Inleiding.
1
DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN DER GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1947.
1 bureaulist; 1 werkvrouw.
theek; 1 conservator, belast met de afdeling
Oude Kunstnijverheid; 2 conservatoren, belast
met de afdeling Moderne Kunst; 1 wetenschap
pelijk assistent 2de klasse (Prentenverzameling
en studiezaal); 1 wetenschappelijk assistent 2de
klasse (Muziekhistorische afdeling); 6 rond-
leidsters.
Administratief personeel: 1 administrateur A;
1 administratief ambtenaar B; 2 administratieve
ambtenaren A; 3 schrijvers 1ste klasse; 1 schrij
ver 2de klasse; 1 typiste-kantoorbediende; 1 geld-
ophaler.
Technisch personeel: 3 technische ambtenaren
2de klasse; 1 amanuensis; 1 stoker; 1 kolentrem-
mer; 1 atelierbediende; 2 werklieden; 1 monteur.
Toezichthoudend personeel: 1 concierge; 1 con
troleur B; 13 zaalwachters.
Volontairs.
Met erkentelijkheid wordt hierbij gewag ge
maakt van de volontaire arbeid van mevr. G. S.
Sikkes, de heer G. Philippi en mej. E. M. Wel-
lenstein. Eerstgenoemde heeft zich verdienstelijk
gemaakt met het vervaardigen van uittreksels
uit catalogussen van de Kunsthistorische biblio
theek. terwijl de laatste twee werkzaamheden
hebben verricht ten behoeve van de Muziekhis
torische afdeling.
Sterkte van
Het personeel
samengesteld.
het personeel.
was op 1 Januari 1948 als volgt
In het verslagjaar werden met de wederop
bouw van het Gemeentemuseum aanzienlijke
vorderingen gemaakt. Als een belangrijk feit zij
hier vermeld de wederopenstelling van de Mu
ziekhistorische afdeling en van een gedeelte van
de afdeling Oude Kunstnijverheid. De eisen, die
uit museumtechnisch oogpunt gesteld moeten
worden aan de opstelling van kunstvoor
werpen, zijn na de oorlog in grote mate ge
wijzigd en bij de wederinrichting van de Muziek
historische afdeling is de adjunct-directeur en
conservator, de heer D. J. Balfoort, er in ge
slaagd de zo moeilijk te exposeren muziekinstru
menten op aesthetisch verantwoorde wijze op te
stellen, terwijl anderzijds door uitbreiding van
de ruimte, waarover de afdeling beschikte, een
meer logisch geheel tot stand kon worden ge
bracht. De conservatrice van de afdeling Oude
Kunstnijverheid, mej. Dr B. Jansen, heeft de
beperkte ruimte, die haar ter beschikking werd
gesteld, benut om een keuze te maken uit de
belangrijke en omvangrijke collectie die het Ge
meentemuseum op dit gebied bezit. De opstel
ling heeft veel waardering van buitenaf mogen
ontvangen.
Van 3 Maart af was Dr. G. Knuttel Wzn. we
gens ziekte afwezig. Hij werd vervangen door de
adjunct-directeur, de heer Balfoort, terwijl voor
de tijd van zes maanden aan de Dienst was ver
bonden de heer J. C. Wijthoff als administrateur
A, ter eventuele vervanging van de administra
teur, de heer P. A. Frequin, die aanvankelijk in
militaire dienst zou worden opgeroepen.
De uitbreiding van de tentoonstellingszalen
maakte het noodzakelijk, dat aan het toezicht
houdend personeel vier zaalwachters werden
toegevoegd.
Een woord van dank aan de schenkers, die de
verzameling van het museum met kunstvoor
werpen e.d. hebben verrijkt, mag hier zeker niet
ontbreken.
„Wederopbouw".
Zoals reeds in de inleiding is vermeld, had de
wederopbouw van het museum gestadig voort
gang. Doordat het Koninklijk Penningkabinet
elders een onderkomen heeft gevonden, kon de
voor de oorlog daarvoor afgestane ruimte aan
het museum worden getrokken en door enige
wijzigingen die tijdens de wederopbouw werden
aangebracht, werd een gedeelte van de zalen
toegevoegd aan de Muziekhistorische afdeling
en de afdeling Oude Kunstnijverheid. De eerst
genoemde afdeling werd uitgebreid met twee
zalen, waarbij de vroegere werkplaats ook als
tentoonstelingszaal werd ingericht. De weder
opbouw van de stijlkamers vorderde zoveel tijd,
ook wat betreft de restauraite van de zich daar
bevindende schilderingen, dat zij dit jaar nog
niet voor het publiek konden worden open
gesteld. Op de bovenverdieping werden in de
Wetenschappelijk personeel: 1 directeur; 1
adjunct-directeur, belast met de Muziekhistori
sche afdeling en de Muziekhistorische biblio-
BIJLAGE
B. Museum Bredius.
A. Gemeentemuseum.