28 168 personen; 2 personen; 32 personen; het 2 136 personen, wachtgeld werden in mannelijke ambtenaren zijn overleden. Aange steld werden 21 personen, t.w. 18 mannelijke en 2 vrouwelijke ambtenaren alsmede 1 tijdelijke werkman. De leider van de hulp-secretarie in de voor malige gemeente Loosduinen werd tevens be last met de leiding van het in dat gebouw on- dergebrachte bijkantoor van de Distributie- dienst, zodat diens wedde slechts gedeeltelijk op de salarispost van de Dienst drukt. Het aantal personen, dat wegens het plegen van onregelmatigheden niet eervol werd ontsla gen, bedroeg 18, in welk getal 9 ambtenaren zijn begrepen, die reeds einde 1947 door Burgemeester en Wethouders waren geschorst, maar omtrent wie het College eerst in 1948 een beslissing kon nemen. Op 31 December 1948 was ter zake van fraude nog 1 ambtenaar voorlopig met inhou ding van wedde geschorst. Op grond van het inmiddels gewezen arrest werd hij in de eerste dagen van Januari 1949 voor niet-eervol ontslag voorgedragen. Aan een, op vermoeden van fraude, voorlopig geschorste ambtenaar, die echter in hoger beroep was vrijgesproken, werd om disciplinaire redenen door Burgemeester en Wethouders ontslag aangezegd. In verband met een nadere behandeling dezer zaak voor het Ge meentelijk Scheidsgerecht, was aan het einde van het verslagjaar omtrent de ontslagverle ning nog geen beslissing genomen. Aan een amb tenaar, die wegens tewerkstelling elders sedert de bevrijding buitengewoon verlof met inhou ding van wedde genoot, zegden Burgemeester en Wethouders einde December 1948 ontslag aan, aangezien bij een eventuele terugkeer aan zijn diensten geen behoefte meer zal bestaan. Ten gevolge van de vermindering van aantal in gebruik zijnde dienstgebouwen, onder ging ook het schoonmaakpersoneel een evenre dige vermindering en wel met 13 werkvrouwen. Op 31 December waren nog 11 vrouwen voor schoonmaakdiensten aanwezig. In de loop van 1948 kwam een nieuwe salaris regeling voor het Gemeentelijk distributieper- soneel tot stand, waaraan, in verband met de inwerkingtreding van een nieuwe salarisrege ling voor het Gemeen tepersoneel, terug werkende kracht tot 1 Augustus 1947 werd verleend. De uit dien hoofde over 1947 achterstallig geworden bedragen werden in Mei aan het personeel uit betaald. Met ingang van 1 Januari 1948 werd deze regeling, voor zoveel betreft de daarbij vastgestelde salarisgroepen V tot en met VII, ten gevolge van de incorporatie van de zg. tweede 5 pCt. tijdelijke toelage, gewijzigd. De uitbetaling van deze salarisverhoging geschied de in September. Ook voor 1948 werd de 2 pCt. vacantiegratificatie op het distributiepersoneel van toepassing verklaard; uitbetaling hiervan had plaats in de maand Juli. dere worden samengevoegd, waardoor, overeen komstig de bedoeling van de regering, een aan zienlijke inkrimping van de personeelsbezetting werd bereikt. In het verslagjaar werd uit dien hoofde aan 229 ambtenaren en tijdelijke werklieden, met in achtneming van de voorgeschreven opzegter mijn, eervol ontslag c.q. eervolle beëindiging der tewerkstelling aangezegd. Bij de keuze van degenen, die voor afvloeiing in aanmerking zijn gebracht, werd, naast de be langen van de Dienst, zoveel mogelijk rekening gehouden met de sociale omstandigheden van de ambtenaren en/of hun gezinnen. In de loop van het jaar, te beginnen met 3 Ja nuari, kwamen in het genot van wachtgeld Ingetrokken, wegens het zich niet houden aan de voorschriften 1 persoon Uitgetrokken in de loop van het jaar 29 personen; Vervallen door overlijden Aantal wachtgelders op 31 De cember 1948 Tijdens het genot van 1948 geplaatst in overheidsdienst 24 en in par ticuliere betrekkingen 35 personen. Onder de op 31 December 1948 nog op wacht geld staande personen bevonden zich er 20, die herplaatst waren in overheidsdienst en 25, die werkzaam waren bij een particuliere werkgever, zodat op dat tijdstip derhalve nog 90 personen zonder werk waren. Ingevolge de in de Uitkeringsregeling gestelde voorschriften worden de door betrokkenen na het ontslag verkregen nieuwe inkomsten uit of in verband met arbeid op het wachtgeld in min dering gebracht. Op 31 December 1948 waren bij de Dienst werkzaam 286 personen, welk aantal als volgt was samengesteld: 12 in vaste Gemeentedienst; 198 tijdelijke mannelijke ambtenaren; 57 tijde lijke vrouwelijke ambtenaren en 19 tijdelijke werklieden. Daar op 1 Januari 1948 de sterkte van het personeel 594 personen bedroeg, liep de totale bezetting derhalve terug met 308 personen. Afwezig wegens militaire dienst, buitenge woon verlof enz., waren 40 ambtenaren, zodat de effectieve personeelsbezetting op 31 Decem ber 1948 bedroeg 246 ambtenaren en werk lieden. Gedurende het jaar 1948 werden 326 personen (209 mannelijke en 99 vrouwelijke tijdelijke amb tenaren, 17 tijdelijke werklieden en 1 ambtenaar in vaste Gemeentedienst) ontslagen; 3 tijdelijke VERSLAG VAN DE CRISIS- EN DISTRIBUTIEDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 357