ORGANISATIE VAN HET BUREAU.
I.
1.
2.
3.
5.
6.
7.
1
De huisvesting van het Bureau is gelijk ge
bleven aan die, zoals omschreven in het verslag
over het jaar 1946.
GEMEENTELIJK BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN
PERSONEELSVOORZIENING TE 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1947.
Het personeel bestond op 1 Januari 1947 uit:
56 ambtenaren in vaste dienst, 56 ambtenaren in
tijdelijke dienst, 3 crisisambtenaren, 1 wachtgel
der, 2 minder-valide ambtenaren en 11 werklie
den. Door de geringe teruggang van de werk
zaamheden in de loop van het verslagjaar in
vergelijking met 1946 kon niet tot verdere in
krimping van personeel worden overgegaan.
Aan het einde van het verslagjaar was het
personeel als volgt samengesteld.
In vaste dienst 57 ambtenaren, waarvan 1 met
buitengewoon verlof voor ten hoogste 3 jaar; 52
ambtenaren in tijdelijke dienst; 1 erisisambte-
naar; 1 jongmaatje-ambtenaar; 1 wachtgelder;
1 reservist; 1 minder-valide ambtenaar en 10
werklieden.
Tevens werden gedurende het gehele jaar nog
werkzaamheden verricht voor de afwikkeling
van uitbetaling van subsidiën ten behoeve van
particuliere wachtgeldregelingen, welke taak
van 1 April 1946 af door het Gewestelijk Arbeids
bureau was overgenomen.
Het Bureau bestaat uit de afdelingen Werk
lozenzorg en Personeelsvoorziening. De eerstge
noemde afdeling is verdeeld in de onderafdelin
gen: Sociale uitvoering der overbruggingsrege-
liug; Uitkerings- en loonadministratie; Kas;
Cultureel werk; Werkverschaffing; Boekhou
ding; Personeelszaken, correspondentie en regi
stratuur.
De afdeling Personeelsvoorziening behartigt,
behalve de zaken betreffende reservisten en
wachtgelders der gemeente ’s-Gravenhage, ook
de personeelsvoorziening der Gemeente. Zij valt
dan ook uiteen in de onderafdelingen Personeels-
reserve en Personeelsvoorziening.
Aan het Bureau, dat in 1945 werd ingesteld,
was gedurende het verslagjaar de uitvoering
opgedragen van:
de overbruggingsregeling voor valide en bo
nafide werklozen (van 1 September 1947 af
tevens van de sociale bijstandsregeling voor
valide en bonafide werklozen);
de regeling van sociaal-economische hulp
verlening aan kleine zelfstandigen;
de voorschriften voor de tewerkstelling in
gemeentelijke werkverruiming of werkver
schaffing;
de voorschriften voor de uitbetaling der lo
nen aan arbeidskrachten, werkzaam bij de ge
allieerde strijdkrachten (Pioneer Civil Labour
Units), alsmede de zorg voor de uitvoering
van de voor deze arbeiders geldende sociale
voorschriften;
de Verordening op de Personeelsreserve en
de Gemeentelijke Wachtgeldverordening;
de voorschriften met betrekking tot de Ge
meentelijke Personeelsvoorziening
de administratie van de Commissie Zedelijk
Gedrag.
II. DE VERDELING VAN DE WERKZAAM
HEDEN VAN HET BUREAU OVER DE AF
DELINGEN.
De onderafdeling Sociale uitvoering der over
bruggingsregeling behandelt de aanvragen om
uitkering. Zij bepaalt aan de hand van de voor
schriften het bedrag der overbruggings- c.q.
sociale bijstandsuitkering.
De onderafdeling Uitkerings- en loonadmini
stratie is belast met het opmaken der uitbeta-
lingsstaten van de overbruggings- c.q. sociale
bijstandsuitkeringen, van de uitkeringen aan
kleine zelfstandigen en de loonlijsten der werk
verschaffing. Tevens verzorgt zij het rapporten
archief.
De onderafdeling Cultureel werk is belast met
het ontwikkelingswerk ten behoeve van de werk
lozen.
De onderafdeling Kas is belast met: de uit
betaling van de overbruggings- c.q. sociale bij
standsuitkeringen en de uitkeringen aan kleine
zelfstandigen; het kasbeheer der werkverschaf
fing; de betalingen voor de interne dienst; de
incassering van de afbetalingen op voorschotten
voor kleding en schoeisel en van terugbetalingen
van ten onrechte genoten uitkeringen.
4.
d. Huisvesting.
c. Personeel.
b. Afdelingen.
a. Werkzaamheden.
a. Afdeling Werklozenzorg.
BIJLAGE 32