INLEIDING. VII Het jaar 1948 is voor ’s-Gravenhage van bijzondere betekenis geweest. Enerzijds door de herdenking van het 7OO-jarig bestaan van ’s-Gravenhage, anderzijds door het 50-jarig Regeringsjubileum van H.M. Konin gin Wilhelmina en door de kroonaanvaarding van H. M. Koningin Juliana. Voor de viering der jubilea had zich reeds in 1947 ge constitueerd de Stichting Haags Jubileum-Comité. In dit comité was de gehele Haagse burgerij in al haar schakeringen vertegenwoordigd. Het jubileumjaar werd ingezet met de „Haagse Kunstmaand”, bedoeld als een uiting van wat ’s-Gra- venhage op cultureel gebied kan opbrengen. Deze mani festatie, op Nieuwjaarsdag ingeluid met een opvoering van Shakespeares „Spel der Vergissingen” in de Ko ninklijke Schouwburg, bleek zoveel levensvatbaarheid te bezitten, dat besloten werd haar jaarlijks te herhalen. De Meimaand stond in het teken der herdenking van de in de oorlog gevallenen en van de bevrijding. Hier aan had de jeugd een bijzonder aandeel, vooral dank zij de activiteiten van de Haagse Jeugd-Actie. Daarvan verdienen hier vermelding de herdenkingssamenkomst op 4 Mei op het Binnenhof en de fakkeloptocht op 5 Mei des avonds. Op het De-Savornin-Lohmanplein werd een vreugdevuur ontstoken, waarvoor de vlam per esta fette was overgebracht van Bayeux in Normandië, een der landingsplaatsen van de geallieerde invasievloot op 6 Juni 1944. Tot de evenementen van deze „Mei-maand” behoor de voorts de feestelijke uitvaart van de Scheveningse haringvloot op 18 Mei, de zg. Vlaggetjesdag, die met bijzondere luister werd gevierd. Een nieuwe traditie be loofden te worden de Nationale Sloepenwedstrijden op 15 Mei in het Verversingskanaal nabij Houtrust, waar aan roeiploegen van zeevaartscholen in den lande deel namen. Het hoogtepunt van de herdenking van het 700-jarig bestaan viel op 31 Juli, de dag van de grote optocht van organisaties, bedrijven en ambachten. Niet minder dan 90 organisaties, 15 overheidsdiensten en -bedrijven en 50 particuliere bedrijven namen met praalwagens en dergelijke deel aan een grootscheeps défilé voor het Gemeentebestuur, dat zich voor het stadhuis had opge steld. Als een levend blijk van waartoe de Haagse sa menleving in zeven eeuwen tijds is uitgegroeid, bewoog de indrukwekkende stoet zich door de straten van de stad, triomfen oogstend bij de in onafzienbare drom men opgekomen bevolking. Het geheel werd opgeluis terd door een achttiental muziekcorpsen. Op een spe ciale wagen werden meegevoerd twee beren, die ’s-Gra venhage ter gelegenheid van het zevende eeuwfeest van de Zwitserse hoofdstad ten geschenke had ontvangen. Binnen- en buitenlandse pers, radio en filmjournaal legden het triomfantelijke hoogtepunt van de jubileum viering, dat het défilé geworden is, vast voor de ogen en oren der wereld. Zonder dat deze inleiding ook maar een poging wü doen de vele en velerlei feestelijkheden van elke orde van grootte op te sommen, die in de toepasselijk ver sierde stad de viering luister hebben bijgezet, dient hier toch nog te worden vermeld de opvoering van het his torisch openluchtspel „Het Wonderlijk Uur”, waarvan de première ging op 30 Juli, op het Binnenhof. Reeds in 1947 was voor een ter gelegenheid van het zeven-eeuwen-jubileum op te voeren openluchtspel een prijsvraag uitgeschreven. Bekroond werd het genoemde stuk, geschreven door A. den Hertog. Enige honderden personen uit de burgerij namen deel aan de opvoeringen, die vele duizenden toeschouwers trokken. De officiële herdenking had plaats op 31 Juli tijdens een buitengewone vergadering van de Gemeenteraad in de gerestaureerde Oude Raadzaal ten stadhuize. Hier werd besloten tot de instelling van een onderscheiding, toe te kennen aan burgers van ’s-Gravenhage, die zich jegens hun stad in bijzondere mate verdienstelijk heb ben gemaakt. Tevens werd de leden van de Raad een zilveren herinneringspenning aangeboden ter gelegen heid van het 700-jarig bestaan der stad. Deze Raadszitting werd gevolgd door een plechtige bijeenkomst in de Grote Kerk, tijdens welke de Burge meester voor de vele genodigden een herdenkingsrede hield. Een blijvende herinnering aan dat zevende eeuwfeest van ’s-Gravenhage vormt het geschenk van het Haags Jubileum-Comité aan de Gemeente: 22 gebrandschil derde ramen voor de Schepenzaal in het Oude Stadhuis, de historische ontwikkeling van de stad symboliserend. Hiertoe werd door het Comité een opdracht verstrekt aan de glazenier Pieter Hofman te ’s-Gravenhage. De 30ste Augustus 1948 was de grote dag van de hul de aan H.M. Koningin Wilhelmina ter gelegenheid van Haar 50-jarig regeringsjubileum, tevens de dag, waar op afscheid werd genomen van H.M. als regerende Vor stinne. Duizenden zangers en zangeressen uit heel het land kwamen daartoe bijeen op het Malieveld, om de jubilerende vorstin een grootscheepse aubade te brengen. Tienduizenden juichten bij deze gelegenheid de scheidende Landsvrouwe toe. Droeg het afscheid van H.M. Koningin Wilhelmina het karakter van een zanghulde, met bloemen werd H. M. Koningin Juliana gehuldigd bij haar „blijde incom- ste” in de Residentie op 18 September. De grootse bloemenhulde bij deze feestelijke intocht culmineerde in het leggen van een bloemenmozaïek vóór het Paleis Noordeinde, waarbij H.M. met Prins Bernhard en de Prinsesjes van het balcon af toeschouwde. Duizenden en nog eens duizenden, uit ’s-Gravenhage en van el ders, zijn in die dagen tot ver na middernacht langs het Paleis Noordeinde getrokken om het mozaïek, dat des avonds fraai werd verlicht, in ogenschouw te nemen. In de avond van 21 September Prinsjesdag werd H.M. de Koningin te Scheveningen een groot Haven- feest aangeboden. Niet onvermeld mag blijven de uitvoering van het grote jeugdspel „Wij herdenken” op het Houtrustter- rein, waaraan leerlingen van Haagse scholen voor voortgezet onderwijs medewerkten. Behalve de reeds vermelde gebeurlijkheden, werd in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1948 | | pagina 8