34 XVII. 19 INDIENING VORDERINGEN BIJ „ZEERISICO”. In verband met het feit, dat aan zeevarenden, die gedurende de bezettingsjaren in geallieerde dienst hebben gevaren, door het Kijk nabetalin gen van de gages zullen worden gedaan, werd voor de gedurende die tijd door de Dienst aan verwanten van deze zeevarenden verstrekte on dersteuning met speciale formulieren de vorde ring aan de Vereniging ..Zeerisico” te Amster dam kenbaar gemaakt. Voor 110 gevallen werden steunoverzichten XVI. VOORSCHOTTEN. Eveneens kwam in verband met de invoering van de Wet op het Consumentencrediet te ver vallen het besluit van het Bestuur van de Dienst van 22 October 1945, waarbij werd bepaald, dat aan ondersteunden een voorschot voor kleding, dekking enz. kon worden toegekend tot ten hoogste f 50,per gezinslid. Voor een overzicht van alle voorschotten in 1947 wordt verwezen naar blz. 33, bijlage 7. XV. SPAARREGELING. De spaarregeling voor ondersteunden, inge steld bij besluit van het Bestuur van de Dienst van 24 Mei 1939, werd op 1 December 1946 stop gezet in verband met het inwerkingtreden van de Wet op het Consumentencrediet en werd in 1947 zoveel mogelijk afgewikkeld. Voor zover er geen goederen met de gespaarde bedragen werden gekocht, werden de betrokke nen opgeroepen en de saldi der spaarkaarten in contanten terugbetaald. plichtige kinderen (hieronder ook leerlingen van de ambachtsscholen) werd na gepleegd overleg een bepaald bedrag gereserveerd en ter beschik king gesteld van de Gemeentelijke Dienst voor Schoolkinderzorg, die voor verstrekking van schoolkleding en schoeisel zorg draagt. De Dienst voor Sociale Belangen onthoudt zich der halve van dergelijke verstrekkingen. Mede zijn in de beheersgevallen begrepen de gezinnen, die na toekenning van het consumentencrediet uit elkaar zijn gegaan. Op verzoek van de Dis- trictsraad ziet de Dienst toe op een rechtvaar dige en billijke verdeling van het crediet over beide partijen. De verstrekkingen op boekjes in beheer be liepen een bedrag van f 59.561,89. Ondersteunden, die zonder aannemelijke reden geen consumentencrediet hebben aange vraagd, komen in principe niet voor de gratis verstrekking van kleding, ligging, huisraad e.d. in aanmerking. is, en de Dienst voor Sociale Belangen. Zo werd besloten, dat alle credietaanvragen aan de Dienst zouden worden doorgezonden. Voorzover de aanvragers geen hulp van de Dienst genoten, werd het onderzoek naar de ge zinsomstandigheden opgedragen aan de afdeling Centrale Inspectie en Controle, welke ten be hoeve van de Districtsraad in 1947 in totaal 5 450 rapporten uitbracht tegen 923 in 1946. De aanvragen van ondersteunden werden be handeld door de sociale werkers van de afdeling Steunverlening, waarbij gebruik werd gemaakt van de bij de Dienst berustende gegevens. In deze gevallen nam de Dienst de werkzaamheden van de Districtsraad volledig over, zodat dege nen, die op grond van hun inkomsten tot gener lei aflossing verplicht waren, door de Dienst in het bezit werden gesteld van een voorschot- boekje, tenzij dit (bijv, voor a-sociale gevallen) onder beheer van de Dienst kwam. In totaal reikte de Dienst 5 663 voorschotboekjes uit aan ondersteunden, tot een totale waarde van f 1.379.900,—. Voor ondersteunden, die op grond van hun totale gezinsinkomsten tot terugbetaling van het verstrekte crediet verplicht waren, werd een an dere regeling getroffen; aan deze personen werd door de Dienst geen voorschotboekje uitgereikt. De mogelijkheid was opengelaten, dat de Dienst het terug te betalen bedrag gedeeltelijk of zelfs geheel voor zijn rekening nam. Daar de werk gever op grond van het bepaalde in de Wet verplicht is de aflossing op het loon van de cre- dietnemer in te houden en de Dienst, voor wat de ondersteunden betreft, met een werkgever wordt gelijkgesteld, werd aan de afdeling Kas opgedragen de benodigde spaarzegels op de spaarbladen van betrokkenen te plakken en de door ondersteunden verschuldigde aflossing we kelijks bij de steunbetaling te doen inhouden. Voor hen, die na de toekenning van consu mentencrediet voor ondersteuning in aanmer king kwamen, werd aan de Districtsraad advies uitgebracht over de vraag of, en zo ja, tot welk bedrag de aflossing moest worden voortgezet. Voor bepaalde gezinnen of alleenwonenden men denke aan de zg. a-sociale gevallen werd het noodzakelijk geacht de besteding van het consumentencrediet onder toezicht van de Dienst te doen geschieden. Dit waren juist die gevallen, waarin de materiële achteruitgang zo groot was geworden, dat de behoefte aan aan vulling van linnenkast en huisraad het meest gevoeld werd. De afdeling Bijzondere Zorg had dan ook met 110 gevallen een groot aandeel, in de in totaal 350 zg. beheersgevallen, waarbij de sociale werkers de volle verantwoordelijkheid droegen voor het juiste en oordeelkundige ge bruik van het crediet. Voor gezinnen met leer- VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 395