18 Gevers-Deynootweg no. 103 (in de loop van 1948 geheel gerestaureerd)De-Mildestraat no. 1Bezuidenhoutse- weg no. 33; Huygenspark no. 60; Posthuis Kijkduin en Gymnastieklokaal Teylerstraat; voorts schietterrein in de duinen aan de Laan-van- Poot; Sportterrein Zuiderpark; Posthuis Holl. Spoor; posthuis Staats-Spoorterrein aan de Leidsestraatweg voor het rijdend posthuiseen weide aan de Benoorden- houtseweg voor de paarden van de Bereden politie. Vele percelen waren gedurende de Duitse bezetting verwaarloosd. De afdeling Gebouwendienst van de Politie heeft alle krachten moeten inspannen om ze weer enigszins toonbaar te maken. In 1948 werd het onderhoudswerk met kracht voortgezet. Jeepsurveillance. Afdeling Uitvoerende dienst. In het verslagjaar werd de dienst verricht met 9 sur veillancejeeps. Bovendien was één jeep ter beschikking voor de opleiding tot jeepchauffeur. Van 8 Juni 1948 af waren voor de surveillance twee stationcars aanwezig, terwijl met ingang van dezelfde datum twee surveillance jeeps werden afgevoerd. Tenslotte waren twee solo- motoren beschikbaar voor twee hoofdinspecteurs- districtschef en een voor de Commissaris van Politie, chef van bovengenoemde afdeling. In totaal werden 6 085 processen-verbaal opgemaakt. De jeeps werden uitsluitend gebruikt voor surveillance- doeleinden, voor het verlenen van assistenties en het uitvoeren van dienstopdrachten. 90 man waren belast met de bediening van de sur veillancejeeps c.q. stationcars. Afdeling Verkeerspolitie. Op 31 December 1948 telde de afdeling 143 perso neelsleden, terwijl de dienst werd verricht met 7 jeeps, 2 station-cars, 1 personenauto, 22 solomotoren en 1 motor met zijspan. Tot de werkzaamheden behoorden het handhaven van en het uitoefenen van controle op de Motor- en Rijwielwet, de Wegenverkeersregeling, de Wet Open bare Vervoermiddelen, de Wet Autovervoer Personen met de nog gehandhaafde Uitvoeringsbesluiten en Vervoersvoorschriften, de Rijtijdenwet, het Rijtijden besluit, de Wet Woonwagens en woonschepen alsmede de Algemene Politieverordening voor ’s-Gravenhage, meer in het bijzonder de hoofdstukken I, II en XV. De afdeling Verkeerspolitie behandelde bovendien de verkeersongevallen, de controle op auto- en rijwiel- bewakers, de regeling van het verkeer, de rij- en par- keerregeling bij bijzondere gebeurtenissen en de ver horen van personen naar aanleiding van processen verbaal van andere gemeenten. In 1948 maakte het personeel der Verkeerspolitie 13 019 processen-verbaal op. Hiervan werden er 8 792 door het surveillerende personeel opgemaakt. Terzake van aanrijdingen binnen de Gemeente wer den 1 221 processen-verbaal opgemaakt. In verband met diverse overtredingen hier ter stede gepleegd en geconstateerd door personeel van de Uit voerende Dienst of van de Verkeerspolitie werden 1172 processen-verbaal van verhoor opgemaakt, waarvan 174 de Rijtijdenwet en de Wet Autovervoer Personen betroffen. In verband met aanrijdingen buiten de stad werden 292 processen-verbaal van verhoor opgemaakt en we gens diverse overtredingen 1 418, waarvan er 410 de Rijtijdenwet en de Wet Autovervoer Personen betroffen. In 1 144 gevallen werden bestuurders van motor rijtuigen in de gelegenheid gesteld daaraan bij controle gebleken gebreken te herstellen of papieren te tonen. Er vonden 6 3451) verkeersongevallen plaats, waarbij 32 personen werden gedood, 374 ernstig en 1 318 licht gewond. Voor ernstige verkeersongevallen werd 646 malen uitgerukt. Voor begeleidingen (optochten, officiële personen, bijzondere transporten e.d.) werd 299 maal uitgerukt. Voor het regelen van aan- en afrijden en parkeren bij partijen en recepties werd 131 maal uitgerukt. Terzake van gebreken aan de openbare straatver lichting, (lantaarns, zuilen en pijlen) werden 3 503 meldingen doorgegeven aan de afdeling Openbare ver lichting van het Gemeentelijk Electriciteits-Bedrijf. Bereden politie. In het jaar 1948 had de bereden brigade de beschik king over 24 paardenhet aantal manschappen varieer de van 24 tot 32. Naast de gewone surveillance, die op 1 April 1948 werd gewijzigd in surveillance door telkens 1 agent te paard in tegenstelling met de tot nu uitgevoerde surveillance door telkens 2 bereden agenten, werden vele optochten begeleid en assistentie verleend bij af zettingen en feestelijkheden op de openbare straat. Gedurende het verslagjaar werden 990 processen- verbaal opgemaakt. Criminaliteit. In 1948 kwamen bij de Politie 11 611 aangiften van misdrijf in. Aan de Justitie werden 3 852 processen- verbaal toegezonden, opgemaakt terzake van misdrijf, waaronder 972 wegens diefstal en 355 terzake van zedendelicten. Als verdacht van misdrijf werden 4 882 personen aangehouden; 1 507 van hen werden in verzekering gesteld; 638 aan de Officier van Justitie voorgeleid. Voorts werden 11 307 personen naar een politie bureau geleid, onder wie 5 181 terzake van overtre dingen en wel 761 terzake van openbare dronkenschap. In totaal werden terzake van overtredingen 45 711 processen-verbaal aan de Justitie toegezonden, t.w. 5 566 terzake van overtredingen van de Algemene Politieverordening voor ’s-Gravenhage; 1 530 terzake van overtredingen opgenomen in het Wetboek van Strafrecht; o.a. 30 wegens straatschenderij en 761 we gens openbare dronkenschap; 1 549 wegens over treding der Provinciale- en Waterschapsverordeningen en 37 000 terzake van overtreding der bijzondere administratieve wetten en besluiten. 1) Zie ook bladzijde 27.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 27