17
werden enige wijzigingen bij het College inge
diend.
Op 11 November 1948 werden de stukken ter
beoordeling ingediend bij de Commissie van Ad
vies voor de Uitbreidingsplannen in Zuid-Hol-
land.
In overleg met de stedebouwkundige werd be
sloten slechts één van de twee in het plan ge
projecteerde blokken te bouwen. Voor de uitvoe
ring van dit ene bouwblok zal een wijziging
van het uitbreidingsplan nodig zijn, gezien de
door de architecten voorgestelde bebouwing.
Tot inzending van zodanige wijziging kwam het
dit verslagjaar niet.
Bij brief van 27 September 1948 werd het ont-
werp-wederopbouwplan „Zeearendstraat” aan
Burgemeester en Wethouders ingezonden. De
heer W. M. Dudok kan zich met dit plan ver
enigen. Bij brieven van 11 en 19 November 1948
plan”, gelegen tussen de lste-Van-den-Bosch-
straat en de Laan van Nieuw Oost Indië, in af
wachting van de beslissing betreffende het re
geringscentrum en het spoorwegvraagstuk. Op
27 Mei 1948 berichtte de Minister, dat hij geen
overwegende bezwaren had tegen de voorgestel
de partiële behandeling van het betreffende ge
deelte van het plan.
Op 12 Juli 1948 deelden Burgemeester en Wet
houders de Minister van Wederopbouw mede,
dat het op de bespreking van 1 April 1948 toe
gezegde nieuwe model van het Bezuidenhout-
plan en het saneringsplan Spui, uitgebreid met
het Binnenhof en omgeving, opgesteld staat in
de dienstgebouw^en aan de Van-Speykstraat 75.
Na bezichtiging hiervan op 5 October 1948 deel
de de Minister op 24 November 1948 aan het
College van Burgemeester en Wethouders mede,
dat de Ministerraad spreiding van eventueel te
stichten departementsgebouwen met behoud
van het Binnenhof als centrum, een aantrekke
lijker gedachte vond dan die, waarvan architect
Dudok is uitgegaan. Naar aanleiding hiervan
heeft de heer Dudok bij brief van 6 December
1948 uitvoerig aan Burgemeester en Wethou
ders gerapporteerd.
Op 25 November 1948 w erd een nota van toe
lichting voor het herbouwrplan Bezuidenhout,
gedeelte B, aan Burgemeester en Wethouders
toegezonden; inzending van een gewijzigde kos
tenraming voor dit gedeelte volgde op 29 No
vember 1948.
Op 2 September 1948 werd aan Burgemeester
en Wethouders machtiging gevraagd om bij de
uitwerking van het basisplan Bezuidenhout
voor de Bezuidenhoutseweg een, in overleg met
de heer Dudok en de leden van de verkeerseon-
ferentie vastgesteld, gewijzigd profiel aan te
houden en de stukken, nodig voor de vaststel
ling van de nieuwe rooilijnen, in gereedheid
te brengen.
Betreffende dit plan kan worden vermeld, dat
de Minister van Wederopbouw en Volkshuis
vesting op 3 Januari 1948 aan het College van
Burgemeester en Wethouders bericht heeft ge
zonden geen bezw aren daartegen te hebben.
Ten aanzien van personen, die hier de her-
bouwplicht zullen vervullen, behoudt de Minis
ter zich het recht voor op de financiële conse
quenties daarvan nader terug te komen.
Op 10 Mei 1948 wrerd het ontwerp van archi-
teet Dudok tot herschepping van Scheveningen
behandeld in de Commissie Badplaats Scheve
ningen, waarbij werd besloten, dat de heer Du
dok zijn plannen nader zou uitwerken. Bjj brief
van 10 November 1948 werden de plannen aan
Burgemeester en Wethouders voorgelegd, met
verzoek te beslissen, of de braakliggende gron
den dienen te w’orden aangekocht, dan wel of er
de voorkeur aan wrordt gegeven, dat de eigena
ren dezer gronden tot herbouw7 overgaan. Aan
het einde van het verslagjaar was nog geen
beslissing genomen.
Op 2 Februari 1948 werd bij het College van
Burgemeester en Wethouders een voorstel in
gediend tot wijziging van de bij de verordenin
gen no. 1 (A en B) van 1941 behorende kaart
voor het gedeelte „Moerweg I”. Bij brief van
16 Februari 1948 werd een schetsontwerp voor
het gedeelte „Moerweg II” en het eerste gedeelte
van „Moerweg IV” bjj het College van Burge
meester en Wethouders ingediend.
Het deel „Moerweg IV”, tweede gedeelte,
hield geen rekening met de Gemeentegrens,
maar vond zijn beëindiging op het grondgebied
van de gemeente Rijswijk.
Op 2 October 1948 werd door architect Dudok
het ontwerp voor de nader uitgewerkte delen
„Moerweg II en IV” bij Burgemeester en Wet
houders ingediend. De Burgemeester van Rijs
wijk bleek in principe bereid aan de vaststel
ling van dit plan zijn medewerking te verlenen.
Op 8 October 1948 werd het plan voor de be
treffende delen II en IV aan de Commissie van
Advies voor de Uitbreidingsplannen in Zuid-
Holland ingezonden; op dezelfde datum had
toezending plaats aan Burgemeester en Wet
houders van Rijsw’ijk.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
4
Uitbreidingsplan „Nieuweweg (Lsd.)".
Wederopbouwplan „Zeearendstraat”.
Uitbreidingsplan „Waldeck".
Wederopbouwplan „Herschepping-Scheveningen”
Uitbreidingsplan „Moerweg".