33 Revisiecomm issie. a. b. van Plaatsel ijke Adv iescom m issie. 1 De Revisiecommissie adviseert aan de Minis ters van Sociale Zaken en Economische Zaken ten aanzien van het uiteindelijk in te nemen standpunt. De samenstelling en vergaderingen der Plaat selijke Commissie. De samenstelling van de Plaatselijke Advies commissie te ’s-Gravenhage, zoals die in het verslag over 1947 is vermeld, onderging in het verslagjaar slechts in zoverre wijziging, dat in plaats van de heer M. W. van Daalen, die naar Indonesië vertrok, per 1 Mei 1948 de heer H. Statema, adjunct-commies bij het Gemeentelijk Bureau voor Werklozenzorg en Personeelsvoor ziening, tot secretaris werd benoemd. De Commissie is in 1948 slechts tweemaal in vergadering bijeen geweest. In haar eerste ver gadering besloot zij om de sedert geruime tijd ingevoerde methode van schriftelijke behande ling van de uit te brengen adviezen te besten digen. In de tweede vergadering werd voorna melijk behandeld de hulpverlening aan kunste naars. Deze personen werden voorheen als armlastigen ondersteund door de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen. Het bleek even wel, dat de Minister van Sociale Zaken geen bezwaren had de kunstenaars als zelfstandigen te beschouwen en hen, zo nodig, onder de rege ling te laten vallen, mits zij aan de gestelde voorwaarden voldoen. Met ingang van 1 Oc tober 1948 werden als gevolg hiervan de op die datum bij de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen in ondersteuning zijnde kunstenaars, die daarvoor in aanmerking kwamen, door het Gemeentelijk Bureau voor Werklozenzorg over genomen. Dit had tot gevolg, dat op de uit keringen aan deze categorie voortaan 50 pCt. Rijkssubsidie kon worden ontvangen. na bekomen goedkeuring van de Minister van Sociale Zaken, een tegemoetkoming worden toegestaan tot 50 pCt. boven het bedrag, dat zij zouden kunnen ontvangen ingevolge de sociale bijstandsregeling. In dit geval dient de bestem ming geheel of gedeeltelijk te worden voorge schreven (bijv, voor de betaling van vaste lasten). Bovendien kan, indien ook deze hogere uitkering nog niet voldoende blijkt te zijn, nog een tegemoetkoming worden verstrekt, doch dan alleen als renteloos voorschot, met geheel of gedeeltelijk voorgeschreven bestemming en na verkregen ministeriële goedkeuring. Groep C: personen, die in wezen credietwaar- dig zijn en door of met behulp van gecombi neerde bijstand van een crediet (krachtens de door of vanwege het Rijk dienaangaande ge troffen regelingen) en een tegemoetkoming op gelijke voet als voor groep-B is omschreven, in staat gebracht kunnen worden wederom als zelfstandige in het onderhoud van zich en hun eventueel gezin te voorzien. Zoals hieruit blijkt, gelden voor de tot deze groep behorende personen de uitkeringsbepa- lingen, zoals die hierboven voor de zelfstandigen van groep B zijn weergegeven. Voor de uitkeringen ingevolge deze regeling ten aanzien van de groepen B en C geldt bo vendien, dat de toekenning van de hulp steeds geschiedt voor een tijdvak van drie maanden. Na afloop van dit tijdvak moet elk geval op nieuw worden bezien. Over het algemeen zal de hulp niet langer dan een half jaar achtereen mogen worden verleend. Uitzonderingen op deze regel zijn, na bekomen goedkeuring van de Minister van Sociale Zaken, toegestaan. Opgemerkt wordt, dat hierboven volledig heidshalve de drie groepen, zoals die thans worden onderscheiden, zijn weergegeven. De groepen A en B bestonden ook reeds bij de regeling 1943, groep C is thans hieraan toege voegd. Ook in de nieuwe regeling werd voor ge meenten, waar zich ten minste 10 gevallen van hulpverlening ingevolge deze regeling voordoen, de instelling van een Plaatselijke Adviescom missie verplicht gesteld. Deze Commissie, welke le ’s-Gravenhage reeds bestond, heeft tot taak het College van Burgemeester en Wethouders te adviseren bij het bepalen van zijn standpunt inzake de al of niet toekenning van hulp inge volge deze regeling. Elk opgenomen B- en C-geval dient ten min ste eenmaal per drie maanden in de Commissie te worden gebracht; A-gevallen blijven buiten bemoeienis der Commissie. Deze Commissie, waarvan het Secretariaat is gevestigd bij het Ministerie van Sociale Za ken, afd. Sociale Bijstand, bestaat uit een ver tegenwoordiger der Ministeries van Sociale Zaken en Economische Zaken. Zij kan worden ingeschakeld: in geval de hulpaanvrager in beroep gaat tegen een beslissing, waarvan de tenuitvoer legging de stopzetting van zijn bedrijf ten gevolge zou hebben, (in gevallen dus van verwijzen van een zelfstandige met een nog bestaande zaak naar groep A) of in geval de vertegenwoordiger van het Ministerie van Economische Zaken in de Plaatselijke Commissie in beroep gaat en dit beroep betreft de erkenning als zelfstandige en/of groepsindeling. VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 419