23 1 GEMEENTELIJK BUREAU VOOR DE HUISVESTING. VERSLAG OVER HET JAAR 1948. Huur en onderhoud gebouw, verwarming enz. Het Bureau bleef in 1948 onder gebracht in de hogere burgerschool voor meisjes, Stadhou- derslaan 84. Het aantal ter beschikking gestel de lokaliteiten bleef ongewijzigd. De verschul digde huur onderging geen verandering, terwijl ten aanzien van het onderhoud van het gebouw dezelfde regeling van kracht is gebleven. Ondanks aangewende pogingen de capaciteit van de verwarmingsinstallatie op te voeren, bleef deze verre beneden redelijke eisen, zodat ook in deze winter door plaatsing van kachels een dragelijke kamertemperatuur moest worden verkregen. In de loop van het jaar werden voorbereidin gen getroffen voor de bouw van een nieuw kantoorgebouw, daar het gebouw aan de Stad- houderslaan weer in zijn geheel voor het onder wijs nodig was. Het onderhoud van het meubilair en het schoonhouden van het gebouw geschiedde op dezelfde wijze als in het vorige jaar. Ter uitvoering van de „Verordening sub-ont- vangers 1947” werden bij schrijven van Burge meester en Wethouders van 25 Juli 1948, eorr. no. 206676 (IX) afd. F., met ingang van 1 Juli 1948 als hoofd en plaatsvervangend hoofd van de administratie bij het Bureau onderscheidenlijk aangewezen de chef van de afdeling Algemene Zaken en de chef van het Secretariaat. Deze aanwijzing bracht behoudens onder- In dienst van het Bureau waren: Moeilijkheden met het personeel bleven dit jaar beperkt tot een enkel geval van ontslag met rechtsvervolging. De wettelijke bepalingen, op grond waarvan het Bureau zijn werkzaamheden verricht, ble ven in 1948 ongewijzigd. De jurisprudentie, welke zich geleidelijk vormde m.b.t. de toepas sing van de Woonruimtewet 1947, leerde op welke wijze deze wet kon worden toegepast. Ter verkrijging van een vastere gedragslijn kwam een nauwere samenwerking tot stand met het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor het gebruik van woonruimte voor andere doelein den dan bewoning. De Commissie van Toezicht op het Bureau bleef in dezelfde samenstelling werkzaam. De in dit jaar aftredende leden, mevrouw A. E. J. de VriesBruins en Mr W. R. G. C. van Solinge, werden bij besluit van de Gemeente raad d.d. 26 April 1948 opnieuw benoemd. De Commissie van Advies, bedoeld in artikel 8 van de Woonruimtewet 1947 (Commissie vor dering Woonruimte), waarvan de leden elk jaar opnieuw worden benoemd, onderging bij besluit van de Gemeenteraad d.d. 19 October 1948 wijziging in haar samenstelling. Het af tredende lid, de heer G. J. Th. Bakker, zitting hebbende voor de huiseigenaren, werd be noemd tot plaatsvervangend lid. In zijn plaats werd tot lid benoemd de heer J. O. van Griet- hujjsen. De samenwerking met de gemeenten Leid- sehendam, Rijsv’ijk, Voorburg en Wassenaar resulteerde in uniforme grondslagen voor de richtlijnen voor het verlenen van vergunnin gen tot het in gebruik nemen van woongelegen heid en tot een overeenkomst voor het onder ling uitwisselen van bewoners. Op 20 Januari 1948 werd het Plaatselijk De- mobilisatie-Comité opgericht. Op 7 Februari had de installatie plaats van de leden der sub commissies; een hiervan is die voor de huis vesting. Deze sub-commissie bestaat uit 3 leden, t.w. mevrouw B. WijersNort en de heren A. J. van Hagen (voorzitter) en C. A. Taselaar (se cretaris), en behandelt de huisvestingsaange- legenheden van demobilisanten, waarvan de verdere uitvoering geschiedt door het Bureau aan de hand van de onderhavige beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken en de geldende richtlijnen. BIJLAGE Datum. Totaal. 1947 1948 1948 1948 1948 Vaste ambte naren. 18 18 18 18 17 17 2 1 4 4 4 Arbeids- contrac- tanten. 168 162 147 148 147 142 186 182 166 170 168 163 Gedeta cheerde ambte naren. Algemene zaken. Personeel. 31 December 1 Januari 1 April 1 Juli 1 October 31 December 1948 Organisatie en beheer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 293