45
2
Ook dit jaar kon tot de uitgave van het tijd
schrift „Mededelingen”, wegens tijdgebrek in
verband met de drukke werkzaamheden van de
wetenschappelijke staf, nog niet worden overge
gaan. Alleen de catalogussen voor de tentoon
stellingen werden gepubliceerd.
loop van het jaar de gangen met de kabinetten
benevens de zg. beeldenzaal rond de binnentuin
opgeleverd, zodat een permanente expositie van
de afdeling Moderne Kunst kon plaats hebben.
Bibliotheek.
De studiezaal werd ter raadpleging van de
Kunsthistorische bibliotheek en het Prenten
kabinet bezocht door 517 personen, terwijl 532
boeken en 257 archiefstukken werden uitgeleend.
Op 26 September had de officiële heropening
plaats van de Muziekhistorische afdeling met
een geheel nieuwe opstelling der instrumenten.
In de beschikbare tentoonstellingszalen werd
een collectie samengesteld van Nederlandse beel
dende kunstenaars, waarbij het bruikleen van de
Erven E. H. Crone een belangrijke plaats innam,
terwijl een keurcollectie uit de verzameling
Oude Kunstnijverheid in de zalen op de begane
grond, langs de grote vijver, werd opgesteld. De
grote zalen links van de binnentuin, bestemd
voor wisselende tentoonstellingen, werden tijde
lijk ingericht met voor het grootste deel werken
van de afdeling Haagse Historie. Het Prenten
kabinet werd hoofdzakelijk bestemd voor aan
winsten uit de laatste jaren.
Ter gelegenheid van deze heropening werd
door de oud-directeur van het museum, Dr. H. E.
van Gelder, een belangrijke tekening van Ingrès,
voorstellende Madame Thévenin, geschonken.
De officiële heropening werd verricht door de
Burgemeester, waarna de voordrachtskunste
naar Albert Vogel Jr. declamaties ten gehore
bracht..
De liquidatie van de bewaargevingen vond
doorgang. Verscheidene personen, die hun eigen
domsrecht konden aantonen, werden weer in het
bezit van hun eigendommen gesteld.
De voorlopige inventarisatie, die in 1946 tot
stand kwam, werd dit jaar nader uitgewerkt,
waardoor een duidelijk beeld kon worden ver
kregen van de bezittingen van het museum.
Thans rest nog, deze inventarisatie zodanig in te
richten, dat zij voldoet aan de eisen, die momen
teel daaraan worden gesteld.
De tentoonstelling „Den Haag bouwt op”, die
24 December 1946 was geopend, werd voortgezet
t./m. 26 Januari van het verslagjaar. In totaal
werd zij bezocht door 42 803 personen; de dage
lijkse filmvoorstellingen trokken 6 228 bezoekers.
Op 8 Februari werd een tentoonstelling
„Franse Kunst van Bonnard tot heden” in te
genwoordigheid van vele buitenlandse en Ne
derlandse autoriteiten, waaronder de Ministers
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en
van Buitenlandse Zaken, na een welkomstwoord
van de waarnemend Burgemeester van ’s-Gra-
venhage, Ir. L. J. M. Feber, geopend door de
Franse ambassadeur, Z.E. Jean Rivière.
Deze tentoonstelling gaf een algemeen over
zicht van de Franse kunst in de laatste 20 jaar,
in hoofdzaak schilderkunst, met enkele voor
beelden van beeldhouwwerk, sierkunst en weef
seis en werd op initiatief van de Dienst door
de Franse Regering (Association Francaise
d’Action Artistique, Parijs) bijeengebracht en
aangevuld met werken uit musea in ons land en
uit particulier bezit. Dit was de eerste manifes
tatie in het kader van het Frans-Nederlandse
Cultureel Aecoord.
De tentoonstelling werd nog aangevuld met
een expositie van „Het geïllustreerde Franse
Boek”, verzorgd door de Attaché dTnformation
van de Franse Ambassade met de heren A. A.
M. Stols en L. J. C. Boucher. Op Woensdag- en
Zaterdagmiddagen werden in de aula van het
museum films vertoond over Matisse en Maillol.
De tentoonstelling werd bezocht door 6 095 per
sonen en sloot 7 Maart.
Van 29 Maart tot 27 April werd een tentoon
stelling „100 Jaar Pulchri Studio” gehouden in
het kader van de jubileumviering van het ge
lijknamige Schilderkundig Genootschap. Deze
tentoonstelling gaf een historisch overzicht van
het werk van overleden leden van dit Genoot
schap, samengesteld voor een groot gedeelte met
werken uit particulier Haags bezit en aangevuld
met werken uit musea. Op 29 Maart werd de
opening verricht door de waarnemend Burge
meester, Ir. L. J. M. Feber, nadat achtereenvol
gens gesproken was door de voorzitter van
Pulchi Studio, de heer W. Hartman en de Con
servatrice van de Dienst, mevr. Dra. J. V. C.
Hefting. De tentoonstelling trok 7 768 bezoekers.
Van 2 Mei t./m. 8 Juni 1947 werd een tentoon
stelling georganiseerd „Nederland in Oorlogs
tijd”, waarvoor aan het Rijksinstituut voor Oor
logsdocumentatie te Amsterdam een aantal
zalen ter beschikking werden gesteld. De expo
sitie gaf een beeld van lijden en strijd van het
Nederlandse volk tijdens de Duitse bezetting.
Zij werd op 2 Mei geopend door de Minister van
VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN.
Publicaties.
Permanente opstelling.
Bewaargeving.
Inventarisatie.
Tentoonstellingen.