33
9
ondersteunde minder-validen, werd overleg ge
pleegd met het Gew’estelijk Arbeidsbureau, afd.
Bijzondere bemiddeling, te ’s-Gravenhage.
De arbeiders ontvingen een vergoeding, die
door de technische leiding van de dienst, waarbij
de betrokken arbeider was te werk gesteld, in
overleg met het Gemeentelijk Bureau voor
Werklozenzorg werd vastgesteld op grond van
de arbeidsprestatie.
De vergoeding bedroeg in 1948 voor vrijwel
alle arbeiders, die bij Gemeenteplantsoenen
werkten, 100 pCt.' van het normale loon van
f 0,71 per uur, aangezien hun arbeidsprestatie
gelijk Of vrijwel gelijk kon worden gesteld met
die van valide arbeiders in de werkverschaffing.
In de regel blijven zij echter de speciale voor
hen geschikte arbeid verrichten.
De te werk gestelden bij de Gemeentelijke
School- en Kindertuinen ontvingen, gezien de
aard van het werk en de geschiktheid van deze
arbeiders, een vergoeding, die werd bepaald op
80 tot 90 pCt. van het normale loon. Bovendien
werd na 1 November 1948 de zg. Joekes-gulden
betaald.
Voorzover zij daarvoor in aanmerking kwa
men, ontvingen de in werkverschaffing te werk
gestelde arbeiders ook de emolumenten en de
feest- en de Kerstgave.
Voor deze categorie te werk gestelden geldt
het gewone rouleersysteem van 6 maanden niet.
Degenen, die langer dan 6 maanden te werk ge
steld waren, genoten voor elke maand tewerk
stelling één dag verlof.
Bij brief van Burgemeester en Wethouders
d.d. 6 Augustus 1948, corr. no. 21000, afd. S.Z.,
werd toestemming verleend om ten aanzien van
het verlof en de vacantiebijslag van 2 pCt. ten
behoeve van hen, die in werkverschaffing werk
zaam zijn, ivederom te handelen overeenkomstig
de brief van Burgemeester en Wethouders d.d.
22 Augustus 1947, corr. no. 189110, afd. S.Z.,
waardoor aan deze categorie te werk gestelden
de vacantiebijslag andermaal kon worden ver
strekt. Voor zover mogelijk werden ook in 1948
de sociale verzekeringswetten toegepast.
De lonen voor de groepen genoemd onder 1 en
2 bedroegen f 0,71 per uur. Met ingang van 1
November 1948 werd een duurtetoeslag van
f 0,02 per uur of f 1,per week (zg. Joekes-gul
den) toegekend. Voorts werden aan hen, die
waren te werk gesteld op de objecten genoemd
onder 1 en 2, de zg. emolumenten zoals die
verbonden zijn aan de steunverlening ingevolge
de Armenwet 1912 niet meer verleend, met
uitzondering van de kolenbijslag, die nog slechts
werd verstrekt aan hen, die op het moment der
verstrekking niet langer dan drie maanden te
werk gesteld waren.
Met ingang van 1 October 1948 trad voorts de
Kinderbijslagwet voor invaliditeits-, ouderdoms-
en ivezenrentetrekkers in w'erking. Dit gaf aan
leiding de kinderbijslagen, die aan de in werk
verschaffing‘te werk gestelden op» voet van de
Kinderbijslagwet werden betaald, te herzien; dit
had tot gevolg dat een deel der lasten van de
kinderbijslagen voor rekening kwam van het
Rijk. Het percentage van de ziekenfondspremie,
dat op de lonen wordt verhaald, werd met in
gang van 1 Januari 1948 vastgesteld op 1.9.
Ter gelegenheid van het Regeringsjubileum
van H. M. Koningin Wilhelmina werd aan te
werk gestelden, die voldeden aan de richtlijnen,
welke voor de brandstoffenverstrekking golden,
door de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Be
langen een feestgave verstrekt, zowel in geld
als in natura.
Verstrekt werd in geld f 3,voor een echt
paar, plus f 0,75 voor de overige gezinsleden; in
natura wrerd paling verstrekt in een passende
feestelijke verpakking; voor 2 personen kilo,
V» kilo voor 3-4 personen, 3/-t kilo voor 5-6 per-
i sonen, 1 kilo voor 7-8 personen, 1% kilo voor
9-10 personen en ll/« kilo voor 10 of meer per
sonen.
In December 1948 werd aan hen, die voldeden
aan de richtlijnen van de brandstoffenverstrek
king, de gebruikelijke Kerstgave uitgereikt.
Deze bestond uit een geldbedrag gelijk aan
25 pCt. van het steunbedrag, afgerond op f 0,05
naar boven.
De tewerkstellingstermijn wras evenals in het
vorige verslagjaar 6 maanden, terwijl de leef
tijdsgrens op 65 jaar bleef gesteld.
b. Arbeid voor minder-valide arbeiders.
De tewerkstelling van minder-valide arbeiders
wrerd in 1948 voortgezet. In dit jaar nam evenals
in het vorige verslagjaar hun aantal weer toe.
Regelmatig waren 30 a 35 arbeiders werkzaam.
In totaal werden 41 personen geplaatst bij de
Gemeenteplantsoenen en 16 bij de Gemeentelijke
School- en Kindertuinen, object Leyweg I.
Voor zover het betrof plaatsing van niet door
de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen
c. Waakdiensten.
In 1948 werden in werkverschaffing 184 wa
kers te werk gesteld bij Gemeentewerken, (be
waking van Gemeentegebouw'en), 217 bij de
bewakingsdienst van Gemeenteplantsoenen en
12 bij de bew'aking van de Gemeentelijke Schooi
en Kindertuinen.
Evenals bij de te werk gestelde handarbeiders
werd om de zes maanden gerouleerd. Het ge
middelde aantal wakers beliep het gehele jaar
120 a 130. Het loon bedroeg f 0,66 per uur (des
Zondags f 0,82 per uur) benevens de emolumen
ten. Na 1 November werd de zg. Joekes-gulden
VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING.