38 7) 11 59) (625) 2) 20) 13) 30) 44 583 0 AFDELING SCHOOLTANDVERZORGING. Het totale aantal kinderen, dat schooltand- verzorging genoot, bedroeg in het schooljaar 1947/1948 42 006. Hiervan bleken 11167 behandeling-behoevend te zijn; van dit aantal vielen wegens het weige ren der ouders om toestemming tot behandeling te geven, 773 uit. Te laat voor preventieve be handeling,, meest wegens mutatie van school, bleken 711. Tijdens de behandeling afwezig, meest wegens ziekte, waren 1 848. Het aantal kinderen, dat wegens weerspan- De achterstand in de specialistische (neurolo- gisch-psychiatrische en experimenteel-psycho- logische) onderzoekingen, die bij het Paedolo gisch Laboratorium werden aangevraagd, kon ook dit jaar wegens te geringe personeelsbezet ting nog niet worden overwonnen, hoewel het aantal aanvragen te weten 681 (756) dat van het vorige jaar lang niet bereikte. Te vrezen valt, dat de aanvragers, door de ervaringen gewaar schuwd, volgens welke zij buitengewoon lang op antwoord op hun aanvragen hebben te wachten, zieh daarin beperkingen hebben opgelegd, het geen zeker niet ten goede komt aan de psychisch- ’hygiënische verzorging van de Haagse jeugd. Gespecificeerd waren deze aanvragers afkom stig van: Ouders en onderwijzers Schoolartsen Afd. Onderwijs Afd. Geestelijke Volksgezondheid G.G. en G.D Huisartsen en specialisten Kinderpolitie Gem. Bureau voor Beroepskeuze Andere instanties 19 11 18 5 1 In 1948 werden verschillende demonstraties met toelichting over de werkzaamheden van het laboratorium gegeven, te weten op 27 Januari aan de Verenigde schoolartsen in Zuid-Holland, op 21 April aan de leerkrachten van de Scholen gemeenschap aan de Nieuwe Duinweg, alhier, op 18 September aan de cursisten van de Stich ting voor het b.l.o. Op 9 Juli werd bezoek ont vangen van de Wethouder van Onderwijs van de gemeente Haarlem, de gemeentelijke psychi ater en de leidster van een klasse voor m.o.k. aldaar, voor wie een uiteenzetting van de werk wijze van de school voor moeilijk opvoedbare kinderen hier ter stede werd gegeven en aan wie advies werd verstrekt inzake de oprichting van een soortgelijke school, die te Haarlem in voorbereiding was. dat het vermoeden in het vorige jaarverslag uitgesproken dat nl. het belang van het b.l.o. beter tot de gewone school en tot het publiek gaat doordringen, zodat men zoveel mogelijk elk kind, dat daaraan behoefte heeft, van het b.l.o. wil laten profiteren, inderdaad juist is. Daar voor pleit wel, dat tegenwoordig heel anders dan vroeger de ouders nu en dan hun teleur stelling te kennen geven, wanneer hun na af loop van het onderzoek wordt medegedeeld, dat hun kind nog niet voor b.l.o. in aanmerking komt en op de gewone school gehandhaafd kan worden. De weerstand van het publiek tegen de buitengewone school is dus aan het verminde ren en dit zal niet nalaten zijn weerslag op de gewone school te vertonen. Interessant zijn dan ook weer de cijfers, die op het openbare en het bijzondere onderwijs afzon derlijk betrekking hebben. Van de onderzochte eandidaten waren 261 (272) uit openbare en 324 (316) uit bijzondere scholen afkomstig; opnieuw dus de in de laatste jaren gebruikelijke meer derheid der eandidaten van bijzondere scholen afkomstig. De aantallen afgewezen eandidaten liepen ook nu weer sterk uiteen; voor de open bare scholen bedroeg dit aantal 85 of 32,6 pCt. (24,3 pCt.), voor de bijzondere 78 of 24,1 pCt. (14,8 pCt.). De openbare scholen hebben dus hun ten dentie, zoveel mogelijk kinderen voor het b.l.o. in aanmerking te brengen, voortgezet, maar de bijzondere zijn daarin gevolgd en hebben bijna het percentage afgewezenen van de openbare scholen in 1947 bereikt. Deze neiging mag zon der voorbehoud worden toegejuieht, want alleen, wanneer een flink aantal kinderen, dat b.l.o. niet nodig blijkt te hebben, ten onderzoek komt, mag worden aangenomen, dat inderdaad nagenoeg elk kind, dat het wel nodig heeft ook werkelijk voor onderzoek is opgegeven. Van de tot het b.l.o. toegelaten eandidaten (422) werden 52 of 12,3 pCt. (12 pCt.) niet op de voor hen geschikte school geplaatst. Dit aantal komt in de eerste plaats voor rekening van de R.K. school voor b.l.o., Prinsegracht 10, met 14 niet geplaatste eandidaten, die bovendien, even als de Chr. school voor b.l.o., Prinsegracht 64, nog een wachtlijst van enige niet onderzochte eandidaten had. Beide scholen hebben voortdu rend met ernstig plaatsgebrek te kampen. Aan de openbare school voor moeilijk opvoed bare kinderen, omvatte het candidatenonder- zoek 56 (42) leerlingen, van wie 42 (30) wel en 14 (12) niet werden toegelaten. Van de toegelaten eandidaten werden 39 wel en 3 niet op de school geplaatst. De uitzending naar het Koloniehuis „Zonne- oord” te Ede kon nog altijd niet in dezelfde om vang worden bewerkstelligd als voor de oorlogs jaren gebruikelijk was. Dit jaar konden 145 (154) leerlingen worden uitgezonden. VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. 1) moeilik opvoedbare kinderen. Paedologisch laboratorium.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 490