41 12 Leiding. ,Op 1 September 1948 trad de nieuwe directeur, dé heer J. A. Njjkamp, in functie. In de vacature, ontstaan door het vertrek van de assistent-diree- teur, was aan het einde van het verslagjaar nog niet voorzien. schappelijk assistent 1ste klasse en twee tijdelijke onderwijzers. Het leiderspersoneel op de tuinen bestond aan het einde van het verslagjaar uit 2 vrouwelijke en 63 mannelijke leerkrachten. Onderwijs. De demonstratielessen werden gegeven door een vaste onderwijzer in de rang van weten- GEMEENTELIJKE SCHOOL- EN KINDERTUINEN. Commissie van toezicht en advies. De samenstelling van de Commissie van toe zicht en advies onderging in het verslagjaar geen wijziging. De Commissie bestond op 31 De cember 1948 uit de heren Dr Mr A. Buriks, voor- ziter; J. P. Breur, secretaris; S. G. A. Doorenbos, D. E. Nieborg, Ir J. M. Riemens, N. L. Vroomans en mevr. A. C. Klooster, leden. Kindertuinen. Deze mochten zich in een onverflauwde be langstelling van de jeugd verheugen. Voor de 5 738 beschikbare tuintjes meldden zich 6 985 kinderen, afkomstig van openbare en bijzondere scholen voor g.l.o., v.g.l.o. en (m.)u.l.o. Aan 82 pCt. der aanvragen (vorig jaar 77 pCt.) kon worden voldaan. Het aantal kinderen, dat de kindertuinen be zocht, steeg belangrijk en bedroeg dit jaar 266 340 (vorig jaar 207 562). Voorts maakten 4 000 volwassenen (vorig jaar 1320) van de gelegenheid gebruik om de tuinen te bezichtigen. Hieronder volgt een overzicht van het bezoek der kinderen aan de verschillende tuinen. Gedurende het verslagjaar kon de tuin aan de Westduinweg in gebruik worden genomen. De tuin aan de Comelis-de-Wittlaan wacht nog op herstel; de tuin aan de Tak-van-Poortvlietstraat werd opgeheven. Ook de kinderboerderij in de Herwejjertuin (Zuiderpark) verheugde zich in een zeer grote Toestand gebouwen en afrasteringen. De toestand, waarin zich de lesgebouwtjes be vinden, is bevredigend. Op de tuinen Hilde- brandplein en Schimmelweg II werden nieuwe stenen tuinhuisjes in gebruik genomen. Door plaatsing van vier rieten noodgebouwtjes be schikken thans alle tuinen over een bergplaats voor gereedschappen. Op de tuin aan de Mient is het zg. Minangka- bausche huis als magazijn en bergplaats in ge bruik. Door de desolate toestand, waarin dit gebouw verkeert, heeft echter het daarin opge borgen materiaal sterk te lijden. De toestand van het hekwerk op de meeste tuinen is zeer slecht en vormt een bron van aan houdende zorg. Tijdens de oorlog is 3 000 m hekwerk vernield en zijn 9 draaihekken verdwe nen. De afrasteringen, welke terstond na de capitulatie met behulp van oud prikkeldraad en oude palen werden aangebracht, zijn thans totaal versleten. Het is dringend noodzakelijk, dat in het volgend verslagjaar de afrasteringen in goede staat worden gebracht. De tuinen zouden daardoor een veel beter aanzien verkrijgen, daardoor minder tot baldadigheid uitnodigen, terwijl honden, die thans vrije toegang hebben en veel schade toebrengen, zouden worden ge weerd. Verhuur van zalen, enz. Een belangrijke bron van inkomsten werd ver kregen door het verhuren van de aula en de leslokalen, welke vrijwel elke avond en ook op Zondagochtenden, zijn verhuurd. Tuin personeel. Het tuinpersoneel bestond op 31 December 1950 uit 6 vaste tuinlieden, 1 losse plantsoen wer ker (slechts werkzaam gedurende een gedeelte van het jaar), 1 jongmaatje-werkman en een groep arbeidskrachten, welke in werkverschaf fing te werk werd gesteld. Contacten met andere musea, congressen. In de loop van het jaar werden belangrijke contacten gelegd met een aantal buitenlandse musea. Het museum werd opgenomen in de Nederlandse museumorganisatie „De Museum- dag”. De directeur woonde de conferentie bij van de Internationale Museumraad te Parijs, als ver tegenwoordiger voor het jeugdwerk in musea. Ter gelegenheid hiervan werd het museum aan gewezen als centrum van deze werkzaamheden voor Europa. Een subsidie, ter bestrijding van de kosten aan dit werk verbonden, werd bij de U.N.E.S.C.O. aangevraagd. Een aantal afge vaardigden van dit congres bezocht het museum. De conservator der ethnografische afdeling bezocht het ethnologisch congres te Brussel en wist daar een groot aantal voor het museum be langrijke contacten te leggen. VERSLAG LAGER ONDERWIJS. i) U.N.E.S.C.O. United Nations Educational Scientific Cultural Organization.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 532