1 GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN TE 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1947. Algemeen. In het jaar 1947 is een vermindering waar te nemen van de lust om van betrekking te veran deren, welke lust direct na de bevrijding zo sterk was. Toch was er nog een groot verloop onder het personeel, hetgeen wel gekenmerkt wordt door het aantal, dat ontslag nam 150) en waarvoor nieuw personeel moest worden aange nomen. Deze uiting van ongedurigheid toonde zich het sterkst bij de groep „verpleegkundig personeel”. Bij een totaal van 85 verpleegsters, kinderverzorgsters en helpsters namen 40 van dezen ontslag en moesten vervangen worden. Typerend is in dit verband ook, dat 20 perso neelsleden in 1947 in dienst kwamen en nog in de loop van hetzelfde jaar de Dienst verlieten. Het vorige verslag vermeldt, dat veel plaatsen voor jonge administratieve krachten moesten worden bezet met vrouwelijke arbeidskrachten. Dit was in 1947 lang zo sterk niet meer het geval. Op 31 December 1946 was de samenstelling van het administratieve personeel: 285 mannelijke en 66 vrouwelijke, totaal 351 administratieve per soneelsleden; op 31 December 1947 284 manne lijke en 68 vrouwelijke, totaal 352 administra tieve personeelsleden. Op 1 Juli 1947 onderging het personeel uit breiding door de overneming van een deel van de werkzaamheden van het Districts-Bureau gouden medaille van de Gemeente overhandigd. Ook van regeringszijde worden de verdien sten van de heer Riem Vis gewaardeerd; hij ontving het Officierskruis in de Orde van Oranje Nassau. Uit het gehele land kwamen schriftelijke en telegrafische gelukwensen binnen. Het personeel gaf uiting aan zijn hoogachting en sympathie voor de directeur. Dit geschiedde bij monde van de heren Van Maastrigt en Mr. Blei Weissmann, hetgeen gepaard ging met het aanbieden van een radiotoestel met bijbehorend tafeltje en het ere-lidmaatschap van de Perso neels verenigin g. Op 29 December vond het afscheid plaats van de administrateur Mr. M. Blei Weissmann, als gevolg van diens benoeming met ingang van 1 Januari 1948 tot hoofd van de afdeling Econo mische Zaken der Gemeentesecretarie te dezer stede. Bij deze gelegenheid werden vele waar derende woorden gesproken, waaruit bleek, hoe node men de scheidende functionaris liet gaan. I. BEHEER. De Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belan gen is een zelfstandige Gemeentelijke Instelling van Weldadigheid in de zin van artikel 2 der Armenwet. De Dienst staat onder een Bestuur, bestaande uit de Wethouder van Sociale Zaken, voorzitter en zes leden, door en uit de Gemeenteraad te benoemen. Jaarlijks in de maand September treden de leden af; de aftredenden zijn echter dadelijk herkiesbaar. Het Bestuur vertegenwoordigt de Gemeente lijke Dienst voor Sociale Belangen zoweel in als buiten rechten. Het brengt de Gemeenteraad verslag uit van de verrichtingen van de Dienst in het afgelopen jaar en biedt de Raad jaarlijks de begroting der inkomsten en uitgaven aan. In de samenstelling van het Bestuur kwam in het verslagjaar geen wijziging, zodat dit bestond uit de Wethouder van Sociale Zaken, de heer C. H. P. W. van den Oever, voorzitter, mej. M. J. B. Romme en de heren C. P. Damme, Jac. Dubbeldam, H. N. W. Hovens, A. C. Toet en N. Veldhoen, leden. De hoofdcommies van de Dienst, H. Thierry, was wederom als secretaris aan het Bestuur toegevoegd. De directeur is belast met de dagelijkse lei ding van de Dienst en wordt daarin bijgestaan door de administrateur voor wat betreft de ad ministratie en het boekhoudkundig apparaat, door een referendaris ten aanzien van de steun- technische afdelingen (deze treedt zo nodig op als waarnemend directeur), alsmede door hoofd ambtenaren. Voor de indeling en onderverdeling van het gehele apparaat wordt kortheidshalve verwezen naar het op bladzijde 30 opgenomen algemeen organisatieschema (bijlage 1), zoals dit in 1947 gold. Daarna zijn enkele wijzigingen aangebracht. II. PERSONEEL. Op 1 September 1947 was het 40 jaar geleden, dat de directeur, de heer W. C. A. Riem Vis, in Gemeentedienst trad. De daarop volgende dag vond in aanwezigheid van een zeer groot aantal genodigden en personeelsleden in het gebouw van de Dienst aan de Beeklaan een huldiging plaats, waarbij o.m. het woord werd gevoerd door Z.E. de Minister van Sociale Zaken, W. 1 ’rees, de Wethouder van Sociale Zaken, de heer 1 H. P. W. van den Oever en oud-Minister Mr. J. A. N. Patijn, de eerste chef van de jubi- laris. Als blijk van waardering werd hem de BIJLAGE 34

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 377