41
i
61
4
aantal inrichtingen van voortgezet onderwijs,
of in hun plaats van vestiging.
Mededelingen betreffende de indeling en de
samenstelling van het schooltoezicht, alsmede
omtrent de door de met dit toezicht belaste col
leges verrichte werkzaamheden, zijn opgeuomen
in de hier voren af gedrukte verslagen.
In de vacature, ontstaan door het overlijden
van de heer H. Oberman op 10 Juli 1946, werd
voorzien door de benoeming van de heer Th. A.
Verdenius, oud-rector van het lyceum Stokroos-
In het schooljaar 19461947 heeft de Gemeen
teraad de volgende op het voortgezet onderwijs
betrekking hebbende besluiten genomen.
Vaststelling van een wijziging der Verorde
ning, regelende de bezoldiging van het onder
wijzend personeel aan het gymnasium, de lycea,
hogere burgerscholen en de handelsdagschool te
’s-Gravenhage (no. 3 van 1934); aanwijzing van
conrectoren en onderdirecteuren(trices) (3 Fe
bruari 1947);
Aanwijzing van het Burgemeester-De-Monchy-
fonds als een afzonderlijke tak van dienst en
vaststelling van een Verordening op het beheer
van dit fonds (12 Mei 1947);
Vaststelling van een wijziging der Verorde
ning, regelende de heffing en invordering van
schoolgeld voor leerlingen van de Gemeentelijke
Centrale School voor Machineschrijven, Verz.
1934, no. 33 (22 December 1947).
De 2de Christelijke hogere burgerschool,
Bezuidenhoutseweg 40, werd omgezet in een
lyceum, ingaande 1 September 1946.
De 6de Gemeentelijke hogere burgerschool A
en B met 5-jarige cursus, Nieuwe Duinweg 6/14,
werd op 1 September 1947 als zelfstandige
school heropend.
De in het gebouw Sweelinekstraat 148 geves
tigde afdeling van het Vrijzinnig Christelijk
Lyceum, Parkweg 44, werd omgezet in een zelf
standige school, ingaande 1 September 1947.
Overigens kwam geen verandering in het
Ofschoon het oordeel over de vlijt en vorde
ringen van de leerlingen, vooral van de oudere,
over het algemeen gunstig is, wijzen de uitkom
sten er op, dat de nadelige invloed van de door
gemaakte oorlogsjaren nog slechts ten dele is
te boven gekomen. Over het geheel genomen is
de gezondheidstoestand goed, al werkt de ge
noemde invloed ook in dit opzicht nog merkbaar
na. Het doorzettingsvermogen van de uit Indo
nesië gerepatrieerde leerlingen, om te trachten
de verloren tijd in te halen, werd in vele ge
vallen geroemd.
Het aan de voet van deze bladzijde geplaatste
overzicht bevat een opgave omtrent de aan
tallen gerepatrieerde leerlingen, die aan de
scholen waren ingeschreven. Hierin zijn niet
begrepen de leerlingen, die voorlopig onder
wijs ontvingen in de overbruggingsklassen van
de Stichting voor onderwijs aan gerepatrieerde!!.
Het oordeel over de wijze, waarop zowel het
onderwijzend als het niet-onderwijzend perso
neel zijn taak vervult, is onverdeeld gunstig.
verblijven buiten, terwijl in een der Gemeente
lijke h.b.s.en, die door de oorlog ernstig geleden
had, door de leerlingen, onder leiding van leer
krachten, een eetzaal en verdere recreatie
ruimte werden ingericht.
Ook aan het geven van meer uitgebreid mu
ziekonderwijs werd bij verschillende onderwijs
inrichtingen ernstig aandacht geschonken.
De Commissie van toezicht op het middelbaar
onderwijs te ’s-Gravenhage,
A. BIENKS, ondervoorzitter.
A. C. VERBEEK, u nd. secretaris.
De gebouwen, meubelen enz. verkeerden over
het algemeen in behoorlijke toestand. In ver
schillende gevallen waren uitvoering van her
stellingen en aanvulling van leer- en hulpmid
delen nodig, welke echter met het oog op de tijds
omstandigheden achterwege moesten blijven.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
BESCHRIJVEND GEDEELTE.
A.
advies voor de leerlingen-
IngeHChreven op openbare scholen.
Ingeschreven op byeondtre scholen.
Totaal ingeschreven.
Totaal.
Totaal.
Totaal.
J.
j-
j-
j-
j-
j.
m.
m.
m.
m.
m.
334
328
34
191
26
9
35
177
155
218
208
Rechtstreeks
na aankomst.
Rechtstreeks
na aankomst.
Schooltoezicht.
Rechtstreeks
na aankomst.
Via overbrug-
gingsklassen.
Commissie van
bibliotheken.
Belangrijke besluiten.
Aantal scholen.
Via overbrug- i
gingsklassen.
m.
395 363
Leerlingen.
Onderwijzend en niet-onderwijzend personeel.
Via overbrug-
gingsklassen.
j-
27
143 I 129
Gebouwen, meubelen, leer- en hulpmiddelen.
m. j.
199
m. j.
m.