9
3
Openbaar middelbaar en voorbereidend hoger
onderwijs.
Het schoolgeld is geregeld in de Verordening
No. 6 van 1943.
Algemeen.
Staat VI geeft een overzicht van de stand der
schoolgeldheffing over de schoolgeldjaren 1945/
1946 en 1946/1947.
In het algemeen is de maatstaf voor het ver
schuldigde schoolgeld het totaal bedrag, dat de
schoolgeldpliehtige verschuldigd is wegens in
komstenbelasting over het bij de aanvang van
het schoolgeldjaar laatst verlopen kalenderjaar
en wegens vermogensbelasting over het bij de
aanvang van het schoolgeldjaar lopende belas
tingjaar.
Voor het opleggen van de schoolgeldaanslagen
is de Gemeente dus afhankelijk van de gegevens
van de Rjjksbelastingadministratie. Ten gevol
ge van de achterstand bij deze administratie
worden de nodige gegevens eerst laat ont
vangen.
Openbaar en bijzonder gewoon, voortgezet ge
woon en uitgebreid lager onderwijs.
Van het schoolgeldjaar 1945/M6 af gelden de
tarieven van het „Tijdelijk Besluit schoolgeld
lager onderwijs 11145”, met dien verstande, dat
voor het gewoon en het voortgezet gewoon lager
onderwijs het vermenigvuldigingseijfer 2 geldt
(zie het Raadsbesluit van 11 Februari 1946, Bijl.
No. 19). Voor het uitgebreid lager onderwijs
geldt het vermenigvuldigingseijfer 1.
Krachtens de bij Besluit van de Burgemeester
van 23 September 1943 (B.V. No. 568) vastge-
stelde verordening zijn geheven 190 opcenten op
de hoofdsom der grondbelasting op de gebouw
de eigendommen en 110 opcenten voor de onge
bouwde eigendommen. De opbrengst heeft over
1947 bedragen onderscheidenlijk f 3.947.975,en
f 23.213,—.
Tot 1 Juni 1947 was de Gemeente voor de
heffing der personele belasting ingedeeld in de
tweede klasse, behoudens een gedeelte van Loos-
duinen, dat in de vierde klasse was geplaatst.
De Raad besloot in zijn vergadering van 13
Januari 1947, Bijl. 17, het gedeelte van Loos-
duinen te plaatsen in de derde klasse. Dit be
sluit is goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
29 September 1947, No. 51.
Het belastingjaar loopt van 1 Juni tot 1 Juni.
Voor het belastingjaar 1946/1947 zijn geheven
73229 Gemeenteopcenten (Verordening No. 1
van 1945) met een opbrengst van f 2.628.543,
De Gemeente stelt een vermenigvuldigings-
cijfer vast, waarmede het aan haar toegewezen
grondbedrag wordt vermenigvuldigd. Van 1942
af geldt voor de Gemeente het vermenigvuldi-
giugscijfer 2,4.
Van de opbrengst komt het deel, dat berekend
wordt naar het vermenigvuldigingseijfer 1, ten
bate van het Gemeentefonds. Het overige, dat
is dus de opbrengst berekend naar het verme-
nigvuldigingscijfer 1,4, komt rechtstreeks ten
bate van de Gemeente.
Over 1947 is rechtstreeks in de Gemeentekas
gevloeid een bedrag van f 3.576.000,—.
De directeur der
Gemeentebelastingen,
KLEIJN MOLEKAMP.
’s-Gravenhage, 12 Juli 1949.
Ingevolge de bepalingen van de Drankwet
(Stbl. 1931, No. 476) moet de helft van de zuivere
opbrengst van het hotelvergunningsrecht en
van het verlofsrecht aan het Rijk worden afge
dragen.
Openbaar voorbereidend lager onderwijs.
Het schoolgeld is geregeld in de Verordening
No. 9 van 1944; evenals de andere schoolgelden
wordt het ingevorderd door de Gemeenteont
vanger op een aan elke schoolgeldpliehtige toe
te zenden aanslagbiljet.
De zuivere opbrengst van het vergunnings-
eu verlofsrecht heeft bedragen:
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
in 1946.
ill 1947.
f 30.538,—
1939/40
1946/47
1947/48
School Doorniksestraat
School Leyweg
Schoolgelden.
1946/1947.
4.838,20
5.884,50
10.722,70
Verpleeggelden Gemeentelijke openlucht- en
buitenscholen.
Het verpleeggeld is geregeld in de Verorde
ning No. 7 van 1943.
De opbrengst heeft bedragen:
V erpleegge: d jaa r
1945/1946.
f 3.712,—
6.034.20
Totaal f 9.746,20
Opcenten grondbelasting.
Opcenten personele belasting.
Ondernemingsbelasting.
vergunnings
recht 103.717,50 92.265,— f 80.442,50 f 104.271,25
hotelvergun-
ningsrecht 846,25 617,50:.,
verlofsrecht.
903,75
12.231.25
1945'46 I
846,25 617,50’., 686,87
11.306,25/,, 11.206,25 11.818,75
Vergunnings- en verlofsrecht.
voor het innemen van openbare
Gemeentegrond met motor
rijtuigen vóórof in de omgeving
van liet woonhuis, kantoor enz. f