33 Werkzaamheden. S Samenwerking met verschillende instellingen. Het Bureau moet uit de aard van zijn werk zaamheden met vele instellingen samenwerken. Zeer nauw contact werd onderhouden met de in de Stichting van de Arbeid saamgebonden vak verenigingen, wier werkloze leden via haar eigen apparaat werden uitbetaald. Ook dit jaar was de samenwerking met de betrokken vakorgani saties uitstekend. Dit geldt tevens voor de sa menwerking met de Rijkseonsulent voor Sociale Bijstand voor de vier grote steden en met de plaatselijke contactambtenaren van het Ministe rie van Sociale Zaken, terwijl ook een aange naam contact bestond met de ambtenaren van het Gewestelijk Arbeidsbureau, de Sociale Raad en tal van andere instellingen, waarmede het Bureau regelmatig in aanraking kwam. zien van de plaatselijk geldende lonen overleg noodzakelijk bleek. Hierbij wordt opgemerkt, dat vrijwel voor alle bedrijven, waarvoor aan vankelijk geen collectieve arbeidsovereenkomst bindend was verklaard, door het College van Rijksbemiddelaars loonregelingen werden vast gesteld. Moeilijkheden ten aanzien van de toe passing daarvan zoals bekend is het bedrag der overbruggingsuitkering gebaseerd op het ter plaatse geldende loon van de aanvrager deden zich niet voor. In de vacantieweek (2-7 Augustus) werd wederom bijslag op de vacantiebonnen verstrekt. In overleg met de vakorganisaties is deze bij slag ook aan de georganiseerden rechtstreeks door het Bureau uitbetaald. In totaal ontvingen 285 personen de bedoelde bijslag. In de periode van 22 Augustus tot 9 October werkten verscheidene Haagse werkloze arbei ders bij de Havenarbeidsreserve te Rotterdam. Deze arbeid geschiedde in taken. Over de dagen, waarop niet werd gewerkt, is door de Haven arbeidsreserve overbruggingsuitkering betaald, welk bedrag later met het Bureau voor Werk lozenzorg is verrekend (f 620,69). In verband met het naderende winterseizoen werden in December sneeuwruimerskaarten uitgereikt aan 1000 personen, die uitkering genoten. Extra werk veroorzaakte de reeds vermelde circulaire van het Ministerie van Sociale Zaken d.d. 12 November 1948. waarbij ook aan onder de beide regelingen vallende personen de zg. Joekes-gulden met terugwerkende kracht tot 1 November 1948 werd toegekend. In verband hiermede moest in 1186 gevallen de bruto uit kering, alsmede de in te houden loonbelasting en ziekenfondspremie worden herzien. Arbeids besparing kon worden verkregen door de ont heffing van de verplichting tot het uitreiken en doen invullen van werknemersverklaringen (len behoeve van de Inspectie der Belastingen terzake van de in te houden loonbelasting) aan en door personen, die uitkering ontvangen inge volge de overbruggings- of sociale bijstands- regeling. Deze ontheffing werd op verzoek van het Bureau met ingang van 1 Januari 1948 door de Inspecteur der Belastingen te ’s-Gravenhage onder bepaalde voorwaarden verleend. Over 1948 werden 8907 loonbelasting- kaarten bij de Inspectie der Belastingen inge diend. Gedurende het gehele jaar werden (ten behoeve van de Districtsraad van het Consu- mentencredietj van degenen, die overbruggings- c.q. sociale bijstandsuitkering genoten en con- sumentencrediet hadden ontvangen, de weke lijkse terugbetalingstermijnen ingehouden en hiervoor zegels geplakt op de zg. spaarkaarten. Ten einde een meer efficiënte werkwijze te verkrijgen werd met ingang van 6 December de bestaande wijkindeling, voor zover deze de arbeid der sociale werkers betrof, vervangen door een alphabetische indeling. Sindsdien wordt iedere werkloze „op naam” geholpen in plaats van „volgens wijk”. Om practische rede nen moest de wijkindeling voor de ambtenaren van de onderafdeling Controle (buitendienst) worden gehandhaafd. Wat deze afdeling betreft, volgt op blz. 4 een overzichtje, waaruit blijkt hoeveel rapporten over 1948 werden uitgebracht. Vergeleken met 1947 kan het verslagjaar een relatief rustig jaar worden genoemd. Van strenge of langdurige vorstperioden, welke het aantal werklozen plotseling sterk doen stijgen, was dit jaar geen sprake. In het voorjaar was er slechts een korte vorstperiode van 19 Febru ari tot 6 Maart met in totaal 1889 vorstuit- keringen en December gaf twee kortstondige vorstperioden met onderscheidenlijk 93 en 653 vorstuitkeringen. Ook was er hoegenaamd geen sneeuwval. Slechts op één dag (21 Januari) moest de door het Bureau administratief voor bereide reserve worden ingeschakeld bij sneeuw- ruimingswerkzaamheden; dit betrof 126 man. Nadat op 28 Februari het hoogste aantal per sonen, dat uitkering genoot, was bereikt (1548 normale gevallen en 1 021 vorstwerklozen) daal de dit aantal geleidelijk, totdat op 7 Augustus de laagste stand van het jaar werd bereikt. Op dat tijdstip waren er 723 personen bij het Bu reau in uitkering. Daarna nam de werkloosheid van week tot week weer toe; op 31 December 1948 ontvingen rond 2 800 personen (waarvan 602 vorstwerklozen) overbruggings- c.q. sociale bijstandsuitkering. VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING. De uitvoering van de overbruggings- bijstandsregeling. en sociale

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 415