I
I
I
26
a
f 254.511,35;
51.023,24;
c.
211.250,—.
f 516.784,59.
Totaal
de volgende
c.
van
d.
3,06
3,09
b.
III. BINNENHAVENS EN VAARTEN.
lo.
4o.
2o.
3o.
van de verse vis bij
aanvoer uit zee
van de verse vis bij
zg. secundaire afslag
2,06
1,03
0,2575
volgende
c.
d.
De opbrengsten van deze heffingen waren vooi
1947 onderscheidenlijk f 115.305,42, f 41.490,32,
f 231.573,42, f 6.919,94 en f 726,75, welke bedragen
aan de rechthebbenden werden overgemaakt.
Ten slotte wordt nog op de daarvoor in aan
merking komende vaartuigen, wegens verleend
crediet, ten behoeve van de „Herstelbank” een
door deze instelling vastgesteld percentage van
de bruto besommingen ingehouden. Uit dezen
hoofde werd een bedrag van f 1.229,89 ontvan
gen en aan genoemde bank afgedragen.
Vanwege de visafslag worden
statistische gegevens verstrekt.
De dagelijkse aanvoer van vis aan het Be
drijfschap voor Visserijproducten;
een dagelijkse opgave van de aanvoer, gespe
cificeerd per schip en per soort vis aan het
Centraal Bureau voor de Statistiek;
een maandelijkse opgave van de aangevoerde
vissoorten en hoeveelheden, gerangschikt
naar de soort visserij, aan het Ministerie van
Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening;
een maandelijkse opgave van de aangevoerde
hoeveelheden vis, verdeeld over de verschil
lende soorten, aan het Bureau voor Statistiek
en Vóórlichting der Gemeente en
de totale besommingen per schip per maand
aan de vereniging „Zeerisico”.
Over de afslag werden verkocht 177 041‘/z
kantjes met een waarde van f 5.920.546,56.
De scheepvaart gedurende het verslagjaar
is ten opzichte van het jaar 1946 teruggelopen.
In het geheel kwamen langs het havenkantoor
Laakhaven binnen 9 074 schepen, waarvoor
havengeld per reis werd betaald, met een laad
vermogen van 952 389 m3 tegen 10 390 vaartui
gen met 978 018 m3 inhoud in 1946.
Langs het havenkantoor Loosduineü voeren
548 schepen in de richting ’s-Gravenhage, met
een laadvermogen van 5 863 m3 (624 met 6 411 m3
in 1946). De aanvoer bestond uit steenkolen,
beurtgoederen, zand, benzine, aardappelen,
De borgstellingen bedroegen ultimo December
van het verslagjaar:
in contanten gestort
aan gedeponeerde spaarbank
boekjes
aan bankgaranties en accredi-
tieven
Bij artt. 11 en 12 van de Wet van 6 Juni 1947
(Staatsblad no. 171) werd het Besluit op de Om
zetbelasting 1940 gewijzigd. Bij beschikking van
26 Juni 1947 afd. Accijnzen no. 183 heeft de
Minister van Financiën de Uitvoeringsresolutie
Omzetbelasting 1947 vastgesteld, die op 1 Juli
1947 in werking trad (Staatsblad no. 122).
Het directe gevolg voor de afslag was, dat het
algemeen percentage van heffing werd ver
hoogd van 2 op 3 en dat de heffing van 1 pCt.
van de bruto besomming op alle directe aan
voeren uit zee kwam te vervallen.
Het percentage der heffingen ten bate
de afslag was met inbegrip van de omzetbelas
ting:
a.
Aanvoer door Scheveningse schepen te Vlaar-
dingen en IJmuiden, gedurende de haringteelt
1947, onderscheidenlijk na 32 en 7 reizen.
2,04
van de verkochte haring 1,02
van de opgehouden haring 0,255
Naast deze heffing werden nog de
percentages van de bruto besommingen inge
houden
ten bate van het Bedrijfschap voor Visserij
producten 2 pCt., met ingang van 3 Febru
ari teruggebracht tot l*/z pCt. en met ingang
van 2 Juni tot 1 pCt.;
tct 1 Juli 1947 1 pCt. voor omzetbelasting;
voor verzekeringspremie van de bij „Zee
risico” aangesloten rederijen 2’/z pCt.;
ten behoeve van het „Sociaal Fonds” (onder
ling ongevallenfonds voor de Scheveningse
kustvissers) 2 pCt.;
zg. omroeploon, nl. f 1,voor een logger en
f 0,25 voor een kustvissersvaartuig.
K’
132 272 kg.
Statistiek.
o.
b.
vóór 1 Juli
ij.i 1 Juli
e.
5o.
6
n
n
Maatjes
Volle
IJle
Steurhariug
Totaal .12 428
143
24
6 254
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.
a.
b.
6 007 kantjes
n
n
n
Verkochte haring over de afslag.
Scheepvaart.
Borgstellingen.
Heffingen.
Aanvoer van haring door Scheveningse schepen
elders.
(1946)
2 746 J kantjes
2 1874
76
3 0574
18 067j
Verse haring Vlaardingen 283 250 kg.
IJmuiden 86125
369 375 kg.