INLEIDING.
v«
ling en werkwijze Commissie van Toezicht en
Advies voor het Gemeentelijk Bureau voor de
Huisvesting. De Raad stelde voorts in een
Commissie van Advies inzake de Woonruimte-
wet 1947. De rond 20 000 licht en zwaar be
schadigde woningen bij de bevrijding waren
eind 1947, tot op 267 zwaar beschadigde na,
alle hersteld. Tot einde 1947 werd de bouw
van rond 1 500 Gemeente- en verenigingswonin-
gen goedgekeurd en gegund; de herbouw van
ruim 100 verwoeste woningen werd ter hand
genomen. Met de bouw van het nieuwe Stadhuis
op het Alexanderveld werd in het verslagjaar
begonnen. Op 31 Maart 1947 stak oud-Burge
meester De Monehy de eerste spade in de grond.
Gemeentewerken en Gemeenteplantsoenen
zorgden voor een verder herstel van bestrating,
openbare gebouwen, parken en plantsoenen.
De toeneming der bevolking stelde ook het
onderwijs voor problemen; bijzondere zorg
baarde de vraag hoe de bevolkingsaanwas als
gevolg van de enorme stijging van het aantal
geboorten, straks op de scholen zal moeten wor
den opgevangen. De behoefte aan uitbreiding
van het vakonderwijs deed zich sterk gevoelen;
zo sprak de Gemeenteraad de noodzakelijkheid
uit van oprichting en instandhouding van drie
nieuwe ambachtsscholen, drie huishoudscholen
en een vakschool voor meisjes, een dag-vak-
school voor banketbakkers, een weg- en water
bouwkundige opleiding aan de Technische
School der Academie van Beeldende Kunsten
en van een opleiding voor vliegtuig-instrument-
makers aan de Luchtvaart-technische School.
De uitbreiding van de industrie had in het
verslagjaar de bijzondere aandacht van het
Gemeentebestuur. De personeelssterkte bij de
Haagse industriële ondernemingen met tien en
meer personen (uitgezonderd de openbare nuts
bedrijven) nam voortdurend toe, om aan het
einde van 1947 het topcijfer van 27 354 (waar
onder 22173 arbeiders) te bereiken. De totale
omzet der ondernemingen steeg van f 180 mil-
lioen in 1946 tot f 238 millioen in 1947. een ver
meerdering met bijna 1ls. De voor het buiten
land bestemde omzet nam toe van f 6.4 millioen
tot f 19,6 millioen, dus tot ruim het drievoudige.
De voornaamste exporterende industrieën waren
de metaalnijverheid, die in 1947 voor rond f 7,5
millioen uitvoerde en de voedings- en genotmid
delenindustrie met een export ter waarde van
f 6.7 millioen. Met een open oog voor de moge
lijkheden op industriëel gebied stelde de Gemeen
teraad op 22 December 1947 in de „Commissie
van Bijstand voor de economische ontwikke
ling” als vaste commissie uit de Raad, met de
Wethouder van Economische Zaken, Dr. B. van
In het jaar 1947 ging de gemeente ’s-Graven-
hage voort met haar arbeid om steeds meer te
komen tot normale verhoudingen in het na-oor-
logse bestel.
Op 31 December 1947 telde ’s-Gravenhage ruim
542 000 inwoners, hetgeen betekende, dat het
zielental sinds de bevrijding met meer dan 90 000
was toegenomen. Geen der zustersteden heeft
gedurende de oorlogsjaren en daarna een zo
sterke bevolkingsbeweging gekend. Hoewel de
bevolkingstoeneming in 1947 (18 375) zeer veel
geringer was dan die in 1946 (47 333), geven de
statistieken over het verslagjaar op velerlei
gebied der Gemeentelijke samenleving ten op-
zich te van het jaar 1946 hogere cijfers te zien.
De langdurige en hete zomer bracht records op
i het gebied van baden (rond 3 millioen in totaal)
I en waterverbruik (14.2 millioen m3). Bij de
Duinwaterleiding en het Gemeentelijk Electri-
citeits-Bedrijf viel ten opzichte van het voor
gaande jaar een toeneming van de winsten vast
te stellen; bij het Gasbedrijf sloeg het verlies in
winst om, terwijl bij het Slachthuis het verlies
terugliep. Dit laatste bedrijf was nog het enige
van de vier „productieve” bedrijven, dat in het
verslagjaar een negatief financieel resultaat
boekte; hierbij moet niet uit het oog worden
verloren, dat juist dit bedrijf nog het meest door
de rantsoenering werd getroffen.
Records werden ook geboekt met het aantal
telefoon- en radiodistributie-aansluitingen in de
Gemeente. Ook de ciifers van het vervoer en de
opbrengst daarvan bij de zich steeds verder her
stellende Haagse Tramweg-Maatschappii lieten
die van vorige jaren ver achter zich; ditzelfde
geldt voor de intercommunale autobusdiensten
van de Westlandse Stoomtram-Maatschappij.
Helaas was 1947 ook een recordjaar met be
trekking tot het aantal verkeersongevallen met
als gevolg dood of ernstig letsel. Een record-
laagtecijfer viel daarentegen te constateren ten
aanzien van de sterfte (7.1 %o). De verhoudin
gen op het terrein der volksgezondheid waren
niet ongunstig. De besmetteliike ziekten gaven
een scherpe daling te zien, hoewel diphtheritis
en t.b.c. nog altijd de aandacht bleven vragen.
Mede door het hoge na-oorlogse getal van ves
tigingen, huwelijken en geboorten bleef het
huisvestingsprobleem hoogst urgent. Het nij
pende gebrek aan woonruimten (bet tekort aan
woningen werd geschat op 25 600 percelen;
18 pCt. van het aantal huishoudens was inwo
nend bij anderen) was aanleiding om enkele
bestaande verordeningen en bepalingen op dit
gebied te herzien. De Gemeenteraad legde een
en ander vast in een tweetal Verordeningen
Woongelegenheid en in de Verordening instel-