34
XXII.
23.
Toen in Juni 1947 de behandeling van de ge
vallen van het Districtsbureau Verzorging Oor
logsslachtoffers door de Dienst werd overgeno
men, belastte de afdeling Debiteurenadministra
tie zich met de terugvordering van bedragen,
die eertijds teveel ontvangen of onrechtmatig
genoten waren. In eerste instantie werden
ongeveer 400 gevallen in behandeling genomen.
De terugvordering heeft meestentijds niet veel
moeilijkheden gegeven, aangezien deze veelal
plaats vond door inhouding bij de uitbetaling
der uitkeringen. Een bedrag van bijna f 50.000,—
werd in deze gevallen ten behoeve van het Rijk
teruggevorderd.
ONDERSTEUNING VAN POLITIEKE
DELINQUENTEN.
Ook in 1947 had de Dienst bemoeiingen met
de politieke delinquenten. Bij een circulaire van
26 November 1945, no. 3480 A, heeft de Minister
van Binnenlandse Zaken bepaald, dat het Rijk
in de kosten van ondersteuning van gezinnen
van politieke delinquenten gedurende detentie
een bijdrage verleent van 75 pCt., mits het arm
lastig worden een gevolg is der detentie.
Ingevolge het rondschrijven van 17 Mei 1946,
No. 4637 A, kan deze bijdrage worden verleend
tot 6 maanden na ontslag uit detinering. Boven
dien werd bepaald, dat, indien het ontslag na
1 September 1946 plaats vindt, de kosten van on
dersteuning gedurende de eerste maand na dit
ontslag ten volle worden vergoed (circulaire
XXI. EXPLOITATIE NOODTEHUIZEN.
Deze tehuizen waren bestemd voor het onder
brengen van door de oorlog of de bezetting
dakloos geworden personen.
In het verslag over 1946 moest worden vast
gesteld, dat het gestelde doel, om alle tehuizen
voor het einde van het jaar te liquideren, als
gevolg van het grote gebrek aan woonruimte
nog niet kon worden bereikt. Op 1 Januari 1947
waren in totaal nog 109 personen in twee nood-
tehuizen ondergebraeht, t.w. 48 personen in het
tehuis Kortenbos 157 en 61 in het tehuis Wagen
straat 119.
Op 28 Januari werden de nog in het tehuis
Kortenbos aanwezige 36 personen naar het te
huis Wagenstraat overgeplaatst en werd eerst
genoemd tehuis gesloten.
Opnemingen hebben niet meer plaats gehad.
Het laatste gezin heeft op 9 Augustus het nood-
tehuis Wagenstraat 119 verlaten, waarna ook
dit tehuis werd gesloten.
De netto-exploitatiekosten over het tijdvak
1 Januari t./m. 9 Augustus 1947 groot f 20.045,72
werden door de Dienst aan de Gemeente in re
kening gebracht.
lijk te volgen, werd de afdeling Verzorging
hiervoor gaandeweg ingeschakeld en werden de
gevallen behandeld volgens de voor deze afde
ling geldende voorschriften, zoals keuring, raad
pleging van Kinderpolitie, Consultatiebureau
voor t.b.c. en Gemeentelijke Geneeskundige en
Gezondheidsdienst. Ultimo December 1947 had
deze afdeling uit dien hoofde bemoeiing met 58
gevallen; hiervoor moesten in den beginne veel
moeilijkheden en bezwaren worden opgelost.
Voor gevallen buiten de stad werd de be
middeling verzocht van de sociale overheidsin
stellingen van andere gemeenten ter beoordeling
van de geschiktheid der pleeggezinnen. Het
bleek zeer nuttig te zijn hieraan de nodige aan
dacht te besteden; het kwam voor, dat het pleeg
gezin ongeschikt was. Op korte termijn diende
hierin dan verandering te worden gebracht.
Schriftelijk overleg en verscheidene besprekin
gen met de verschillende Bureaux voor Oorlogs
slachtoffers en met het Centraal Bureau (C.B.
V.O.) hebben in vele gevallen tot een definitieve
oplossing geleid. Over andere gevallen, waarin
bleek, dat er principiële verschillen ontstonden
tussen C.B.V.O. en de Dienst, is nog overleg
gaande.
Ten aanzien van de uit Indonesië gerepatri
eerde kinderen, die aanvankelijk de eerste 6
maanden van de Rijksbureaux een vrij hoge uit
kering ontvingen en op deze basis bij particu
lieren waren ondergebracht, ontstonden moei
lijkheden toen de verzorging na dit tijdvak
onder de bemoeiingen van de Dienst kwam te
vallen. Niet alle adressen voldeden aan de eisen,
welke de Dienst stelt. Veel tactisch overleg met
de pleegouders is nodig geweest om wijziging
aan te brengen. In enkele gevallen werd door
verstrekking van ledikanten en bedden een re
delijke toestand geschapen. Vooral voor de kin
deren in de leeftijdsgroepen van 15 tot 21 jaar
werden moeilijkheden ondervonden en de pleeg-
adressen om verschillende redenen niet geschikt
geacht.
Niet in alle gevallen is het gelukt andere wèl
geschikte adressen te vinden. Het huisvestings-
vraagstuk is ook hier het struikelblok.
Minderjarige volle wezen (Nederlandse oor
logsslachtoffers) zijn meestal in een pleeggezin
geplaatst, hetzij bij familie, hetzij bij vroegere
vrienden der ouders. In „de Herikerberg” te
Markelo worden enige personen verzorgd, wier
zenuwgestel rust behoeft. Ook met de behande
ling van alleenstaande minderjarige Neder-
lands-Indische gerepatrieerden, voorzover zij bij
derden zijn geplaatst, is de afdeling Verzorging
belast.
De op de oorlogsslachtoffers betrekking heb
bende cijfers zijn vermeld in bijlagen 23 en 24,
blz. 38.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN.