemeentelijke Dienst voor de Wederopbouw; b. tot lid en secretaris, de heer P. C. Wes seling, referendaris, hoofd van de afde ling „Bevolking, Verkiezingen en Bur gerlijke Stand” der Gemeentesecretarie; c. tot lid, de heer W. R. C. C. van Solinge, advocaat en procureur, te ’s-Gravenhage. aan deze Commissie toe te voegenals ad- junct-secretaris, de heer J. L. Ancion, com mies ter Gemeentesecretarie. Gelijktijdig is bepaald, dat het Bureau zal ressorteren onder de afdeling „Bevolking, Ver kiezingen en Burgerlijke Stand” der Gemeente secretarie. Met ingang van 15 October 1946 is de heer C. A. Taselaar als waarnemend directeur van het Bureau aangewezen. Het aantal leden van de Commissie van toe zicht en advies is uitgebreid bij besluit van Bur gemeester en Wethouders d.d. 4-12-1946, corr. no. 175767, afd. B.V.B., waarin als lid van deze Com missie is benoemd de heer W. F. van Niekerk. Ten einde een doelmatige verdeling van de woonruimte te ’s-Gravenhage mogelijk te maken is door de Gemeenteraad op 14 April 1947 de Verordening Woongelegenheid vastgesteld. Bij besluit van de Gemeenteraad d.d. 6 Mei 1947 is vastgesteld de Verordening regelende de instelling en de werkwijze der Commissie van toezicht en advies op het Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting. Hierbij is onder meer be paald, dat de Commissie zal bestaan uit ten minste vijf en ten hoogste acht leden, van wie de voorzitter en secretaris door Burgemeester en Wethouders worden aangewezen. In de ver gadering van de Gemeenteraad d.d. 9 Juni 1947 zijn benoemd tot lid van deze Commissie: mevrouw A. E. J. de Vries-Bruins, en de heren J. W. v. d. Akker, G. J. Th. Bakker, Ir P. Bakker Schut, A. J. van Hagen, W. F. van Niekerk, Mr W. R. C. C. van Solinge en P. C. Wesseling. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 10-6-47, corr. no. 184894, afd. B.V.B. zijn de heren Ir P. Bakker Schut en P. C. Wesseling onderscheidenlijk aangewezen tot voorzitter en secretaris. Bij de beschikking van de Minister van Bin nenlandse Zaken d.d. 2 October 1946, No. U 29117, afdeling Wetgeving, is met ingang van 15 Oc tober 1946 het Centraal Bureau voor de Huis vesting te ’s-Gravenhage en Omgeving opge heven. De werkzaamheden werden overgenomen en voortgezet door de gemeentebesturen van de gemeenten, welke onder dit Bureau ressorteer den. Voor de gemeente ’s-Gravenhage zijn deze overgenomen en voortgezet door het per die datum ingestelde Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting. Daar met de genoemde beschikking het Be sluit van 13 October 1945, houdende vaststelling van het Vorderingsbesluit dienst- en woon ruimte ’s-Gravenhage en Omgeving (Staatsblad No. F 229) nog niet was ingetrokken, bleef de directie van het Centraal Bureau voor de Huis vesting te ’s-Gravenhage en Omgeving nog be last met het uitoefenen van die bevoegdheden, welke dienden ter uitvoering van de aanwijzin gen van de tot vordering bevoegde autoriteiten, welke aanwijzingen voortvloeiden uit het Alge meen Vorderingsbesluit 1940 en het Vorderings besluit Woonruimte. Het Besluit van 13 October 1945 is vervallen verklaard met de Wet van 27 December 1946, tot intrekking van het Vorderingsbesluit dienst en woonruimte ’s-Gravenhage en Omgeving (Staatsblad No. G 399). Bij de opheffing van het Centraal Bureau voor de Huisvesting te ’s-Gravenhage en Omgeving was bepaald, dat de kosten vopr dit Bureau tot en met 30 November 1946 door het Rijk zouden worden gedragen en na die datum voor reke ning van de Gemeente zouden komen. In verband met de uit het voorgaande voort vloeiende beëindiging van de 'werkzaamheden van de Commissie van Beheer van het Centraal Bureau voor de Huisvesting werd het wenselijk geacht van Gemeentewege een Commissie in te stellen, ten einde Burgemeester en Wethouders van advies te dienen, ten aanzien van de taak omschreven in het Algemeen Vorderingsbesluit 1940, nader gewijzigd bij Koninklijk Besluit van •11 -ctober 1944, Stbl. No. E 140 en het Vorderings besluit Woonruimte, als ook van alle andere zaken, welke betrekking hebben op het Gemeen telijk Bureau voor de Huisvesting. Deze Com missie ware tevens te belasten met het toezicht °F' het Bureau. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders BIJLAGE Organisatie en beheer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 271