I M 26 3 De hijskraan werd gedurende het verslagjaar 358 maal gebruikt (in 1946 623 maal). De dienst der seininrichting werd onafgebro ken dag en nacht waargenomen. Als grondslag voor het getijsein werd steeds aangenomen een ondiepe plaats buiten de as van de haven. Het aantal vaartuigen op de helling bedroeg 186, dat is 20 minder dan in het voorgaande jaar. Reiniging. De Gemeentelijke Reinigingsdienst heeft het haventerrein geregeld bezemschoon gehouden de vuilnisbakken geledigd. Voorts gaf ge- Gedurende het verslagjaar hebben vaartuigen 14 maal schade toegebracht aan de Ge meentelijke havenwerken, waarvan driemaal in de eerste binnenhaven en eenmaal in de binnen voorhaven, vijfmaal in de tweede binnenhaven, tweemaal in de doorvaart van de binnenvoor haven naar de eerste binnenhaven, driemaal in de doorvaart van de eerste binnenhaven naar de tweede binnenhaven. Van de veroorzaakte schade werd proces-ver- baal opgemaakt. De rapporten werden doorge zonden naar de Dienst der Gemeentewerken, die voor de verdere afwikkeling zorg droeg. Voor tijdelijke opslag aan goederen, voorna melijk haring, werd in totaal 137 723 600 m2 kaderuimte in gebruik gegeven. Een aanrijding door een vrachtwagen bescha digde het hek bij een trap aan de Dr.-Lelykade. Ook hiervan werd een proces-verbaal aan bovengenoemde Dienst ter kennis gebracht. Aan de 832 aanvragen voor de uitgifte van duinwater aan de eerste binnenhaven werd tot een totaal van 2 378 200 liter voldaan. Aan de tweede binnenhaven werd aan 3 390 aanvragers 3 780 900 liter verstrekt. In totaal werd dus aan vaartuigen 6 159 100 liter duinwater uitgegeven. De baggermolen „Maas” haalde uit de eerste en tweede binnenhaven en de binnenvoorhaven 607 bakken bagger. De zandzuiger „Blanka” bracht uit de buitenhaven 122 vrachten zand. De inhoud werd in zee uitgestort. Gedurende de strenge winter ontstond er een vrij dikke ijslaag in de haven. De schepen onder vonden wel hinder hiervan, maar nooit in die mate, dat zij niet naar hun ligplaats konden komen. Alleen het sleephellingbedrijf heeft ten ge volge van de ijsgang geruime tijd de hellingen niet kunnen gebruiken. De Commissie gaf te kennen, dat de sterke deining kan worden beperkt door doelmatige wijzigingen van vorm en afmeting der verbin ding tussen de buiten- en de binnenhaven. Tevens heeft de Commissie gewag gemaakt van het feit, dat een afdoende verbetering vermoe delijk slechts zou kunnen worden verkregen door verandering van vorm en afmetingen der buitenhaven. Laatstbedoelde wijziging zou tevens de verzanding kunnen matigen. Voor een juist inzicht werd het nodig geoor deeld een model-onderzoek te doen verrichten in het Waterloopkundig-Laboratorium der Tech nische Hogeschool te Delft. In zijn vergadering van 2 September 1947 ver enigde de Gemeenteraad zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, voor dit onderzoek een bedrag van f 25.000,beschik baar te stellen. 1. de herhaaldelijk optredende verzanding van de buitenhaven en 2. de hinderlijke deining in de eerste binnen haven. noemde Dienst aan de rederijen een- of twee maal per week gelegenheid tot het storten van visvuil in daarvoor in de tweede binnenhaven gelegen vaartuigen. De Commissie van advies voor de Scheve ningse haven c.a. in het vorige jaarverslag reeds vermeld zette haar werkzaamheden voort. In studie werd genomen de verbetering van de vissershaven te Scheveningen ten opzichte van VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN. Vorstperiode. Andere schade. Duinwater. Kaderuimte. Hijskraan. Seininrichting. Sleephellingen. Schadevaring. Baggerwerk. Commissie van advies voor de Scheveningse haven c.a.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 296