17
6
stemming was met de ter plaatse in het
structuurplan geprojecteerde hoofdverkeersweg,
berichttè het College van Burgemeester en Wet
houders bij brief van 8 Maart 1948, dat de wo
ningbouw ongestoord voortgang dient te hebben
en dat de aansluiting van de geprojecteerde in
valsweg zal moeten vervallen om te worden ver
vangen door een aansluiting ten Z.O. van de
Binckhorsthaven.
De tekening, nodig voor de herziening van
het plan, w’erd op 3 Augustus 1948 aan Burge
meester en Wethouders gezonden.
Naar aanleiding van de gebleken behoefte
aan industrieterrein in dit gebied werden op
19 October 1948 bij Burgemeester en Wethou
ders de stukken ingediend inzake uitbreiding
van de Binekhorsthavens. In zijn vergadering
van 29 November 1948 besloot de Raad tot aan
leg van twee havenarmen, aanleg en riolering
van de nodige straten enz.
Bij brief van 7/9 December 1948 verzochten
de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland naar
aanleiding van dit Raadsbesluit nadere inlich
tingen, welke door Burgemeester en Wethou
ders werden verstrekt op 29 December 1948.
Op 18 November 1948 werd een tekening van
het profiel van de Binckhorstlaan bij Burge
meester en Wethouders ingediend.
Het oordeel van de Commissie van Advies
voor de Uitbreidingsplannen in Zuid-Holland
over dit nieuwe profiel werd gevraagd op 23 De
cember 1948.
Westland, omvattend van de gemeente ’s-Gra-
venhage het gedeelte bewesten de lijn, well-.e
loopt van de zeekust langs de Kjjkduinsestra; t,
Laan van Meerdervoort, Palestrinaweg, Mo-
zartlaan, Nieuwe Slag, Loosduinseweg en Le-
weg, zomede de gronden begrensd door de
Strijpkade, Korte Laak, Erasmusweg en de
spoorlijn naar Delft en de Broeksloot.
In het onderhavige gebied kunnen geen bij
zondere rooilijnen, bouwverboden exL meir
worden vastgesteld, dan na ingewonnen advies
van de Vaste Commissie van de Provinciale
Stedebouwkundige Dienst. Bij brief van 22
December 1948 deelden Burgemeester en Wet
houders mede dit besluit toe te juichen, maar
het te betreuren, dat dit tot stand is gekomen,
zonder dat voldoende gelegenheid is geboden
voorlichting te geven ten aanzien van de belan
gen, welke voor de Gemeente daarbij zijn be
trokken in het bijzonder ook wat de begrenzing
betreft.
Er wordt echter op vertrouwd, dat het genomen
besluit geen belemmering zal vormen ten aan
zien van de stadsuitbreiding en woningvoor-
ziening.
Aansluitend op het vermelde in het verslag
over 1947 kan worden medegedeeld, dat de Com
missaris der Koningin in de Provincie Zuid-
Holland bij brief van 17 Februari/2 Maart 1948
berichtte, dat het hem niet bekend was, dat Bur
gemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage
onkundig waren van het denkbeeld van het ge
meentebestuur van Wassenaar betreffende de
afkondiging van de voorbereiding van een
streekplan.
Voorts kwam tot uiting, dat de betrekkelijk
onverwachte afkondiging het gevolg is geweest
van bijzondere omstandigheden en dat er geen
sprake van is, dat het opmaken van het streek
plan zal geschieden, zonder dat diepgaand
overleg zal plaats hebben met de gemeente
’s-Gravenhage.
Het bleek in de bedoeling te liggen, dat de
heer Dudok het uitbreidingsplan voor het ge
bied tussen de spoorbaan naar Scheveningen,
de Leidsestraatweg jn de bebouwde kom zon
ontwerpen, waarna de Provinciale Stedebouw-
kundige Dienst onmiddellijk met zijn werk
zaamheden kan aanvangen. Hierbij bleken geen
verschillen over de bestemming van de betrok
ken terreinen te bestaan.
In Mei 1948 werd een schetsplan aan Burge
meester en Wethouders van ’s-Gravenhage en
van Wassenaar, alsmede aan de Provinciale
Stedebouwkundige Dienst gezonden.
Naar aanleiding van binnengekomen opmer
kingen werd het plan herzien.
Aansluitend op het jaarverslag over 1942 kan
worden medegedeeld, dat op 2 November 1948
door de Commissaris der Koningin in de Pro
vincie Zuid-Holland is besloten over te gaan tot
voorbereiding van een streekplan voor het
Op 18 Augustus 1948 werd dit plan door de
heer Dudok bij Burgemeester en Wethouders
ingediend. Machtiging werd gevraagd dit plan
te zenden aan de Commissie van Advies voor
de Uitbreidingsplannen in Zuid-Holland.
De uitbreidingsplannen „Reigersbergen” en
„Mariahoeve” zijn met het plan voor Voorburg
samengevoegd in één ontwerp-basisplan, dat op
25 Februari 1948 door de heer Dudok aan Bur
gemeester en Wethouders werd gezonden. Op
19 Maart 1948 werd het eveneens gestuurd aan
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Voorburg.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
Streekplan „Wassenaar”.
Streekplan „Westland".
Uitbreidingsplan „Duttendel”.
Uitbreidingsplan „Voorburg 's-Gravenhage".
(„Mariahoeve Reigersbergen").