41 2 6 jaar in de moeilijke bezettingsjaren op voor treffelijke wijze het rectoraat vervulde. Over zijn opvolger bestond geen verschil van mening: op 4 Augustus werd met aller instemming Dr. 1). H. Prins, de conrector, als leider van het Grotius-lyceum aangewezen. Herhaaldelijk klaagde de rector van het Gro tius-lyceum over te weinig ruimte; ook gangen en trappen zijn te smal en niet berekend op ongeveer 500 leerlingen. Voorlopig zal in het j tekort worden voorzien door het bijbouwen van een paviljoen met 6 lokalen. Wat het onderwijs betreft: het zal enige jaren duren voor de achterstand, in de oorlog ont staan, is ingehaald. Dit tekort spiegelt zich ook af in de resultaten der eindexamens. Aan hei Grotius-lyceum namen aan het eindexamen gymnasium deel 28 candidaten, waarvan ge slaagd 22 en afgewezen (i; aan het eindexamen h.b.s. 51 candidaten, waarvan geslaagd 39, afge wezen 9. teruggetrokken 3; aan het Maerlanl- lyceum namen aan het eindexamen gymnasium deel 24 candidaten, waarvan geslaagd 18, afge- j wezen 6; aan het eindexamen h.b.s. 33 candi daten. waarvan geslaagd 27. afgewezen 6. Namens curatoren der Gemeentelijke lycea, Ir. J. K. TROMP, voorzitter. M. H. .1. P. VAN BUTTINGHA WICHERS- VAN VOORST VADER, secretaresse. De Commissie verloor in het verslagjaar een harer ijverigste leden door het overlijden van de heer C. van Doorn, die reeds vóór de samen voeging der subcommissies A en B lid was van de subcommissie B en die steeds bijzondere be langstelling aan de dag legde voor het handels- avondonderwijs met zijn grote sociale betekenis. Voorts zagen de heren W. K. Dicke en Dr. J. M. Elshout zich genoodzaakt, in verband met hun drukke werkzaamheden, voor het lidmaal- schap van de Commissie te bedanken. De heer Dicke was reeds vóór de samenvoeging der sub commissies A en B lid der subcommissie A; Dr. Elshout was nog slechts korte tijd lid der Com missie. Het Haagse middelbaar onderwijs leed een gevoelig verlies door het overlijden van de onderdirecteur der Gemeentelijke handelsdag- school, de heer Mr. W. J. Witsenboer, die niet alleen in zijn kwaliteit van leraar en onder directeur, maar ook anderszins op velerlei wijze zich voor het onderwijs heeft verdienstelijk ge maakt. Met hem is een zeer voortreffelijke Overeenkomstig de in het vorige schooljaar van Gemeentewege ontvangen toezegging be hoefde van 1 September 1946 af slechts aan een gedeelte der h.b.s. voor meisjes gastvrijheid te worden verleend in het schoolgebouw aan de Laan van Meerdervoort. De bezwaren tegen de voortzetting der symbiose van beide scholen, in het vorige verslag uitgesproken, werden daar door slechts ten dele opgeheven: dit viel te meer in het oog omdat het aantal klassen van het -gymnasium tot 18 moest worden uitgebreid. Met nadruk spreken curatoren daarom de wens uit, dat het gymnasiumgebouw ten spoedigste weder geheel beschikbaar zal worden gesteld voor de eigenlijke bestemming. Namens curatoren van het Gymnasium Hagan um L. A. NYPELS, voorzitter. J. VAN IJZEREN, secretaris. Het College onderging een wijziging door het aftreden wegens drukke bezigheden van Mr. B. C. Slotemaker, die van de oprichting van het College af lid is gew’eest en een grote leegte achterlaat. Zijn adviezen waren helder en goed gefundeerd, terwijl hij zich tijdens de bezetting een goed Nederlander toonde. In deze vacature moet nog worden voorzien, zodat het curatorium als volgt- was samengesteld. Ir. J. K. Tromp, voorzitter, Mr. T. A. van Dijken, ondervoorzitter, mevr. M. H. J. P. van Buttingha Wiehersvan Voorst Vader, secre taresse, Ir. J. J. M. Aangenendt, mej. Ds. W. S. Wiardi Beekman en mevr. Dr. J. Warning, leden. Met ingang van 1 Maart 1947 trad tot ons aller leedwezen de heer A. J. S. van Dam af als rector van het Maerlant-lyceum, daar hij een betrekking als inspecteur van het gymnasiaal en middelbaar onderwijs aannam. Bij zijn af scheid bleek, hoe zeer hij gewaardeerd werd zowel door autoriteiten als door leerlingen. Curatoren betreuren het zeer, dat zijn leiding, die er vooral op gericht was eenheid in het schoolverband te brengen, van zo korte duur was. Node lieten zij de heer Van Dam gaan. Dóór de Gemeenteraad werd de conrector, Dr. P. W. van Haeringen, tot rector benoemd en van 1 Maart af nam Dr. J. H. Steenbergen het conrectoraat waar. Op 13 Maart 1947 overleed onder uiterst tra gische omstandigheden Dr. J. N. I. M. Geurts, de rector van het Grotius-lyceum, die gedurende VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Huisvesting der hogere burgerschool voor meisjes. Verslag van curatoren der Gemeentelijke lycea over het schooljaar 1946 1947. Verslag van de Commissie van toezicht op hel middelbaar onderwijs te 's-Gravenhage over het schooljaar 1946 1947.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 483