38 16 Van de onder toezicht staande nazorgpatiën- ten werden er 3 778 in het eigen gezin en 604 bij vreemden verzorgd, waartoe van 65 pleeggezin nen gebruik werd gemaakt. Bij het begin van het verslagjaar waren 360 patiënten in gezinsverpleging; in de loop van het jaar werden 244 nieuwe patiënten geplaatst en 232 afgevoerd, zodat op het einde van het verslagjaar nog 372 patiënten in gezinsverple ging waren. Er werden 41 patiënten overge plaatst naar een ander pleeggezin. In totaal wa ren er bij de gezinsverpleging dus 517 mutaties onder de patiënten. Er werden door de artsen en de maatschappelijke werksters 1 487 controle bezoeken gebracht aan de pleeggezinnen. Bij de nazorg stonden op 1 Januari 1948 in geschreven 3311 patiënten. In de loop van 1948 werden 1071 nieuwe patiënten ingeschreven, te weten 596 mannen en 475 vrouwen, zodat de na zorg in 1948 in totaal bemoeiingen had met 4 282 patiënten. In de loop van het jaar werden afgevoerd 1 039 patiënten, te weten 627 mannen en 412 vrouwen, zodat op het einde van het jaar nog 3 343 per sonen onder nazorgtoezicht stonden (2 089 man nen en 1 254 vrouwen). De redenen, w’aarom de patiënten werden af gevoerd, waren de navolgende; sociaal herstel 408; opneming 301; opneming in een ziekenhuis 57; overlijden 16; suicide 2; plaatsing in een in richting voor maatschappelijk onvolwaardigen 15; houding van de patiënt en/of familie 102; vertrek uit de Gemeente, onderscheidenlijk ver blijfplaats onbekend 102; militaire dienst 14; in gesloten in de gevangenis 17; overgedragen aan confessionele zusterorganisatie 5. De toeneming bedroeg in 1948 dus 32 nazorgpupillen. Onder de 1 071 nieuwe nazorgpatiënten waren 518 nazorggevallen in engere zin, waarvan 239 afkomstig uit de drie klinieken en 279 uit de gestichten, terwijl 553 gevallen onder „voor zorg” konden worden gerangschikt, zijnde deze naar de Dienst verwezen door familie, artsen of overheidsinstanties. Van 4 382 patiënten, waarover de bemoeiin gen liepen, waren 2 716 mannen en 1666 vrou wen. Hiervan waren gehuwd 1168, ongehuwd 2 995, gescheiden 87, in w’eduw'estaat 132. Met de geesteszieken wmrdt het contact onder- houden op spreekuren van de psychiater en van de zusters voor maatschappelijk werk in een spe ciaal nazorg-consultatiebureau, alsmede door huisbezoek. Op de spreekuren van de psychiater werden 1 432 voor- en nazorgconsulten verleend. De spreekuren van de zusters werden door 5 481 patiënten bezocht. De artsen en zusters brachten 6 492 huisbezoeken aan nazorgpatiënten. De zus ters legden 1 085 controlebezoeken af aan pleeg gezinnen; zij bezochten 148 maal de werkinrich tingen, 32 maal verschillende bureaux voor so ciale zorg en verrichtten 25 onderzoekingen voor het uitbrengen van een sociaal rapport, alles ten behoeve van nazorgpatiënten. Ter voorbereiding van het ontslag van patiënten uit klinieken en gestichten brachten zij 154 bezoeken aan ver schillende ziekeninrichtingen, terwijl zij zich 98 maal belastten met het transport van patiënten, meestal uit ziekeninrichtingen naar nieuwe na- zorgadressen in de stad, minder vaak naar in richtingen voor maatschappelijk ongeschikten buiten de Gemeente. Naast de bevordering van de arbeidstherapie werd ook dit jaar in samenwerking met het Ge- w’estelijk Arbeidsbureau te ’s-Gravenhage, afde ling Bijzondere Bemiddeling, en daarnaast ook door rechtstreekse bemiddeling van de zusters voor maatschappelijk werk, zoveel mogelijk ge tracht om normaal betaalde passende arbeid in de vrije maatschappij voor de herstelde patiën ten te vinden. T.a.v. de bemiddeling van het Gew’estelijk Ar beidsbureau kunnen geen cijfers worden gege ven. De zusters slaagden met haar bemiddelings- werk in 57 gevallen (13 mannen en 44 vrouwen). De arbeidsbemiddeling is van minder betekenis 83 in de nazorgwerkinriehtingen voor kinderen (49 jongens en 34 meisjes) en bovendien 4 bij de Dienst der Gemeenteplantsoenen33 patiënten in psychiatrische inrichtingen, nl. bij de „Stich ting Rosenburg”, in „Endegeest” en in de „St.- Jacobusstichting”. Op 1 Januari 1948 waren in arbeidstherapie werkzaam 194 patiënten. Er werden 119 nieuwe patiënten geplaatst, 9] werden afgevoerd, zodat op 31 December 1948 nog 222 patiënten op deze w’jjze dagelijkse bezigheid vonden. Door de psychiater van de Dienst, die als ad viserend psychiater van genoemde Vereniging fungeert, werden deze patiënten regelmatig ge controleerd. Buitendien waren op de arbeidstuin voor a- sociale debielen aan de Leyw'eg, welke thans be heerd w’ordt door de Gemeentelijke School- en Kindertuinen nog 33 pupillen in arbeidstherapie werkzaam. In arbeidstherapie weerden door bemiddeling van de ,,’s-Gravenhaagsche Vereeniging Dr Schroeder van der Kolk” 313 pupillen te werk gesteld en wrel 193 in de nazorgwerkinriehtingen voor volwassenen (107 mannen en 86 vrouwen), VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. Gezinsverpleging. Omvang van de nazorg. Nazorg voor geesteszieken. Arbeidstherapie.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 495