Lichtingen 1941, 1942, 1943 en 1948. 359 4 e 10 62 5. 1 1 6. 23 61 In 748 gevallen moest een onderzoek naar de reden van het niet voldoen aan de oproeping ter keuring worden ingesteld. 6 12 4 2 37 11 c d h i j 1. 2. 3. 4. Lichting 1947. De keuring van de in 1946 ingeschreven per sonen voor de lichting 1947 geschiedde van 4 September 1947 af door dezelfde indelingsraden als die, welke voor de keuring der lichting 1946 waren aangewezen. goedgekeurd tijdelijk ongeschikt verklaard voorgoed ongeschikt verklaard met geldige redenen niet ge keurd wegens: a b In 526 gevallen moest een onderzoek naar de reden van het niet gevolg geven aan een oproe ping ter keuring worden ingesteld. 2 568 man; 169 766 Bij brief van 15 Februari 1947, Afd. A.III, nr. 1248, verzocht de Minister van Oorlog tot in schrijving van de lichtingen 1941, 1942, 1943 en 1948 over te gaan. Voor de registratie van de eerstgenoemde drie lichtingen kwamen in aan merking de mannelijke personen, geboren in de jaren 1921, 1922 en 1923, die op 1 Februari 1947 in het bevolkingsregister waren opgenomen. In de registers van deze lichtingen, welke evenals die voor de lichting 1944 nog niet mogen worden afgesloten, zijn in 1947 onderscheidenlijk 4182, 4157 en 4 252 personen ingeschreven. De Minis ter deelde hierbij mede, dat van de voor deze drie lichtingen ingeschreven personen slechts een klein gedeelte zou worden gekeurd en dat dientengevolge, in afwijking van het voor an dere lichtingen bepaalde, het opmaken van dienstplichtkaarten (kaarten A en B) voorlopig achterwege kon blijven. De keuring zou nl. alleen omvatten de nader door de Minister aan te wijzen personen, die studeerden voor arts, tandarts, apotheker of ingenieur of deze studie reeds hadden volbracht. Achteraf is gebleken, dat aan deze categorieën zijn toegevoegd dege nen, die een juridische studie hadden voltooid. In 1947 werd echter nog slechts een drietal per sonen dezer lichtingen gekeurd. Met betrekking tot de lichting 1941 dient nog te worden gewezen op de omstandigheid, dat reeds voor de oorlog tot inschrijving en keuring van deze lichting was overgegaan. Aangezien echter de op 25 Februari 1941 door de Duitse be zettingsmacht in het merendeel der gemeenten in beslag genomen dienstplichtregisters (zie het verslag over dat jaar) niet konden worden op gespoord en het slechts met grote moeite moge lijk zou zijn deze weer in de oorspronkelijke vorm samen te stellen, is bij het tweede lid van Artikel C van het Kon. Besluit van 24 Maart 1947 (Stbl. H 104) bepaald, dat de in 1939 plaats gehad hebbende inschrijving van de lichting 1941 geacht wordt niet te zijn geschied. Als ge volg van deze bepaling hebben naar het oordeel van de Minister ook de keuringsuitspraken haar waarde verloren. Voor de lichting 1948 zijn ingeschreven de mannelijke personen, geboren in 1928, die op 1 Maart 1947 in het bevolkingsregister waren op genomen, alsmede zij, die zijn geboren in 1925, 1926 of 1927 en tot dusver nog niet waren inge schreven. Het inschrijvingsregister voor deze lichting is met een getal van 4 035 personen af gesloten. De keuring geschiedde in het tijdvak van 6 Mei tot en met 23 September door de twee vrijwillige dienstneming beoefening buitenlandse zee vaart of visserij verblijf buitenslands bekleden van of opleiding tot een geestelijk of gods- dienstig-menslievend ambt verblijf in een tuchtschool, gevangenis, rijkswerkinrich- ting enz tijdelijke ontzegging van het recht tot het dienen bij de gewapende macht internering als politiek de linquent uitsluiting van de dienst ziekte overlijden niet gekeurd wegens ongeldige redenen, te wier aanzien: a proces-verbaal is opgemaakt b geen proces-verbaal is opge maakt niet gekeurd wegens andere re denen (personen met onbekende verblijfplaats, wegens onge rijmdheid der voorschriften in geschreven en op dezerzijds aan dringen met machtiging later afgevoerde ingeschrevenen e.d.) reeds eerder vermelde indelingsraden. In dit tijdvak zijn eveneens opnieuw gekeurd 246 inge schrevenen der lichtingen 1945, 1946 en 1947, die bij een in 1945 plaats gehad hebbende keuring tijdelijk ongeschikt waren bevonden. Van de voor deze lichting ingeschreven personen werden: 99 99 99 99

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 71