17
5'
Daar het door de Gemeente voorgenomen
bouwen van een complex woningen aan de Ves-
taweg in de Binckhorstpolder niet in overeen-
Bij brief van 19 Juni 1948 aan Burgemees
ter en Wethouders werd voorgesteld de op
het uitbreidingsplan betrekking hebbende ver
ordeningen nos. 15 en 16 van 1939 te -wijzigen in
verband met veranderde bestemming van gron
den, gelegen tussen de Goudreinetetraat, de Bos
besstraat en de Haagweg, met de daaruit voort
vloeiende rooilijnwijzigingen. Tevens werd
machtiging verzocht om de voor de ter-inzage-
legging nodige stukken gereed te inaken. De
gevraagde machtiging werd 11 Augustus ver
leend.
In het verslagjaar werd door de heer W. M.
Dudok bij brief van 15/251 Juli 1948, het ontwerp
voor de wijziging van dit plan aan Burgemees
ter en Wethouders ingezonden.
Door deze wijziging komt dit plan in overeen-
slemming met het structuurplan en wordt een
etere verkaveling der gronden mogelijk.
Bij brief van 31 December 1948 deelde de
Commissie van Advies voor de Uitbreidings
plannen in Zuid-Holland mede zich in het alge
meen te kunnen verenigen met de indeling en
de bebouwingsdichtheid. Met het oog op de in
het plan opgenomen verbindingsweg met wes
telijk Delft, werd het plan door de Commissie
in handen gesteld van de Provinciale en de
Rijkswaterstaat. Deze organen achtten het ge
wenst de rooilijnafstand tussen de gebouwen
langs de verlengde Moerweg op ten minste 100 m
te stellen, ten einde voor de toekomst de moge
lijkheid open te houden de uitvalsweg naar
Delft en Schiedam kruisingsvrij te maken.
Voorts werden enige opmerkingen gemaakt
betreffende de groenverbinding tussen „De
Voordes” en de groenstrook langs de ringspoor-
baan in de richting Loosduinen en betreffende
de, in sommige gevallen, betrekkelijk geringe
afstand tussen de achtergevels en de verkave-
ling.
Betreffende het gedeelte „Moerweg III” kan
worden medegedeeld, dat op 13 Februari 1948
de conceptwijzigingen van de verordening no.
17 (A en B) van 1940 aan Burgemeester en Wet
houders werden toegezonden.
Bij brief van 7 Juni 1948 werden nog enkele
wijzigingen van het uitbreidingsplan „Moer-
weg III”, 2de en 3de gedeelte, bij genoemd Col
lege ingediend en werd machtiging gevraagd
een desbetreffende wijziging van de verorde
ning voor te bereiden, welke machtiging door
het College werd verleend bij schrijven van 27
Juli 1948.
Bij brief van 17.Februari 1948 werd door de
heer Dudok het ontwerp-uitbreidingsplan voor
een gedeelte van de Escamppolder aan Burge
meester en Wethouders aangeboden.
Het onderdeel „Leyweg” van dit plan werd
door de heer Dudok bij brief d.d. 15 Juli 1948
aan het College gezonden.
Dit project biedt plaats aan ruim 7 000 wo
ningen. In de brede groenstrook, die de weste
lijke begrenzing van dit plan vormt, is een de
finitieve plaats voor de volkstuinen ingeruimd.
Op 1 December 1948 werden de stukken aan de
vaste Commissie van de Provinciale Stedebouw-
kundige Dienst ter beoordeling gezonden.
Inzake het onderhavige plan werd door de di
recteur van de Gemeentelijke Dienst voor de
Wederopbouw op 21 December 1948 bij brief
aan Burgemeester en Wethouders een beoorde
ling gegeven en machtiging gevraagd om het
plan gereed te maken, ten einde daarop als ba
sisplan de goedkeuring van de Raad te vragen.
Bij brief van 27 Januari 1948 werd aan Burge
meester en Wethouders machtiging verzocht
voor het storten van puin op een terrein, gele
gen ten Zuiden van het Zuiderpark. Op 25 Fe
bruari 1948 volgde, na overleg met de heer Du
dok, een ontwerp voor de uiteindelijke aanleg
van deze puinstortplaats. Bij brief van 17 Maart
1948 keurden Burgemeester en Wethouders het
ontwerp goed.
Bij brief van 25 October 1948 aan Burgemees
ter en Wethouders werd een voorstel tot door
trekking van de Ketelstraat (Zuidzijde) tot aan
de Trekweg ingezonden.
Door wijzigingen in dit plan kunnen in totaal
meer woningen worden gebouwd dan oorspron
kelijk ontworpen waren, terwijl tevens werd
voorzien in speciale huisvesting voor ouden van
dagen.
Bij brief van 9 November 1948 werd nog een
wijziging van dit plan ingediend, betrekking
hebbende op een lusvormige beëindiging van
een tramlijn van de N.V. Gemengd Bedrijf
„Haagse Tramweg-Maatschappij”; de tramlijn
zal in dit geval ten dele op Rijswijks grondge
bied komen te liggen. Burgemeester en Wethou
ders van die gemeente hebben hieraan hun me
dewerking toegezegd en zich bereid verklaard
een gedeelte der kosten voor rekening van de
gemeente Rijswijk te nemen.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
Uitbreidingsplan Binckhorst”.
Uitbreidingsplan ,,’s-Gravenhage-West".
Uitbreidingsplan „Leyenburg".
Uitbreidingsplan „Leyweg".
Uitbre’-dingsplan „Broekslootkade”.