1
W. LUNSINGH TONCKENS, voorzitter.
W. NIEUWHOFF, secretaris.
GEMEENTELIJK SCHEIDSGERECHT.
VERSLAG OVER HET TIJDVAK 20 AUGUSTUS 1946 t./m. 31 DECEMBER 1947.
Werkzaamheden.
In het jaar 1947 zijn zes zittingen gehouden,
waarin vijf zaken werden behandeld. In één
geval heeft het Scheidsgerecht zich onbevoegd
verklaard van het door appellant ingestelde
beroep kennis te nemen. In drie gevallen bleef
de opgelegde straf gehandhaafd, in één geval
werd de opgelegde straf van terugstelling in
rang beperkt tot een half jaar; in een ander
geval werd een advies uitgebracht nadat dit op
grond van de bestaande voorschriften door Bur
gemeester en Wethouders was gevraagd. (In
1946 werden geen zaken bij het Scheidsgerecht
aanhangig gemaakt.)
Bijlagen.
Bijlage I geeft een overzicht van de behan
delde zaken, bijlage II van de in 1947 aan amb
tenaren en werklieden opgelegde straffen en
schadevergoedingen en van de gevallen, waarin
aan vast personeel ontslag wegens ongeschikt
heid, anders dan ten gevolge van lichaams- of
zielsgebreken, werd verleend. De laatstge
noemde bijlage, welke ook betrekking heeft op
zaken die niet door het Scheidsgerecht zijn
behandeld, maar aan dit Gerecht door zijn
secretaris zijn medegedeeld, wordt ter vergelij
king met de inhoud van bijlage I aan dit verslag
toegevoegd.
BIJLAGE 1
Samenstelling.
Bij de aanvang van het jaar 1947 was het
Gemeentelijk Scheidsgerecht, dat bij besluit van
de Gemeenteraad van 20 Augustus 1946 weder
is in gesteld met ingang van 1 September 1946,
samengesteld uit de heren:
Mr. W. Lunsingh Tonckens, lid-voorzitter,
Prof. Dr. G. A. van Poelje, plaatsvervangend
lid-voorzitter, beiden benoemd door de Gemeen
teraad; Jhr. Ir. J. Roëll en Jhr. Mr. R. W. J.
den Tex, leden; Ir. J. D. Tours, Mr. D. J.
Veegens, Dr. F. H. van der Laan en Ir.
W. J. Harders, plaatsvervangende leden, allen
gekozen door de directeuren van Gemeentelijke
diensten en bedrijven; W. Bokeloh en L.
Buurman, leden; Mr. J. van Wolveren, Mr.
G. J. Lammers, Meijer de Vries en Mr. J. B. M.
Overmars, plaatsvervangende leden, allen ge
kozen door de vakverenigingen van ambtena
ren en werklieden, die recht hebben op ver
tegenwoordiging in de Centrale Commissie
van Overleg. Door het aanvaarden van een
gemeentebetrekking in de loop van het jaar
was de heer L. Buurman genoodzaakt als lid
af te treden; in zijn plaats werd gekozen de
heer Meijer de Vries, tot dusver optredende als
plaatsvervangend lid. Als plaatsvervangend lid
is daarna door de vakverenigingen aangewezen
Mr. B. J. Geveke.
Met het secretariaat werd belast Mr. WT.
Nieuwhoff, hoofd der afdeling Sociale Zaken
der Gemeentesecretarie. Plaatsvervangende
secretarissen waren de heren L. van der Wulp
en Mr. J. Velders, onderscheidenlijk referen
daris en adjunct-referendaris bij genoemde af
deling.