I. ALGEMEEN.
1
dienst der stadsontwikkeling EN VOLKSHUISVESTING VAN 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1948.
Personeel.
Het bij de Dienst werkzaam zijnde personeel
bestond op 31 December 1948 uit 165 ambtenaren,
In September 1948 bepaalden Burgemeester
en Wethouders, dat in den vervolge bij nieuwe
aanvragen inzake industrieterreinen de belang
hebbenden naar de afdeling Economische Za
ken der Gemeentesecretarie dienen te worden
verwezen.' Bij inwilliging van de aanvragen
werd de verdere behandeling aan de Dienst op
gedragen.
waarvan 102 in vaste en 63 in tijdelijke dienst. Op
die datum waren ook nog werkzaam 61 vaste, 26
tijdelijke en 19 losse werklieden, alsmede 10
werkvrouwen in dienst van de congierge, totaal
derhalve 106 werklieden en 10 werkvrouwen.
Van de Gemeentelijke Dienst voor Schoolkin-
derzorg was een vaste werkman bij de Dienst
gedetacheerd.
Van het vaste personeel waren 3 ambtenaren
en 1 werkman gedetacheerd bij de Stichting
„Centraal Woningbeheer”.
Dienstgebouwen.
De dienstgebouwen verkeerden in goede staat.
Er werden enige verbeteringen aangebracht en
het noodzakelijke onderhoudswerk werd ver
richt. Door verschillende oorzaken vond het nij
pende ruimtevraagstuk ook dit jaar nog geen
oplossing.
II. STADSONTWIKKELING.
1. Survey.
Onder de titel „Enige grondslagen voor de
stedebouwkundige ontwikkeling van ’s-Graven-
hage” verscheen in September het in boekvorm
gegoten resultaat van de survey. Aan tal van
personen en instellingen is een exemplaar toe
gezonden, terwijl het ten behoeve van het pu
bliek in verkoop is gebracht.
De bewerking van de enquête betreffende de
bedrijven werd in 1948 door de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Zuid-Holland na
beschouwing van de resultaten afgesloten.
In Juli 1948 werd aan Burgemeester en Wet
houders machtiging gevraagd voor het houden
van een volledige verkeerstelling in ’s-Graven-
hage en de randgemeenten (in 1949). Ter voor
bereiding werden enige proeftellingen gehou
den.
Inzake de behoefte aan schoolruimte werd
contact onderhouden met de afdeling Onderwijs
der Gemeentesecretarie. Aan de Wethouder van
Onderwijs en Kunstzaken werden in de loop van
het jaar de meest recente gegevens betreffende
de omvang en de verdeling der schoolbevolking
toegezonden. Ten behoeve van het door de direc
teur van de Gemeentelijke Dienst voor de We
deropbouw op te stellen werkplan 19491957
werden schema’s opgesteld inzake de bouw van
woningwetwoningen en particuliere woningen
in de komende jaren en het daarbij behorende
programma van aanleg van bouwterreinen.
Ten einde te komen tot een verdere analyse
van uitbreidingsplannen is in 1948 een begin
gemaakt met de bestudering van de oppervlak-
te-indeling van verschillende plannen.
Beheer.
De Dienst der Stadsontwikkeling en Volks
huisvesting werd beheerd door Burgemeester en
Wethouders, bijgestaan door de Commissie voor
de Plaatselijke Werken en Eigendommen. Op
31 December 1948 bestond deze Commissie uit
mevrouw N. C. Bouma—van Strieland en de
heren J. W. van den Akker, Jhr Mr J. M. M.
van Asch van Wijck, G. W. Hijlkema, K. J.
Nieukerke en Th. C. J. van der Valk. Voorzitter
was de Wethouder van Openbare Werken, We
deropbouw en Volkshuisvesting, Ir L. J. M.
Feber.
Organisatie.
Mede in verband met de omstandigheid, dat
de directeur van de Gemeentelijke Dienst voor
de Wederopbouw aan Burgemeester en Wethou
ders had medegedeeld, dat hij in de loop van
1949 zijn functie niet meer zou vervullen, heb
ben Burgemeester en Wethouders de Raad in
overweging gegeven de veelomvattende werk
zaamheden betreffende de wederopbouw en de
stadsontwikkeling, welke ten nauwste met el
kaar samenhangen, in één Dienst te verenigen.
Daartoe is het naar het oordeel van Burge
meester en Wethouders nodig een Dienst voor
de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling in
het leven te roepen. Als gevolg van deze com
binatie van taken zullen de Gemeentelijke
Dienst voor de Wederopbouw en de Dienst der
Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting worden
opgeheven. Daarentegen zullen worden inge
steld een Gemeentelijke Woningdienst, waaron
der de bemoeiingen met de volkshuisvesting
zullen ressorteren en een Dienst voor het Ge
meentelijk Grondbedrijf.
In zijn vergadering van 29 November 1948
verenigde de Raad zich met dit voorstel, waar
aan in dit verslagjaar echter nog geen uitvoe
ring werd gegeven.
BIJLAGE 17