1
In de leiding van de Distributiedienst is ge
durende het jaar 1947 geen wijziging gekomen.
Ook in het verslagjaar stonden de werkzaam
heden in het teken van de reorganisatie, zodat
I wederom enige gebouwen konden worden ont
ruimd, een meer efficiënte werkwijze werd ver
kregen en een belangrijke vermindering van het
I aantal ambtenaren, vooral ook ten aanzien van
I degenen, belast met de leiding van enig onder-
I deel, mogelijk werd.
De volgende artikelen werden met ingang van
I de achter het betreffende artikel vermelde
I datum weer vrij in de handel verkrijgbaar ge-
I steld: appelstroop (15 April 1947), Franse rij-
I wielen (13 Mei 1947), keukengerei (15 Mei 1947),
I sigaren (15 Juni 1947), petroleum (1 Aug. 1947).
GEMEENTELIJKE CRISIS- EN DISTRIBUTIEDIENST VAN 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1947.
mannelijke en 39 vrouwelijke tijdelijke ambte
naren, 13 tijdelijke werklieden en 4 ambtenaren
in vaste Gemeentedienst) onslagen; 1 ambtenaar
is overleden. Aangesteld werden 79 personen,
t.w. 54 mannelijke en 20 vrouwelijke tijdelijke
ambtenaren, alsmede 5 tijdelijke werklieden.
De toegestane sterkte van 563 ambtenaren en
werklieden in actieve dienst werd in het ver
slagjaar niet bereikt, aangezien, voornamelijk
in verband met reorganisatie, met een geringere
bezetting kon worden volstaan.
Aan een der twee vaste hoofdambtenaren in
algemene dienst, die wegens tewerkstelling
elders met buitengewoon verlof waren, werd
ingaande 1 Maart 1947 op zijn verzoek eervol
ontslag verleend. De andere werd door Burge
meester en Wethouders met ingang van 7 Mei
1947 eervol ontheven van zijn tewerkstelling bij
de Crisis- en Distributiedienst.
De zes wegens politieke redenen nog met on
gevraagd verlof afwezige ambtenaren werden
allen in de loop van 1947 door, de Minister van
Binnenlandse Zaken ontslagen.
Het aantal gevallen, waarin ambtenaren
wegens het plegen van onregelmatigheden niet-
eervol werden ontslagen bedroeg 5; tegen het
einde van het verslagjaar moesten echter ter
zake van fraude nog 8 ambtenaren en 1 tijde
lijke werkman voor voorlopige schorsing met
inhouding van wedde alsmede voor niet-eervol
ontslag worden voorgedragen. Een beslissing
op deze voorstellen was ultimo December nog
niet genomen.
Een nieuwe schematische indeling, aangepast
aan de in verband met reorganisaties gewijzig
de omstandigheden, was voor de ambtenaren in
voorbereiding.
De salarisregeling voor het distributieper-
soneel bleef in 1947 van kracht. De Toelagen
verordening- 1947 voor het Gemeentepersoneel
werd op het distributiepersoneel van toe
passing verklaard. Hetzelfde was het geval
met de 5 pCt.-gratificatieregeling, op grond
waarvan in het verslagjaar tweemaal een uit
kering geschiedde, laatstelijk over een tijdvak
tot 1 Augustus 1947. Daarna werd deze regeling
ingevolge de voorschriften, in afwachting van
een nieuwe salarisregeling, welke echter op
31 December 1947 nog niet haar beslag had
gekregen, niet meer toegepast. Voorts werd op
het distributiepersoneel de 2 pCt.-gratificatie-
regeling (zg. vacantietoeslag) van toepassing
verklaard en wel op gelijke wijze als deze voor
het overige Gemeentepersoneel gold. In verband
met het inwerkingtreden van de Wet Rechts-
Zïekte, buitengewoon verlof enz. waren 59 per
sonen, zodat de administratieve personeelsbezet-
hug op 31 December 1947 bedroeg 594 ambtena
ren en werklieden.
In het verslagjaar werden 200 personen (144
Op 1 Januari 1947 waren bij de Dienst werk
zaam 657 personen en op 31 December 1947 535
personen, welk laatste aantal als volgt was
samengesteld: 13 in vaste Gemeentedienst, 338
tijdelijke mannelijke ambtenaren, 151 tijdelijke
v rouwelijke ambtenaren en 33 tijdelijke werk
lieden.
Ten gevolge van het feit, dat de personeels
bezetting in de eerste helft van 1947, met name
het lager bezoldigde personeel, sterk daalde,
werd overgegaan tot het ontslaan van 32 min of
meer leidinggevende ambtenaren. Op basis van
de terzake geldende Rijksregeling ontvingen zij
een wachtgelduitkering van 3X1 maand sala
ris, dan wel aanvulling van hun inkomsten tot
een zodanig bedrag.
In de loop van Juni 1947 bleek het echter
uoodzakelijk tot aanvulling van ontstane vaca
tures over te gaan. Voor een groot deel was dit
het gevolg van een aanzienlijk aantal vrijwillige
ontslagaanvragen en van oproeping of voort
gezet verblijf in militaire dienst van 41 per
sonen, die daartoe, ingevolge artikel 30 van het
Ambtenaren- of artikel 29 van het Werklieden
reglement, in het genot wTaren van buitenge
woon verlof.
Het Centraal Distributiekantoor keurde bij
besluit van 25 Juni 1947 goed, dat tot aanstel
ling van 25 tijdelijke ambtenaren werd over
gegaan.
Afwezig wegens militaire dienst, langdurige
Algemeen.
Personeel en salariëring.
BIJLAGE 27