31 NOODHYPOTHEKENFONDS. 3 Aflossingen. De in 1948 ontvangen aflossingen bedroegen in totaal f 581.120,waarvan f 522.945,wegens algehele aflossing van 36 leningen en f 4.000,— wegens tussentijdse gedeeltelijke aflossing. Vergoeding voor vervroegde aflossing. Aan vergoeding voor vervroegde aflossing werd ontvangen een bedrag van f 821,41. Rente. De rentevoet voor de 8 in 1948 gesloten lenin gen bedroeg voor 7 leningen 4 pCt. en voor 1 lening 4% pCt. Bij de 53 in 1948 voortgezette leningen werd de rentevoet voor 2 leningen bepaald op 3'/z pCt., voor 6 leningen op 3% pCt., voor 44 leningen op 4 pCt. en voor 1 lening op 4% pCt. Voor normale posten, d.w.z. voor hypotheken tot ongeveer 70 pCt. van de geschatte waarde van het onderpand, bedroeg de rente, evenals in het vorige jaar, in het algemeen 4 pCt. Bij de voortzettingen werd de rentevoet in ge vallen, waarbij de bestaande rente lager lag dan de voor die posten geldende rentevoet, gehand haafd op dit lagere percentage. In geen enkel geval werd dus de rente verhoogd. Van 5 leningen tot een gezamenlijk bedrag van f 64.105,werd de rentevoet verlaagd. Executies. Tot executie van onderpanden werd in 1948 niet overgegaan. Door sanering van een bestaande hypotheek, in verband met geleden oorlogsschade, kon een vroeger door de Hypotheekbank afgeschreven bedrag aan niet ontvangen (toen oninbare) rente van die lening worden omgezet in een hypothe caire lening ten behoeve van het Noodhypothe- kenfonds. Dit bedrag kwam hierdoor ten goede aan de exploitatie van de Hypotheekbank. Met andere ontvangsten ter zake van vroegere tekorten werd in totaal ontvangen een bedrag van f 39.600,—. Rekening. Ten einde, zoals hiervoor reeds is vermeld, in het vervolg een meer normale verhouding te verkrijgen tussen de hypotheekrente en de kapi taalrente, werd het restant van het disagio en de leningskosten, ten bedrage van f 77.200, geheel afgeschreven. Hierdoor zijn de jaarlijkse (gedeeltelijke) afschrijvingen, welke een verho ging betekenden van de kapitaalrente en daar door een verzwaring van de jaarlijkse lasten, voor volgende jaren komen te vervallen. Van genoemd bedrag werd f 9.600,dit is de gebruikelijke jaarlijkse minimum afschrij ving van ongeveer 25£ pCt. van het oorspron kelijke bedrag, ten laste van de exploitatie gebracht. Voor afschrijving van het overige ad f 67.600,werd beschikt uit het reservefonds van de Hypotheekbank, hetgeen in de rekening is verantwoord als uitkering door de kapitaal- dienst aan de gewone dienst. Na bovengenoemde afschrijvig van f 9.600,op het disagio en de leningskosten leverde de exploitatie een over schot op van f 47.935,83. Dit bedrag werd, in afwachting van nadere beslissingen dienaan gaande in 1949, voorlopig gereserveerd voor afschrijving van vermoedelijk niet inbare rente of mogelijke andere verliezen. Het totaal hier voor gereserveerde bedrag beliep op 31 Decem ber 1948 f 150.595,44. Beheer. De behandeling der aanvragen en de admini stratie der verdere zaken betreffende het Fonds bleven opgedragen aan de Gemeentelijke Hypo theekbank. Ingesteld in 1916 had het Fonds oorspronkelijk ten doel het verstrekken van tweede hypo theken, als aanvulling van de eerste hypotheken der Gemeentelijke Hypotheekbank, ter bevor dering van de aanbouw van middenstandswo- ningen, waaraan in de jaren van de eerste ■wereldoorlog een tekort was ontstaan. Later werden uit dit Fonds slechts in zeer bijzondere gevallen hypotheken verstrekt (Verordening 1930, no. 23). Voor het overige moge worden ver wezen naar het in de jaarverslagen over 1917, 1918 en 1919 medegedeelde. Na de tweede wereldoorlog bleek het gewenst, dat bij het Fonds de mogelijkheid werd gescha pen o.a. in verband met oorlogsschade en dergelijke, waarbij niet op andere wijze in het bevorderen van woningherstel kan worden voor zien of waarbij een algemeen belang is betrok ken leningen te verstrekken onder tweede (bij uitzondering zo nodig volgende) hypothe cair verband. Bij Raadsbesluit van 7 Juni 1948 Kapitaal. Kapitaal werd in 1948 bij de Gemeente niet opgenomen. Op het kapitaal werd afgelost een bedrag van f 443.520, Reserve. Met de baten van het reservefonds over 1948 ad f 48.553,80 en na bovenbedoelde beschikking uit het reservefonds van f 67.600,bedraagt de reserve op 31 December 1948 f 1.289.895,79 of 44 pCt. van het bedrag der uitstaande hypo theken. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 395