35
i.
2.
5.
V. GEZINSVERZORGING.
8
3.
4.
In de circulaire van de Minister van Sociale
Zaken d.d. 22 Juni 1948, No. 4521 S.B., afdeling
Sociale Bijstand, wordt de bijzondere aandacht
van de gemeentebesturen gevraagd voor een on
derdeel van het maatschappelijk werk, dat zich
speciaal na de bevrijding in belangrijke mate
heeft ontwikkeld, namelijk het werk der gezins
verzorging.
Hieronder wordt verstaan:
„De daadwerkelijke verzorging, welke door des
kundige, speciaal daartoe opgeleide vrouwelijke
„krachten, in dienst van een organisatie staan-
„de, onder deskundige leiding in gezinnen ge-
„boden wordt, ter vervanging of tot hulp en
„voorlichting van de vrouw des huizes, die door
„ziekte of door onvoldoende scholing, geestelijke
„defecten, onmaatschappelijk gedrag e.d. niet in
„staat is haar taak in het gezin naar behoren te
„behartigen; en welke verzorging beoogt een ge-
„zond gezinsleven in stand te houden of te her
stellen”.
In de kosten van hulpverlening in dergelijke
gezinnen kan thans, wanneer aan bepaalde voor-
Het aantal aanvragen om gezinsverzorging
was belangrijk hoger dan in 1947. Opmerkelijk
was het aantal gevallen, waarin, blijkens het
advies van de Gemeentelijke Geneeskundige en
Gezondheidsdienst, geen sprake was van medi-
sche indicatie, doch waarin op sociale gronden
hulp werd aanbevolen. Aangezien in dergelijke
omstandigheden aan de Dienst de wijze en de
termijn van hulpverlening wordt overgelaten,
betekenden dergelijke adviezen voor de sociale
werksters, dat zij grotere zelfstandigheid kregen
bij de beoordeling van de onderhavige gevallen.
Echter ook meer verantwoordelijkheid.
In verband met de toeneming van het aantal
aanvragen werd het personeel van de betrokken
afdeling met 3 sociale werksters uitgebreid.
De samenwerking met de uitzendende vereni
gingen voor gezinsverzorging was goed. Op
haar verzoek werd de Diaconie der Ned. Her
vormde Gemeente te Loosduinen ingeschakeld
bij het verlenen van gezinsverzorging en wel op
dezelfde voorwaarden als de verenigingen. In
enkele gevallen werd reeds hulp verleend.
Het aantal gezinsverzorgsters, bij de Dienst op
arbeidsovereenkomst in functie, werd in het be
gin van het verslagjaar tot 40 verhoogd. Het
aantal mutaties was echter vrij aanzienlijk.
Aangenomen werden 50 hulpen, ontslagen 38.
Als reden van ontslag moet worden genoemd:
niet geschikt als gezinshulp op grond van
arbeidsprestaties
moeilijk karakter met weinig aanpassings
vermogen;
veel ziekte-dagen;
gemis aan inzicht in de sociale taak bij ver
vanging van de huisvrouw;
eigen verzoek.
Er wordt naar gestreefd om de beschikking
te krijgen over een kern van sociaalvoelende ge
zinsverzorgsters, al zullen in den beginne nog
wel een aantal mutaties moeten plaats hebben.
Uit de op grond van de regeling Consumen-
tencrediet verstrekte bedragen konden veel aan
vragen voor kleding, ligging, dekking, huisraad
e.d. geheel of gedeeltelijk w’orden bekostigd. In
de grote behoeften ontstaan door de oorlogs
omstandigheden kon voor een belangrijk deel
worden voorzien, althans het noodzakelijkste
werd verstrekt.
Thans vragen de normale slijtage-gevallen
meer de aandacht in de nette gezinnen uiter
aard minder dan in de a-sociale.
Met de Commissie tot Bevordering van Samen
werking van de Sociale Raad (Armenraad) w’erd
een nauw contact onderhouden. Deze Commissie
verleent haar bemiddeling o.a. bij verstrekkin
gen van invalidewagens en gehoorapparaten, in
de kosten waarvan de Dienst bijdraagt. Na over
lijden van de gebruikers zijn de wagens en
apparaten voor anderen beschikbaar. Nu weder
om electrische gehoorapparaten verkrijgbaar
zijn, nemen de aanvragen daarvoor toe. Uit de
aard der zaak adviseert de Gemeentelijke Ge
neeskundige en Gezondheidsdienst over de nood
zakelijkheid der verstrekking.
Wederom werden politieke delinquenten op
verzoek van de Stichting Toezicht Politieke
Delinquenten geholpen.
Met het Nederlands Beheersinstituut en de
Schade-Enquête-Commissie werd in het verslag
jaar meermalen overleg gepleegd.
Aangezien bekend werd, dat politieke delin
quenten evenals oorlogsslachtoffers voor een
vergoeding wegens geleden oorlogsschade in
aanmerking konden komen, werd met de
Schade-Enquête-Commissie contact opgenomen.
Alle vorderingen van de Dienst op deze personen
in verband met het verstrekken van meubilair
e.d. worden, voorzover deze bij de Schade-
Enquête-Commissie bekend zijn, bij deze Com
missie ingediend, zodat het mogelijk is bij de
afwikkeling der schadevergoedingen met de
vordering van de Dienst rekening te houden.
Practisch worden geen handelsgelden aan
kooplieden verstrekt als gevolg van het feit, dat
bij de uitreiking van ventvergunningen aan
betrokkenen wordt medegedeeld, dat niet dan bij
hoge uitzondering (bjjv. bij ziekte of bijzonder
ongunstige weersomstandigheden) beroep op de
Dienst voor handelsgeld of ondersteuning mag
worden gedaan, op gevaar af dat de ventvergun
ning zal worden ingetrokken.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN.