21 f aangifte aangesteld personeel, vordert het in halen van de achterstand betreffende de in de afgelopen jaren uitgevoerde werken hoewel gestadig niet in een zodanig tempo, dat dit omvangrijke werk binnen afzienbare tijd als geëindigd is te beschouwen. De op grond van de circulaires van 17 Juni en 1 December 1947 aan het Ministerie van Financiën te zenden gege vens eisen vaak veelvuldig en tijdrovend over leg met de verschillende bedrijven en diensten. Bovendien doen zich bij dit werk steeds de ge volgen gevoelen, dat de betreffende voorschrif ten vrij laat, eigenlijk te laat, zijn gegeven, waardoor tijdens de bezetting en onmiddellijk na de bevrijding uiteraard niet altijd die maat regelen zijn genomen om zowel de schaden als de oorzaken en de gevolgen zodanig te regi streren, dat reconstructie op eenvoudige wijze en binnen redelijk korte tijd mogelijk is. Zodra de aanmeldingstermijn van na de bevrij ding in uitvoering genomen werken is verstre ken, zal een aanvang worden gemaakt met een onderzoek bjj de afdeling Financiën, naar ge durende de bezettingstijd door de Gemeente gedane uitgaven, die op grond van de thans in het ontwerp van de Wet „Financiering Weder opbouw Publiekreehtelijke Lichamen” gegeven omschrijving tot de oorlogsschade gerekend kunnen worden. Deze wijze van werken is gekozen op grond van de overweging, dat het Ministerie van Fi nanciën in afwachting van de later te verlenen Rijksbijdragen, slechts renteloze voorschotten verstrekt op die herstelwerken, waarvan in gevolge de circulaire van 1 December 1947 een schade-aangifte bij genoemd Ministerie is ingezonden en voor de uitvoering waarvan een goedkeuringsbon is verstrekt door het Ministe rie van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Bovendien heeft de hierboven bedoelde werk wijze in samenhang met de verstrekking van renteloze voorschotten bepaalde financiële voor delen voor de Gemeente, hetgeen met de inzen ding van schade-aangiften inzake gedurende de bezettingstijd gemaakte herstelkosten niet het geval is. Op laatstbedoelde schadegevallen toch worden geen renteloze voorschotten verstrekt, terwijl de afwikkeling uiteraard wacht op de totstandkoming van het thans ingezonden wetsontwerp. In de hiernavolgende staat A. wordt een over zicht gegeven van het aantal en het totale be drag der tot en met 31 December 1948 op grond van de circulaires van 17 Juni en 1 December 1947 bij het Ministerie van Financiën ingezon den schade-aangiften. VERSLAG GEMEENTELIJKE DIENST VOOR DE WEDEROPBOUW. Financiën ingezonden schade-aangiften. Omschrijving. Aantal. Bedrag. 1.061.540,10 45 >1 1.293.467,30 1 465.022,70 1 en f 18.764.612,90 575 160 14 167 43 40 28 1 36 21 15 S 1 4.512.016.94 3.582.939,24 370.703,66 143.238,65 188.068,63 141.025,20 3.508 057,31 289.417.90 2.642.420,78 467.676,61 42.989,64 56.028.24 de tot en Materiële schade. Onroerende goederen. Openbare werken Plantsoenen, parken en beplantingen Installaties der Gemeentelijke nutsbedrijven in de stad, t.w. transformatorstations, buizen, kabels, leidingen, aansluitingen, meters enz Openbare gebouwengebouwen, opstallen en andere onroerende goederen van bedrijven en diensten Privaatrechtelijke Gemeente-eigendommen Gemeentewoningen (Woningwet) Onroerende goederen van bijzondere scholen Roerende goederen. Koerende goederen van de Gemeente Roerende goederen van bijzondere scholen Door de Gemeente geleden immateriële schade, wegens leveringen en diensten aan de v.m. Duitse bezettingsmacht, geallieerden, Militair Gezag, huurderving enz. Niet door de v.m. Duitse bezettingsmacht gerestitueerde vergoedingen voor transporten in verband met aanleg verdedigingswerken enz Niet door de v.m. Duitse bezettingsmacht gerestitueerde vergoedingen wegens inkwartie ringen bij particulieren Huurvergoeding Oude Alexanderkazerne wegens ingebruikneming door geallieerde Nederlandse troepen Door de Gemeente betaalde zoengelden Noodvoorziening ten gevolge van inundatie Escarnp- en Uithofpolder (schadebeperkende maatregelen) 36 diverse kleinere objecten tot een gezamenlijk aantal en bedrag van A. OVERZICHT van met 1948 bij het Ministerie van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 267