27
9
mee werd de grovere sluitkool tegen een bepaal
de maximumprijs aan de handel afgegeven ter
verdeling onder de winkeliers, die aan een ze
kere verkoopsprijs gebonden waren. Ook werd,
ten einde het binnenlands verbruik door de ex
port van uien niet te schaden, omstreeks Decem
ber de bepaling in het leven geroepen, dat elke
handelaar in dat artikel een zeker percentage
van zijn omzet beschikbaar moest stellen tegen
verlaagde prijs.
Door het ontbreken van de aanvoer van peen
en uien, als gevolg van de beëindiging van het
seizoen en de voortdurende lage prijsnoteringen
voor koolsoorten aan de veilingen, waren de toe
wijzingen in het kader van de zg. goedkope
groenten-actie sterk teruggelopen. In verband
hiermee werd bepaald, dat in Maart de volgende
producten tegen de volgende prijzen moesten
worden geleverd: rode kool 25 cent, gele kool 16
cent, kroten 14 cent en rapen 12 cent, alles per kg.
Het Bedrijfschap voor Groenten en Fruit kon
digde in Augustus 1947 een margeregeling af
voor de groot- en kleinhandel in groenten, welke
voor de détailhandel inhield, dat bij verkoop
der producten maximaal 30 pCt. winst plus
vracht- en fustkosten mocht worden berekend,
totdat het maximum van f 0,25 per kilo of per
stuk was bereikt.
Deze margeregeling had vele klachten van de
zijde der handelaren tot gevolg, zodat zij zich
beijverden de verordening buiten werking te
stellen of wijzigingen daarin te verkrijgen,
welke hun bezwaren zouden kunnen ondervan
gen. Het Directoraat-Generaal van de Prijzen
was echter alleen bereid goedkeuring aan een
opheffing te verlenen, als de tuinbouw, te zamen
met de groot- en kleinhandel, een regeling
treffen, die behoorlijke groenteprijzen voor
de consument in het vooruitzicht stelde. In on
derlinge samenwerking kwam deze regeling tot
stand. Zij hield in, dat vanwege het Centraal-
Bureau voor de Tuinbouwveilingen in een groot
aantal dagbladen in een aantrekkelijke vorm
mededelingen zouden worden gedaan, welke
groentesoorten tegen behoorlijke prijzen op een
bepaald ogenblik voor het publiek verkrijgbaar
zouden zijn.
Men trachtte hiermede te voorkomen, dat het
publiek, zoals voorheen het geval was, in de pe
riode van bloemkool b.v. in hoofdzaak naar
bonensoorten vraagt en in die der bonen zich
speciaal voor bloemkool interesseert.
Twee doelstellingen werden hiermee nage
streefd: ten eerste wilde men het publiek een
aanwijzing geven op welke wijze de beste groen
ten in een bepaald seizoen tegen redelijke prij
zen kunnen worden verkregen; ten tweede wilde
men voorkomen, dat gedurende zeker jaarge
tijde, bij een overvloedige aanvoer van een zeker
product, daarvan weinig gebruik wordt ge
maakt.
Het Directoraat-Generaal van de Prijzen had
in deze regeling een dusdanig vertrouwen, dat
het bereid werd gevonden aan het buitenwer
king stellen van de margeregeling zijn goedkeu
ring te verlenen.
Omtrent deze aangelegenheid werd van het
Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening de volgende voorlichting gegeven.
„De ontwikkeling van de groenteprijzen.
De groenteprijzen zijn in de achter ons liggende
tijd en wel speciaal in het voorjaar aan
critiek, voornamelijk van de zijde der consu
menten, onderhevig geweest, waarbij de consu
menten dan veelal tot de conclusie kwamen, dat
de prijzen der groenten onredelijk hoog lagen.
Velen leiden het begrip „duur” af uit een ver
gelijking met vroegere prijzen en trekken hier
toe vaak een vergelijking met vooroorlogse
prijzen. Zij concluderen dan, dat de groenteprij
zen thans enige malen hoger zijn dan die van
voor de oorlog.
Dit laatste is echter niet verwonderlijk, gelet
op de algemene stijging van het gehele loon- en
prijspeil sinds de oorlog. Bovendien vergete men
niet, dat de buitengewoon lage groenteprijzen
van vóór de oorlog het gevolg waren van onge
zonde economische verhoudingen, en deze ver
houdingen zal wel niemand terug wensen. We
kunnen dus moeilijk een vergelijking trekken
met de vooroorlogse toestand.
Aangezien in het afgelopen jaar het loon- en
prijspeil vrijwel constant is gebleven, kunnen
we als maatstaf nemen de prijzen, die vorig jaar
om deze tijd golden. Bij vergelijking blijkt, dat
de groenteprijzen zich over het algemeen op het
zelfde niveau als vorig jaar bewegen of soms
nog iets daar beneden liggen. De prijzen lopen
echter voor verschillende kwaliteiten en vooral
in verschillende perioden sterk uiteen, zodat
men bezwaarlijk op een bepaald moment van
een normale prijs kan spreken. Sterk treedt het
verschijnsel op, dat de consument die soorten
groenten wenst, die op dat moment nog schaars
zijn. En dan is het natuurlijk niet te verwonde
ren, dat hij hoge prijzen moet betalen.
Om dit verschijnsel, dat leidt tot klachten over
dure groenten, te bestrijden, propageert het Cen
traal Bureau voor de Tuinbouwveilingen perio
diek het verbruik van bepaalde groenten gedu
rende de perioden, dat deze groenten betrekke
lijk overvloedig voorkomen. En men kan be
zwaarlijk zeggen, dat men voor deze groenten
veel moet betalen”.
Bij de behandeling van een deel der begroting
van het Ministerie van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening werd ten aanzien van de
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.