22 het Gemeentelijk Vesti- 3 Uitvoering van de aan het Bureau opgedragen taak. In de allereerste plaats is het Bureau belast met het toewijzen van de beschikbare woon ruimte aan de gezinnen, die daarvoor in aan merking komen, ingevolge de gestelde richt lijnen. De werkwijze, welke werd gevolgd door het Centraal Bureau voor de Huisvesting te ’s-Gra- venhage en Omgeving, leidde bij een voortzet ting zo niet tot onbillijkheden dan toch zeker tot ongewenste resultaten. Het was namelijk zo, dat voor een zelfstandige woning een gezin in aan merking kon komen, dat aan de richtlijnen vol-, deed en het eerst de aanvraag indiende met een bereidverklaring van de eigenaar. Hierdoor werd niet steeds de woning toegewezen aan het gezin, dat het meest dringend een woning be hoefde. Deze gedragslijn gaf vaak aanleiding tot in gewikkelde problemen, daar op een dag voor dezelfde woning meer dan één aanvraag werd ingediend. Daarbij kwamen nog de mededelin gen van de belanghebbenden, welke inhielden, dat ieder voor zich de eerste en enige was, die een bereidverklaring van de eigenaar c.q. ver huurder had verkregen, hoewel bij controle bleek, dat reeds meer aanvragen met een bereid verklaring waren in behandeling genomen. Het is zelfs voorgekomen, dat de 20ste aanvrager deze mededeling deed, hoewel de andere 19 door dezelfde persoon van de verklaring waren voor zien en door deze vroeger waren gedateerd. Het voorgaande ter illustratie van een der vele moeilijkheden. Dat de klachten in de eerste tijd na de bevrij- ding niet groter in aantal zijn geweest, komt vooral doordat er toen nog mogelijkheden wa ren. Het aantal woningen, beschadigd of om andere reden leegstaand, was nog niet uitgeput, dus kon een of andere kans worden aangegre pen. Hoe meer echter het aantal beschikbare woningen verminderde, des te groter werden de moeilijkheden voor het publiek. Ten tijde van het Centraal Bureau voor de Huisvesting te ’s-Gravenhage en Omgeving is reeds overwogen om tot een meer bevredigende werkwijze te geraken, maar het was toen niet mogelijk voor alle daarbij betrokken gemeenten een gelijkluidende verordening te verkrijgen. Als gevolg hiervan kon alleen worden bereikt, de afwerking der aanvragen te reorganiseren en daarbij aan te sturen op meer efficiency. De geprojecteerde reorganisatie kon eerst worden doorgevoerd op het tijdsitp, dat het Rijksbureau ophield te bestaan, derhalve gelijk bij de aan vang van de werkzaamheden van het Gemeen telijk Bureau voor de Huisvesting. Enkele aan geworven krachten w’aren inmiddels ingewerkt om de leiding van de nieuw ingestelde afde- waren: de lokalen op de begane grond, het gym nastieklokaal, 6 lokalen op de eerste verdieping, de rijwielloods en een deel van het souterrain. Het Bureau was als vergoeding voor het ge bruik dezer lokaliteiten aan de afdeling Onder wijs der Gemeentesecretarie jaarlijks verschul digd een bedrag van f 8.240, Het onderhoud van het gedeelte van het ge bouw dat in gebruik wras, kwam ten laste van het Bureau, met uitzondering van de kosten van buitenverfwerk, het onderhouden van de daken, de goten en de daarmee verbandhoudende riole ring. De kosten van onderhoud hebben zich uit sluitend bepaald tot kleine herstellingen aan deuren en ramen, het ontstoppen van riolering en afvoer toiletbakken en privaatinrichtingen. De onvoldoende capaciteit van de centrale verwarmingsinstallatie maakte het des winters noodzakelijk bijzondere voorzieningen te treffen, ten einde een enigszins dragelijke kamertempe ratuur te verkrijgen. Door het plaatsen van kachels in onderscheidene lokalen is hieraan tegemoet gekomen. Bij de opheffing van gingsbureau op 1 November 1945 werd het meu bilair van dit bureau in bruikleen afgestaan aan het Centraal Bureau voor de Huisvesting te ’s-Gravenhage en Omgeving. Bij de overgang op 1 December 1946 kwam dit meubilair weder aan het nieuwe Gemeentelijke Bureau. Aanschaf fing van nieuw meubilair is derhalve niet nodig geweest. De herstellingen aan het meubilair be paalden zich uitsluitend tot reparaties van ge ringe omvang. Het schoonhouden van het gebouw werd opge dragen aan een schoonmaakbedrijf hier ter stede. De verantwoording van de uitgaven en ont vangsten met betrekking tot het Bureau werd opgedragen aan de chef van de afdeling Alge mene Zaken. Met de dagelijkse betalingen werd belast een kassier, terwijl de legesheffing op woningver- gunningen en vergunning tot inwoning het noodzakelijk maakte een sub-kassier aan te stel len, die uitsluitend belast werd met inning en verantwoording der legesgelden. De geldelijke lasten, welke verbonden waren aan de verstrekking van tramcoupons ten be hoeve van de ambtenaren van de buitendienst, gaven aanleiding uit te zien naar middelen, v elke minder kosten voor de Gemeente met zich zouden brengen. Een vermindering van die kos- n werd gevonden door de aanschaffing van ‘nst rij wielen. Met machtiging van Burge- 1 ‘ester en Wethouders werd in December 1947 b de aankoop van 30 dienstrijwielen overge gaan. oor wat betreft de uitgaven en ontvangsten V’ordt verwezen naar de bijlage. VERSLAG VAN HET GEMEENTELIJK BUREAU VOOR DE HUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 273