'S-GRAVENHAGE.
1
Schoolgebouw.
De reeds in verscheidene verslagen uitgespro
ken klacht over de onvoldoende toestand der
centrale verwarming zou ook nu moeten worden
herhaald, indien niet in de laatste maanden van
het schooljaar gebleken was, dat ernstige maat
regelen tot verbetering op handen waren. Hoe
zeer dit noodzakelijk was, kan worden geïllus
treerd door het feit, dat het gebruik van het
tekenlpkaal in de winterkoude slechts mogelijk
was door extra kachelverwarming.
VOORTGEZET ONDERWIJS (OPENBAAR EN BIJZONDER VOORBEREIDEND HOGER, MIDDEL
BAAR EN HANDELSONDERWIJS) IN DE GEMEENTE
VERSLAG OVER HET SCHOOLJAAR 1946-1947.
der Waag (wiskunde). Laatstgenoemde
op als plaatsvervanger van Dr. J. de
van
trad
Groot, aan wie aanvankelijk verlof werd ver
leend in verband met de aanvaarding van een
functie aan de Gemeentelijke Universiteit te
Amsterdam, daarna, bij Raadsbesluit van 9 Juni -
1947, eervol ontslag. De school leed hierdoor een
ernstig verlies evenzeer als door het heengaan
van de heren Dr. L. J. Guittart en Dr. A. C. van
Waveren, die aan het einde van het schooljaar
afscheid namen wegens het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd. Onopgemerkt daar
entegen bleef het eervol ontslag, bij Raadsbe
sluit van 6 Mei 1947 ongevraagd verleend aan
de leraar W. S. A. Colenbrander, die bij de be
ëindiging van het hem toegestaan buitengewoon
verlof, op 1 September 1946 niet in de school
was teruggekeerd en ook daarna niets van zich
had doen horen.
Houding en gedrag der leerlingen.
Behoudens een enkele uitzondering kwamen
ernstige klachten niet ter kennis van het Col
lege; de algemene indruk was gunstig, zowel
door de terugkeer der normale verhoudingen na
de zware schokken der bezettingsjaren als door
het krachtig herstel van het verenigingsleven in
de school en van wat daarmee samenhangt. In
het bijzonder moge hier vermeld worden de
voortreffelijke leiding der muzikale ontwikke
ling door Dr. B. C. Damsteegt; daarnaast maakte
de heer G. J. de Voogd zich behalve door zijn
onderwijs buitengewoon verdienstelijk door de
organisatie van enkele toneeluitvoeringen. De
schitterende resultaten van beider samenwer
king kwamen speciaal aan de dag bij de, sinds
dien nog tweemaal herhaalde, opvoering van
Sophocles’ Antigone op 11 November 1946 en
bij de medewerking der school tot het welslagen
van de Verbondsdag van het Nederlands Klas
siek Verbond op 10 Mei 1947.
BIJLAGE 41
Verslag van curatoren van het Gymnasium
Haganum over het schooljaar 1946 1947.
In strijd met de verwachting, gewekt door de
gang van zaken in het schooljaar 19451946,
verliep het tweede schooljaar na het herstel der
vrijheid niet zonder ernstige stoornis: het tekort
aan brandstoffen in de strenge winter maakte
eerst verlenging der Kerstvacantie noodzake
lijk, daarna sluiting van het gebouw van 4 Fe
bruari tot 17 Maart. Zeer beperkt kon in deze
periode het onderwijs worden voortgezet in
enkele lokalen der h.b.s. voor meisjes aan de
Stadhouderslaande inkorting der Paasvaeantie
tot 7 dagen kon slechts weinig bijdragen tot het
herstel van de door het onderwijs geleden
schade. Door bijzondere maatregelen van de
rector was gewaakt tegen verzwakking van het
onderwijs in de 6de klasse; de gunstige afloop
van het eindexamen is ongetwijfeld ten dele
hieraan te danken.
Samenstelling van het College.
Hoewel het College voor directe verliezen
gespaard bleef, mag hier toch niet onvermeld
blijven het overlijden van de oud-voorzitter,
Jhr. Mr. C. Feith. slechts enkele maanden na
zijn aftreden; het kan overbodig geacht worden
iets toe te voegen aan de woorden van grote
waardering, in het vorige verslag uitgesproken
over deze voor het Gymnasium Haganum zo
belangrijke figuur.
Als opvolger van de heer Feith werd bij
Raadsbesluit van 2 December 1946 benoemd
Jhr. Mr. C. J. A. de Ranitz, die in de vergade
ring van 8 Januari 1947 werd geïnstalleerd.
In de Raadsvergadering van 14 Juli 1947 wer
den de heren Mr. L. A. Nypels, Dr. A. Trouw,
I >r. L. Fick, Jhr. Mr. J. H. de Brauw en Jhr. Mr.
C. J. A. de Ranitz, die aan de beurt van aftre
ding waren, herbenoemd voor het tijdvak van
1 September 1947 tot 31 Augustus 1953.
Lerarencorps.
Tot leraar in oude talen en oude geschiedenis
i vaste dienst werd benoemd Dr. J. W. Fuchs,
o.ie reeds lang aan de school bij wijze van deta-
'hering verbonden was; een tijdelijke aanstelling
erd verleend aan mej. J. F. Klink (Frans),
!’ievr. Walma v. d. MolenMeindersma (geschie
denis) en aan de heren K. H. Kamp (oude talen
f’n oude geschiedenis). A. J. P. Moereels (aard-
ijkskunde), J. M. Kruiter (Engels), C. van
reumingen (lichamelijke oefening) en E. J.