organisatorisch terrein valt te vermelden de op richting van de „Vereniging van Exporteurs van Visserij producten te Scheveningen”. De Visserijschool, tijdens de bezetting gesloten, werd op 6 Januari heropend. De badplaats Scheveningen had een goed jaar, ook al konden enkele grote hotels, die door de oorlog schade opliepen, hun bedrijf nog niet her vatten. Het te Scheveningen gehouden muziek festival leidde tot de totstandkoming van de „Stichting Holland-Festival”, welke jaarlijks een groot internationaal festival zal organiseren, waarvan het Kurhaus een belangrijk centrum zal zijn. De Noord-Zuid-Hollandse Vervoer Maatschappij (de „Blauwe Tram”) hervatte op 2 Juni haar dienst op Scheveningen; de Neder landse Spoorwegen volgden op 15 Juni. Een nieuwe attractie vormden de dagelijkse pleizier- tochten per motorschip Van der Wjjck van de Scheveningse haven uit langs de kust; hiervan werd een druk gebruik gemaakt. De bemoeiing van de Gemeentelijke overheid met de kunst kwam in een nieuw stadium. Wa ren in de loop van 1947 alle kunstzaken, met in begrip van de toneelzaken, alsmede het artis tieke gedeelte der sociale kunstopdrachten ko men te ressorteren onder de Wethouder van On derwijs, de heer J. van Zwijndregt, tegen het einde van het verslagjaar werd een nieuwe afde ling, Kunstzaken, aan de Gemeentesecretarie toegevoegd. De Gemeenteraad riep een tweetal stichtingen in het leven, de Jan-Campertstich- ting voor de bevordering der Nederlandse letter kunde en de Johan-Wagenaarstichting voor de bevordering der Nederlandse scheppende toon- Voor het vreemdelingenverkeer was 1947 een goed jaar. Het aantal gasten in de hotels steeg tot ruim 159 000 (in 1946 111000); dit cijfer is rond de helft hoger dan het vooroorlogse. Het aantal buitenlandse gasten steeg eveneens aan zienlijk. Groot was in de zomermaanden de acti viteit van het Haags Vacantie-Comité: in totaal deden meer dan 250 000 personen hun voordeel met het vacantieprogramma. Een triomf werd de intocht van ruim 600 Limburgse mijnwerkers, die enige dagen de gast van het Comité waren als dank voor het in de afgelopen barre winter gepresteerde. Vermelding verdient, dat het vliegveld Ypen- burg in Mei 1947 officieel werd heropend. De exploiterende maatschappij stelde o.a. een lucht taxidienst in op Gent en Knocke. Ypenburg speelt een niet onbelangrijke rol voor de sport- vliegerij en de instructie-luchtvaart. De Konink lijke Luchtvaart-Maatschappij opende ter verge makkelijking van het verkeer tussen ’s-Graven- hage en Schiphol een speciaal autobusstation aan de Kalvermarkt. den Tempel, als voorzitter. De taak der com missie is de Raad voor te lichten in zaken, be trekking hebbende op de voortgang van het economisch herstel, alsmede over veranderin gen, die zich o.a. op technisch gebied voltrekken en waarvan moet worden verwacht, dat zij de oplossing zullen eisen van vraagstukken, die het economische leven van de stad raken. Gedacht werd hierbij o.a. aan de bouw van „industrieflats” en „industrieparken” en aan de aanleg en inrichting van industrieterreinen, mede met het oog op de wijze, waarop de uit gifte van industrieterreinen geschiedt. Op verzoek van het Gemeentebestuur stelde de Hoofdgroep Ambacht een enquête in onder bepaalde groepen Haagse ambachtsbedrijven, ten einde te peilen, in hoeverre belangstelling bestond voor vestiging in zg. centrale-werk- plaatsengebouwen. Dit bij 293 bedrijven inge stelde onderzoek wees uit dat er behoefte aan werkplaatsen bestond tot een totale oppervlakte van ruim 59 000 m3, waarbij een voorkeur voor ruimte in het centrum der stad bleek te bestaan ter grootte van ruim 24 000 m3. Het in totaal bij deze bedrijven werkzame ambaehtspersoneel bedroeg ruim 2 600 personen, hetgeen neerkomt op een gemiddelde van 9 ambachtslieden per bedrijf; voor het gehele ambachtsbedrijf kan dit gemiddelde op 3 tot 4 man worden gesteld. Met betrekking tot het Loosduinse tuinbouw bedrijf is te vermelden, dat de omzetten der beide Loosduinse groenteveilingen practisch even hoog waren als in 1946, d.w.z. ongeveer 2,/'2 maal zo hoog als de vooroorlogse. De scheepvaartbew’eging, zowel in de vissers- haven als in de binnenhaven, vertoonde een te ruggang. De zeevisserij, behoudens de haring visserij, zag haar opbrengsten teruglopen. De Scheveningse haringvloot herstelde zich krach tig van de zeer zware slagen, haar door de bezetter toegebracht; meer dan 100 loggers kozen zee. Dank zij de hoge prijzen waren de besom mingen hoger dan ooit te voren: 1947 houdt het record met rond f 17 millioen. Ettelijke millioe- nen heeft de Scheveningse haringvangst in het verslagjaar aan de Nederlandse deviezenschat toegevoegd. De voor de ingang van de havenhoofden lig gende drempel, die indertijd uit overwegingen van defensieve aard werd gehandhaafd maar een voor de visserij lastig obstakel vormde, werd in de loop van het jaar verwijderd. In het nijpende gebrek aan koelhuisruimte werd gedeeltelijk voorzien door ingebruikne ming van nieuw gebouwde ondergrondse koel ruimte en door huur van koelruimte in het bin nenland. Een nieuwe industrie deed haar intrede te Scheveningen door de vestiging van een vis- traanfabriek op coöperatieve grondslag. Op VIII

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1947 | | pagina 9